Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Cultureel kapitaal in geïnstitutionaliseerde vorm

D.i. de objectivering van cultureel kapitaal in de vorm van titels en diploma’s. Een diploma is de maatschappelijke erkenning van een bepaalde culturele competentie. Maar de objectivering staat voor een deel op zichzelf bv. omdat men erkend wordt voor iets wat men niet bezit.

- Grote duurzaamheid (niet de kennis van de geneeskunde maar het diploma van arts geeft toegang tot de uitoefening van het artsenberoep voor het leven). Verschil autodidact en gediplomeerde: duurzaamheid van erkenning (niet steeds opnieuw bewijzen).

Typische kenmerken die het diploma heeft van kapitaal:

- omzetbaar in monetair kapitaal

 diploma is raakpunt tussen economische en culturele veld: de gediplomeerde heeft er kostbare tijd in gestoken die evt. in een winstgevende activiteit gestoken had kunnen worden: bij intreding arbeidsmarkt terug omzetting van cultureel kapitaal naar economisch kapitaal.

- onderhevig aan wisselkoersschommelingen want het materiële (economische) en symbolische (niet-economische, hier: culturele) profijt van een diploma hangt ook af van de schaarste

Lees meer...

Geobjectiveerd cultureel kapitaal

Bestaat uit materiële dragers zoals schilderijen, het juridisch bezit ervan is gemakkelijk overdraagbaar MAAR de volledige toe-eigening verondersteld ook het vermogen om er verbruik van te kunnen maken. Dit valt dan weer onder het belichaamde culturele kapitaal.

 Geobjectiveerd en belichaamd cultureel kapitaal kunnen nooit volledig los van elkaar worden beschouwd. D.i. de verklaring van de dubbelzinnige status van de nieuwe middenklasse: vaak slagen ze er enkel in het geobjectiveerd cultureel kapitaal te verschaffen.

Lees meer...

Belichaamd cultureel kapitaal

- Vormen van kennis en vaardigheden die iemand zich toe-eigent, niet overdraagbaar. Dit kost tijd en inspanning: moet geleverd worden door de actor zelf.

- Vorm van eigendom die tot een lijfelijke eigenschap van een persoon is geworden, zij is “habitus” geworden.

- Correlatie tussen bezit van economisch en cultureel kapitaal: de gegoede klasse kan veel tijd vrijmaken om cultureel kapitaal te verwerven, er is dus wel een verband tussen economische oorzaken en culturele effecten maar via de intermediaire factor tijd (weinig geld, weinig tijd: tijd transformeert kapitaal).

Lees meer...

Cultureel kapitaal

Ontwikkeld ter verklaring van de ongelijke schoolprestaties van kinderen uit verschillende sociale klassen.

- Economische benadering: louter monetaire verschillen, rechtstreeks verband

-> Bourdieu: kortsluitings-drogreden = het zonder meer poneren van een oorzakelijk verband tussen economische oorzaken en culturele gevolgen: voor culturele effecten moeten er ook culturele oorzaken gevonden worden.

- Verklaring in termen van aanleg

-> Bourdieu: begaafdheid is niet “natuurlijk”, maar het product van een investering in tijd en studie-inspanning, kortom een investering van cultureel kapitaal.

 kinderen uit verschillende sociale klassen beschikken over een verschillend cultureel kapitaal, hoe meer cultureel kapitaal, hoe meer je kan inzetten en hoe meer winst je kan realiseren

Lees meer...

Kapitaal

- Elk veld kent een specifieke vorm van kapitaal (inzetten, bezitten en overbrengen).

- Het begrip is ontleend aan de economie maar kent een ruimere betekenis nl.

geaccumuleerde arbeid dat het vermogen heeft zich te reproduceren, door individuen of groepen kan worden toegeëigend, en ongelijk verdeeld is.

- Het bezitten van kapitaal geeft toegang tot het verwerven van specifieke winst die in een bepaald veld te behalen valt. Dat bezit is ongelijk verdeeld over posities en dus over actoren.

- Onder “geaccumuleerde arbeid in belichaamde vorm” verstaan we bv. wetenschappelijke kennis.

- Er zijn veel verschillende soorten kapitaal.

- Ze hebben meestal slechts relevantie binnen de grenzen van een veld

MAAR enkele vormen van kapitaal gelden niet enkel binnen één veld = economisch, cultureel en sociaal kapitaal

Lees meer...

Individu als drager van kapitaal

Object van de sociologie is niet het handelend individu; binnen de veldanalyse wordt het individu opgevat als actor, als positiebekleder binnen een veld. De actoren zijn dus geen mechanisch gestuurde deeltjes, zij kunnen zich actief opstellen.

MAAR het zijn ook geen volkomen vrije handelende wezens, ze zijn immers gebonden aan hun positie

- de actoren zijn dragers van kapitaal; afhankelijk van de hoeveelheid kapitaal waarover zijn beschikken, kunnen zij in mindere of meerdere mate de gang van het spel in hun voordeel beïnvloeden.

Lees meer...

Illusio

Iemand die binnen een veld handelt, moet “geloven” in het bestaan van het veld en moet dit ernstig nemen ~> investeren, in het spel opgaan, door het spel opgenomen worden, de actor moet de “winsten” belangrijk genoeg vinden: nood aan belangstelling.

Verwant aan het begrip “belang” maar is ruimer (belang duidt hoofdzakelijk op materiële voordelen). De spelers streven niet steeds naar geld maar naar andere “winst” en de inzetten zijn niet steeds van geldelijke aard  betere belangstelling.

Lees meer...

Samenleving als geheel van velden

Samenleving = een verzameling van tal van relatief autonome “sociale microkosmossen”.

bv. het artistiek veld, religieuze, … ~> eigen afzonderlijke logica maar zijn niet in zichzelf gesloten: velden kunnen elkaar beïnvloeden

Lees meer...

Veld en spel

- Het veld vormt de afgebakende speelruimte waarbinnen de actoren moeten handelen. De actoren nemen een bepaalde positie (en hebben dus een verschillende machtspositie) in, hebben mogelijkheden die ze inzetten in een confrontatie. Elke actor heeft een grote belangstelling en gelooft in wat hij doet.

- Verschil met spel: velden zijn niet doelbewust gecreëerd en er zijn geen duidelijk geëxpliceerde en gecodificeerde regels als in het spel

Lees meer...

Veld

- wereld, het bestaan van relatief autonome sociale ruimtes of sferen, waarbinnen een eigen “logica” heerst d.w.z. waarbinnen interacties tussen mensen volgens welbepaalde mechanismen verlopen

- Bourdieu: een configuratie van objectieve relaties tussen posities, die fungeert als een verdelingsstructuur van macht en kapitaal.

- positie van de actor in het veld ~> veel of weinig macht of kapitaal en mogelijkheden en beperkingen

- streven naar macht en kapitaal ->strijdperk (het bekleden van een positie en het daarmee samenhangende kapitaalbezit bepalen de eventuele winsten)

- structuur van een veld = een bepaalde stand van de krachtverhoudingen tussen actoren of instellingen die in die strijd verwikkeld zijn.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen

Door het bezoeken van onze website gaat u ermee akkoord dat wij cookies gebruiken om ervoor te zorgen dat u de beste ervaring krijgt.
Ik begrijp het !