Item gefilterd op datum: december 2012

is wanneer de output kan worden verdubbeld, terwijl kosten minder dan verdubbeld worden.

is de lijn die door de raakpunten van de isocost en isoquant lijnen loopt en die dus de combinaties tussen arbeid en kapitaal laat zien die de minimale kosten beschrijft bij elke output. De expansion path bevat dezelfde informatie als het lange termijn totale kosten.

De gemiddelde kosten van een bedrijf nemen vaak af wanneer de output groter wordt, tot een bepaald punt dan. Dit komt doordat het bedrijf op grotere schaal te werk gaat zodat arbeiders zich meer kunnen specialiseren in een productieproces en productiever te werk gaan, managers kunnen productieprocessen effectiever organiseren en bij grote input inkopen, kan voordeliger ingekocht worden.

Op een bepaald moment gaan de gemiddelde kosten weer omhoog, doordat (op korte termijn) beperkte ruimte en te weinig machines het effectief werken belemmeren, het managen van een groot bedrijf complexer en inefficiënt wordt en doordat de voordelen van in grote aantallen inkopen doen, verminderen wanneer er vaste aantallen zijn vastgesteld.

weergeeft alle mogelijke combinaties van arbeid en kapitaal dat kan worden gekocht bij een vaste totale kosten.

is de totale kosten gedeeld door output, TC/q. Onder te verdelen in average fixed cost (AFC) en average variable cost (AVC).

Kijken naar kosten op lange termijn geeft een nieuwe term, namelijk user cost of capital, de jaarlijkse kosten van een eigendom en het gebruiken ervan in plaats van het verkopen of nooit hebben gekocht. User cost of capital = economic deprication + interest rate x value of capital. User cost kan ook worden geschreven als een percentage, namelijk r = depreciation rate + interest rate.

Vaak hoort bij de long run kapitaal bij gehuurd goed, dus de prijs van kapitaal is de rental rate, dus de kosten per jaar voor het huren van een eenheid kapitaal.

zijn de kosten die worden gemaakt wanneer er één extra eenheid van output wordt gevormd, ook wel gelijk aan toename van variabele kosten of totale kosten bij één extra eenheid van output.

Oppurtunity cost is vaak onzichtbaar, maar moet wel meegenomen worden. Daarentegen is sunk cost wel zichtbaar en gemaakt dat niet hersteld kan worden. Het is niet voor alternatief gebruik, dus opportunity cost is 0. Hoort niet bij economische kosten en moet volgende beslissingen van het bedrijf niet beïnvloeden.

De totale kosten (TC of C) worden onderverdeeld in fixed cost (FC) en variabel cost (VC). Een sunk cost kan alleen als een fixed cost worden beschouwd bij amortizing, wat inhoudt dat een grote uitgave over een periode van wat jaren wordt verspreid.

zijn kosten die voortkomen uit bijvoorbeeld zelf een gebouw hebben en daar ook kantoren van gebruiken, en bewust de keuze maken om andere bedrijven niet te laten onderhuren.

is een getal waarbij output wordt verhoogd als inputs verhoudingsgewijs worden verhoogd. Increasing -> output wordt meer dan verdubbeld bij verdubbeling van inputs. Constant -> output verdubbelt wanneer

houdt in dat wanneer je de input verhoogt, terwijl andere inputs gelijk blijven, de toegevoegde output op een bepaald punt vermindert.

is de toegevoegde output wanneer arbeid met één eenheid wordt verhoogd. Al gooi je de lijnen in een grafiek, dan geldt: wanneer het marginale product groter is dan de average product, dan stijgt de average product nog steeds.