Menu

De Berlijnse wereldorde

Doelstellingen status-quo:
 ongewijzigd! Streven naar bevriezing van de bestaande machtsverhoudingen + Concert

van Europa is nog niet verdwenen sinds de Krimoorlog zoals in het handboek beweerd

wordt! Het mechanisme blijft nog hetzelfde als voordien.

Buitenlandse dimensie:

- leidende positie Pruisen/Duitsland verzekeren

- stabiele omgeving voor binnenlandse dimensie

Hoe?: machtsevenwicht

Binnenlandse dimensie: Binnenlandse politieke stabiliteit!

Hoe?:

  • repressie
  • nationalisme: geïnstrumentaliseerd om stabiliteit te verzekeren, a.d. macht te komen & dat ook te blijven (Cavour, Bismarck,…)  instrument v. realpolitik!
  • sociale zekerheid: nieuw accent! In 1881 door Bismarck ingevoerd

Uitholling status-quo: is niet nieuw, maar wel de manier waarop het gebeurt

I.R.: ontstaan nieuwe machtsverhoudingen, zowel binnenlands als internationaal

 I.R. leidt tot nieuwe politieke uitdagers: verzet tegen status-quo (~liberalisme voordien)

Mondialisering: nieuw, maar het idee dat de wereld kleiner wordt is zo oud als de straat
imperialisme (term tegenstanders) a.k.a. mondiale expansie (term voorstanders)
 (intercontinentale) migratiegolven (vb. van Vlaanderen naar Canada en de V.S.)
overstijgen van de natiestaat: men zoekt nieuwe vormen van organisatie voor de

wereldorde, maar niet gebaseerd op de natiestaat

Lees meer...

Transitie 1856-1870: de transformatie v.h. Europese machtsevenwicht

• deze periode betekent de overgang van de Weense naar de Berlijnse Wereldorde.

 betekent volgens HB ook transitie v. Europa naar een mondiale dimensie, maar we

moeten toch opmerken dat er voordien toch ook al een internat. dimensie meespeelde

Frankrijk had zich versterkt (t.n.v. Rusland) en zou een grote rol spelen in de Italiaanse

eenmaking + Pruisen had zich versterkt (t.n.v. Oostenrijk) en zou een grote rol spelen in de

Duitse eenmaking

 beiden willen hun gestegen macht verzilveren in een machtspositie (machts-

maximalisatie) en willen erkenning als grootmacht door de andere grootmachten

De Italiaanse Eenmaking

Italië in 1858: voor een groot deel overheerst door O-H  vrijheidskreet italia fara da se

leiderskandidaten na een eventuele vrijmaking:

- Victor-Emmanuel II, koning v. Piëmonte-Sardinië  wordt verslagen door O-H

- Paus Pius IX: wordt niet meer als legitieme machthebber beschouwd

- Mazzini: wil een republiek, macht voor het volk ( vorsten en paus)

 neemt Rome in, maar de paus roept hulp v.d. Franse Napoleon III in en Mazzini

wordt verslagen

 vrijheidsstrijd mislukt, alle leidersfiguren zijn verslagen, en Italië is er noch liberaler,

noch vrijer op geworden  toch blijft de onafhankelijkheidsgeest aanwezig!

Fase 1: 1858-1860:

Cavour, regeringsleider Piëmonte-Sardinië: is liberaal en Realpoliticus, hij gelooft niet

dat de bevrijding v. Italië zonder hulp van buitenaf mogelijk is ( romantiek van Mazzini)

+ is geen Italiaans nationalist maar wil het liberalisme én de macht van P-S versterken.

 weet handig deel te nemen aan de Krimoorlog om achteraf deel te kunnen nemen

aan de onderhandelingen. Zo creëerde hij een kader om bondgenoten voor de

eenmaking te vinden.

