Item gefilterd op datum: december 2012

is de output per eenheid input (bijvoorbeeld output/arbeid), beschrijft hoeveel output gemiddeld wordt geleverd door een arbeider.

zijn de inputs in het productieproces (arbeid, kapitaal, materialen). De production function is een functie die de hoogste output van een bedrijf weergeeft bij het gebruik van verschillende inputs.

Als bedrijven hun inputs willen variëren, moet er onderscheidt worden gemaakt in short run (periode waarin de kwantiteit van één of meer productiefactoren, fixed input, niet veranderd kunnen worden) en long run (de tijd die nodig is om alle inputs variabel te maken).

is een verklaring voor hoe bedrijven kosten-minimaliserende productiebeslissingen maken en hoe deze kosten variëren met de output.

is belangrijk, omdat we moeten weten hoe we van input naar output gaan.

is een strategie van bedrijven en de overheid om vraag naar een innovatie te verhogen.

is de eerste die een bepaalde innovatie aanschaft en de kansen van de innovatie om uit te groeien tot een succes verhoogt.

komt de innovatie vanuit de consument die een nieuw product (innovatie) nodig heeft, wat dan uiteindelijk ook gemaakt wordt en op de markt wordt gebracht.

is een lineair model om van inventie naar innovatie te gaan, namelijk dat onderzoek leidt tot inventies die worden gevormd tot een product, wat uiteindelijk op de markt komt en gekocht wordt zodat het uiteindelijk een succesvolle innovatie wordt.

is dat mensen iets vinden maar zich uiteindelijk anders gedragen.

is bij positieve network externality waarbij een consument een bepaald goed wil hebben, omdat anderen deze ook hebben. Positieve network externality zorgt voor een grotere elasticiteit van de vraag.

Daarnaast hebben we negatieve network externality, waar je ook het snob effect hebt, wat inhoudt dat de vraag naar een goed hoog is wanneer zo min mogelijk mensen het hebben. Negatieve network extenality zorgt voor een kleinere elasticiteit van de vraag.