Item gefilterd op datum: december 2012

Een zakelijk en tijdelijk recht om het volle genot van andermans onroerend goed te hebben onder de verplichting om aan de eigenaar een jaarlijkse vergoeding te betalen.

Publiekrechtelijke beperking op eigendomsrecht. Vb: plaatsen van elektriciteitsleidingen. Zakenrechterlijke last die op een erf lligt (lijdend erf) ten voordele van een ander erf (heersend erf).

Het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken. Kan men op drie manieren verwerven:

• afgeleide eigendomsverwerving, een partij draagt eigendom over aan andere partij.
• oorspronkelijke eigendomsverwerving, titularis vestigt zelf eigendom, zonder dat zijn rechte, afhankelijk zijn van vroegere eigenaar. (toe-eigening, vinding of natrekking). Toe-eigening = goederen behoren aan niemand toe of worden vrijwillig achtergelaten, wie als eerste de zaak claimt wordt eigenaar. Vinding = men wordt eigenaar van een goed dat men toevallig ontdekt of waarvan de eigenaar niet gekend is. Natrekking = eigenaar heeft recht op al hetgeen de zaak voortbrengt en op alles wat zich met de zaak verenigt.
• rechterlijke toewijzing van eigendom

Kunnen betrekking hebben op welbepaalde goederen

= zakelijke zekerheden

Men wist of moest weten dat de zaak verkregen is van iemand die geen titularis was.

Men heeft oprechte overtuiging eigenaar te zijn.

Feitelijke macht over een zaak van een persoon die als eigenaar optreedt: iemand denkt eigenaar te zijn maar is het niet.

Goederen die uit aard roerend zijn worden beschouwd als OG omdat ze bestemd zijn voor gebruik bij OG.

(= hypotheekcontracten) komen tot stand via een overeenkomst.