Cavour sluit met Napoleon III het Akkoord van Plombières (jan. 1859)

 P-S zou de oorlog verklaren aan O-H, waarop Frankrijk steun zou bieden. Als P-S

vervolgens overwon, zou men een Noord-Italiaans koninkrijk stichten dat formeel

(symbolisch) onder het gezag van de paus zou staan + Fr. krijgt Nice & Savoy

(Garibaldi zal dit nooit vergeven, aangezien hij zelf in Nice was geboren)

 betekent meer macht voor Fr., dat hierdoor zijn invloedszone zou uitbreiden en een

grote mogendheid zou kunnen worden/blijven!

april 1859: Oorlog met Oostenrijk

 mondt uit in héél bloedig conflict (als reactie v.d. publieke opinie om onschuldigen te

beschermen wordt zelfs het Internationale Rode Kruis opgericht)

Patstelling voor Napoleon III omwille van de onvoorspelbare nasleep:

  • Pruisen allieert zich met O-H zodat de uitkomst onduidelijk blijft

  • In Italië komen vele Mazzini-aanhangers in opstand; Zij maken gebruik van de oorlog om de macht over te nemen en republikeinen aan de macht te helpen.

  • Risico van de paus te onttronen, wat de Franse publieke opinie heel ontevreden zou maken en de binnenlandse macht v. Fr. zou verlagen. De inmenging van Frankrijk zou zo eerder de oorspronkelijke doelstelling (machtsuitbreiding) tegenwerken, dan verwezenlijken.

juli 1859: Vrede van Villafranca: compromis tussen Fr. en O-H:

 Venetië blijft bij O-H en Lombardije is voor Fr., maar die sluist dat mooi door naar

Italië in ruil voor Nice & Savoy. Parma, Modena, Toscane & Romagna komen

eerst samen met het reeds verenigde Piëmonte-Sardinië-Lombardije in een

federatie onder de paus, maar worden na een opstand geannexeerd, zodat het

eerste Italiaanse parlement onder Victor-Emmanuel II wordt opgericht.

 hier komt de rol v. Frankrijk in de Italiaanse eenmaking tot een einde

Fase 2: 1860-1870:

Garibaldi: republikein, pro-onafh. It., & een romantisch dweper zoals Mazzini ( Cavour)
 is van Nice en is kwaad op Cavour omdat hij Nice heeft afgestaan aan Fr.

 sluit zich aan bij een opstand in Palermo en weet met een opmars v.d. Roodhemden

het rijk van de 2 Siciliën te verenigen

 dilemma: ofwel vasthouden aan het principe van de republiek, en zo een strijd

tussen Italianen met een andere visie op de eenheid ontketenen, ofwel kiezen voor

een vreedzame eenmaking, t.n.v. het republikanisme

 kiest 2de en onderwerpt zich aan Victor Emmanuel II

 sommigen in Z-It. voelen zich bekocht omwille v.h. verlaten v.h. republikanisme

Resultaten:
1860: Italië is grotendeels eengemaakt

1861: Italiaans parlement

1866: toevoeging Venetië

1870: toevoeging Rome (bleef van ’48-’70 onder paus, met steun v. Fr. tot val Nap III)

onopgeloste problemen:

- ‘Romeinse kwestie’: paus kan zich niet verzoenen met de nieuwe Italiaanse staat, en

ondersteund door het ultramontanisme (stroming v. al wie dit ook denkt, alle

conservatieve katholieken) wil hij zijn wereldlijke macht terugkrijgen

 grote invloed! Vb.: in België lang geduurd voor It. werd erkend, wegens

ultramontanistische invloed op de publieke opinie.

1929: Akkoorden van Lateranen: Paus verzoent zich met de situatie (<Mussolini)

- Mezzogiorno-probleem: Z-It. Voelde zich dus bekocht omwille v.d. verlating v.h. republikanisme, en het Zuiden geraakt economisch en politiek gemarginaliseerd. Dit zorgt voor spanningen die vandaag de dag nog bestaan (~ verhouding Vl. – Wall.)

