Item gefilterd op datum: december 2012

is er een gemeenschappelijk buitentarief: elk land hanteert dezelfde invoerrechten. Op deze manier wordt een douane-unie afgeschermd tegen de ongewenste concurrentie uit derde landen.

bestaat uit een aantal landen dat heeft afgesproken onderling geen handelsbelemmeringen te voeren en ten opzichte van derde landen de eigen handelspolitiek te handhaven.

Het doel van een vrijhandelszone is een onbelemmerd onderling verkeerd van goederen en diensten. Ten opzichte van derde landen, dat wil zeggen landen die niet in de zone zijn opgenomen, blijven de deelnemende landen hun eigen handelspolitiek voeren. Wie goederen in de zone wil invoeren, zal dat doen via het land met de laagste invoerrechten. Binnen de zone is het vervoer immers vrij. Dit probleem wordt wel opgelost met certificaten van oorsprong, die vermelden waar het artikel is gemaakt. Alleen goederen die binnen de zone zijn gefabriceerd, mogen intern vrij verhandeld worden

.

Een grotere markt betekent ook dat de productiefactoren zich gemakkelijker over de landsgrenzen kunnen bewegen. Deze mobiliteit van productiefactoren, die tot nu toe vooral binnen landen bestond, kan een voordeel zijn om regionale overschotten en tekorten weg te werken.

In de economische theorie worden de verschillende vormen van economische samenwerking onderscheiden:

1. Vrijhandelszone
2. Douane-unie
3. Gemeenschappelijke markt
4. Economische unie
5. Economische en monetaire unie

is het streven van landen uiteindelijk één economie te gaan vormen.

Vergroting van de markten als gevolg van de economische integratie is heel belangrijk voor de economische groei. Hoe groter de markten, des te meer kunnen bedrijven profiteren van

is de waarde van de goederen- en dienstenuitvoer in procenten van het nationaal product.

Een economie met relatief hoge invoer- en uitvoerquotes een open economie worden genoemd. De geringe invoer- en uitvoerquotes maken een relatief gesloten economie.

De Europese Unie, de Verenigde Staten en Japan nemen samen verreweg het grootste deel van de internationale handel voor hun rekening.

is de waarde van de goederen- en diensteninvoer in procenten van het nationaal inkomen.

is dat een land zelf in staat is in alle behoeften te voorzien.

We meten de afhankelijkheid van het buitenland met behulp van de invoer- en de uitvoerquote.

zijn heffingen die bij de invoer van de goederen aan de overheid van het importerende land moeten worden betaald.

Tarifair betekent tarief, heffing. Wie een artikel wil invoeren, moet aan de grens een heffing of invoerrecht betalen. Soms moet er een heffing worden betaald bij de uitvoer (uitvoerrecht).

is het ingrijpen door overheden in het internationale goederen- en dienstenverkeer.