De Duitse Eenmaking


• dit is enerzijds een gebeurtenis (~ in It.), maar betekende op lange termijn een transitie van
een bepaalde organisatie van machtsverhoudingen voordien, naar een andere wereldorde
met andere machtsverhoudingen achteraf  hetzelfde mechanisme blijft echter aanwezig:
de verzwakking van de ene zorgt voor de versterking van de andere, die daarop zijn pas

gewonnen macht wil verzilveren in een leidersrol.
Duitsland in 1862: bestaat voorlopig nog slechts

uit een groepering van Duitstalige staatjes van

heel uiteenlopende aard. Zij zijn verenigd in de
Duitse Bond, een instrument van Oostenrijk
om macht & leiderschap uit te oefenen over
deze staatjes.
Pruisen 1815-1862: was van de kleinste van de

grote mogendheden opgeklommen tot een echte

grootmacht. Nu wil zij deze macht uiteraard
verzilveren in een leiderspositie
 mogelijk gemaakt door sterke economische

groei, waardoor men het industriële
Oostenrijk kon ‘inhalen’.

1834: Pruisen richt Zollverein (douane-

unie) met de Duitse staatjes, maar

Oostenrijk wordt buitengesloten
voert een prestigestrijd met Oostenrijk, strijd

om het leiderschap over de Duitse staten

Oostenrijk was verzwakt door de
Krimoorlog, & we zien duidelijk haar

zwakheid t.o.v. de Italiaanse eenmaking.

Pruisen grijpt haar kans

 in Pruisen zelf echter ook binnenlandse

spanningen, want de econ. groei stimuleerde
het liberalisme en bijhorende rebellieën, wat de dynastieke legitimiteit ondermijnde. de

economische elite eist ook politieke inspraak.

Otto von Bismarck: een junker (lage landadel), en geen Duits nationalist, hij wil enkel
Pruisen de leiderspositie in het Duitstalig gebied geven waar het volgens hem recht op

had.  is tevens een Realpoliticus & pragmaticus, en gebruikt het nationalisme zowel:

  • tegen binnenlandse tegenstanders om interne tegenstellingen te overbruggen

  • op internationaal vlak als hefboom ter versterking van Pruisen (~Cavour in It.), door toenadering te zoeken tot de Duitsers en een Duits nationalistisch gevoel te stimuleren

 was ook een briljant tacticus: ontwijkt geen oorlogen indien dat nodig is om zijn doel

te bereiken  2 slogans die hier bij aansluiten:

  • “oorlog is de voorzetting van politiek met andere middelen”

     gevolg van interstatelijk conflict, en nu met gebruik van militaire middelen

  • oorlog is inherent verbonden met het mechanisme van het machtsevenwicht

 wanneer dat machtsevenwicht scheef gaat zal men het weer rechttrekken

 begreep dat de gebeurtenissen van 1848 dat een Duitse eenmaking niet het

resultaat zou zijn van overleg & samenwerking, maar enkel mogelijk was durch eisen

& blut, door diplomatieke chantage & oorlogsgeweld
 maakt van de verzwakking van Oostenrijk (door onafhankelijkheidsstrijd in Italië &

Krimoorlog), Rusland (door Krimoorlog) en Frankrijk (door mislukt “Mexicaanse

avontuur”) gebruik om de macht van Pruisen te vergroten

Fase 1: De Deense kwestie:

 verliep zo onduidelijk, chaotisch & verwarrend dat niemand

echt wist wat er aan de gang was, en dat speelde uiteraard

sterk in de kaarten van Bismarck

aanleiding: de koning van Denemarken was tegelijk hertog
v. Sleeswijk & Holstein, en de vorst tracht deze in 1863 als

provincies in te lijven bij Denemarken

 reactie: Bismarck toont zich als verdediger van de Duitse

natie en holt de Oostenrijkse leidersrol over het Duitse

gebied uit door zelf die rol in te vullen en de oorlog aan
Denemarken te verklaren, in naam van alle Duitsers

doel = Pruisen versterken ten koste v. Oostenrijk; instrument = Duits nationalisme

1864: Pruisisch-Deense oorlog  Pruisen wint

1864: Vrede van Wenen: S & H komen bij de Duitse bond (afgesplitst van DM)
1865: Conventie van Gastein = buitverdeling

Oostenrijk krijgt controle over Holstein

Pruisen krijgt controle over Sleeswijk & Kiel (= belangrijke havenstad in Holstein)

 probleem!: Oostenrijk kan nooit troepen naar Holstein sturen tenzij het door Duits

of Pruisisch grondgebied marcheert…

Fase 2: Oostenrijks-Pruisische oorlog

doelstelling blijft andermaal de uitschakeling v. Oostenrijk als leider v.d. Duitse staten
diplomatieke voorbereiding: moet zorgen dat de andere grootmachten Oostenrijk niet te

hulp snellen, wat enkel kan voorkomen worden als de status-quo behouden blijft

(waarvoor een gelijkwaardige, evenwichtige machtswisseling nodig is)

- Rusland: nog steeds kwaad op Oostenrijk omwille van diens aansluiting bij de tegenstander tijdens de Krimoorlog, dus vormt geen probleem

- Italië: Bismarck belooft de aansluiting van Venetië …

- U.K.: wil status-quo behouden (geen machtig Pruisen), maar heeft enkel een machtig maritiem leger en ontbreekt een sterke landmacht; het zou dus nooit interveniëren tenzij het de steun won van Frankrijk, dat wel een machtig landleger heeft…

okt. 1865: ontmoeting in Biarritz tussen

Bismarck & Napoleon III

 officieus akkoord dat Fr. gebiedsuitbreiding

voor ogen hield, als het neutraal bleef
beiden spelen dubbelspel: Bismarck dacht

later nog wel af te rekenen met Frankrijk +

Nap. III sluit ook akkoord met Oostenrijk, hij

dacht namelijk dat het een lang aanslepende,

uitputtende oorlog zou worden zodat beide

machten zouden verzwakken, en Frankrijk

als sterkste macht zou overblijven …

Provocatie (beter imago als Oostenrijk de oorlog

begint): bezetting Holstein
 oorlog Pruisen VS. Oostenrijk & Duitse Bond

Pruisen wint na 7 weken te Sadowa (07/1866)

08/1866: Vrede van Praag: Pruisen kon veel

eisen maar bespaart Oostenrijk die

vernedering om revanchisme te vermijden

Na Sadowa:
Duitse Bond opgesplitst in:

- Noord-Duitse Bond: sterke federale bondstaat, inclusief Pruisen

- Zuid-Duitse Bond (politiek onafhankelijk, maar opgenomen in een 2de Zollverein & heeft militaire akkoorden met Pruisen)

einde Oostenrijks keizerrijk & oprichting Oostenrijk-Hongarije: het rijk kon de nationaal-

liberale druk niet langer weerstaan met een interne implosie tot gevolg  macht

Oostenrijk daalt enorm, en na WO I zal er nog weinig van overschieten…

einde Oostenrijkse invloed in It., dat Venetië krijgt

Doel = bereikt: Pruisen is nu de leidende Duitse staat, toch zal Bismarck nog niet rusten

want hij weet dat er meer binnen bereik is. Hij wil nu Frankrijk uitschakelen opdat

Pruisen de leidende continentale macht zou worden…

Fase 3: Frans-Pruisische oorlog

doelstelling: aanhechting Zuid-Duitse bond bij Pruisen + rol als leidende continentale

mogendheid overnemen van Frankrijk

middel: oorlog met Frankrijk, want Fr. wou ook meer invloed in de Zuid-Duitse Bond
provocatie: Spaanse troonopvolging: Bismarck steunde Leopold v. Hohenzollern,

waardoor Fr. dacht dat Pruisen een omsingelingspolitiek voerde. Later trekt Pruisen de

steun aan Leopold terug, maar wanneer Fr. eist dat deze ook verklaart voorgoed

afstand te doen van enige aanspraken op de Spaanse troon, leidt de Pruisische

weigering hiervan (in de vorm v.h. bekende ‘Ems bericht’) tot een oorlogsverklaring.

juli 1870: Frans-Pruisische oorlog09/1870: na 4 weken wint Pruisen te Sedan

Na Sedan:

 er komt een einde aan elke Franse ambitie om de Z-Duitse Bond te controleren

Bismarck overtuigt de Z-Duitse Bond dat ze beter bij de N-Duitse Bond zouden
aansluiten, want dat Frankrijk een constante bedreiging vormt  zijn wil geschiede

 intussen is er een interne machtsstrijd in Frankrijk, Napoleon III wordt onttroond en de

‘Troisième République’ verwerpt de Duitse eisen wegens te vernederend (afstand

Elzas-Lotharingen)  jan. 1871: Belegering Parijs
 extra vernedering doordat men het Duitse Reich uitroept in Versailles (jan. 1871)
Vanaf nu is de Pruisische koning ook keizer van Duitsland.
 de Parijse Commune, een lokale opstand tegen de bourgeoisie v.d. 3e Republiek

gericht, brengt nog meer chaos maar wordt onderdrukt door het Franse leger.

 Frankrijk is genoodzaakt te capituleren: Vredesverdrag mei 1871
afstand Elzas-Lotharingen
= grote fout van Bismarck, want dit was

de oorzaak van het latere Franse

revanchisme, wegens te

vernederend…

Duitsland in 1871: eindresultaat:
 door chaos in Frankrijk moet men de

Franse troepen uit Rome terugtrekken,

waarop ook de pauselijke staat aan Italië

wordt toegevoegd.

Oostenrijk niet langer as van Europees

machtsevenwicht
 Beide Duitse Bonden komen samen in het

Zweite Deutsche Reich, dat nu de nieuwe

as van het machtsevenwicht vormt.
‘Wereldorde van Bismarck’

vanaf nu wordt Pruisen ook een

voorvechter van het status-quo (want

Bismarck wist dat de andere machten

niet zouden tolereren als hij nog verder

zou gaan…)

doel = as Fr.-Rusl. verhinderen!

Franse ambities buiten Europa

• het Suezkanaal:

 zowel Fr. als U.K. zijn eerst gereserveerd, want een kortere vaarroute is meer

kwetsbaar & betekent een groter politiek risico (Britten zouden invloed in O-Midd.-Zee

moeten verstevigen + expansiedrang Ru. in dit gebied kunnen beheersen)

 1858: oprichting Internationale Suezmaatschappij (1 v.d. eerste transnationale

vennootschappen)  1/12 Egyptisch bezit, +1/2 Frans, en tegen 1869 eist U.K. ook

haar aandeel op.

• de Mexicaanse Kwestie (“Mexicaans avontuur”)  Napoleon III maakt v.d. Amerikaanse

burgeroorlog gebruik om een Mexicaans keizerrijk op te richten, als Latijns-katholieke
tegenpool van de Angelsaksische protestantse macht in Noord-Amerika.

 lukt in de verwarring van de Amerikaanse burgeroorlog, en de interstatelijke discussies

over het al dan niet te interveniëren  Maximilaan op de troon

 na de oorlog veroordeelt de V.S. dit echter door te verwijzen naar de Monroedoctrine,

en Napoleon trekt zich terug (Maximiliaan wordt gefusilleerd)

 Frankrijk zal dit verlies echter compenseren in Indochina & China (zie verder)

Lees meer...

Uitholling internationaal status-quo

Internationaal status-quo:

Waarom?:

- Machtspositie mogendheden in invloedszone verzekeren

- Stabiele omgeving voor binnenlandse dimensie

Hoe?:

- Concert van Europa: ‘Directorium’

- Machtsevenwicht

• Pruisen was lang de kleinsten onder de grootmachten, maar door de 19e eeuwse

economische groei en de opkomst van Bismarck zal het snel machtiger worden, en haar
plaats onder de grootmachten opeisen.

er bestaat een intrinsieke band tussen machtsevenwicht en oorlog

 oorlog is de voortzetting van politiek, maar met andere middelen (omdat de gewone

politieke middelen niet werken), oorlog is het correctiemechanisme van een

machtsevenwicht dat uit balans is geraakt. (oorlog = normaalste zaak van de wereld)

dilemma: status-quo of internationale positie? Als men de eigen positie tracht te

versterken riskeert men oorlog, wegens verstoring van het status-quo

 wereldordes komen & gaan: transities zijn eigen aan de internationale politiek, en gaan

vaak gepaard met oorlog.

machtsevenwicht = geïnstitutionaliseerd wantrouwen  1848: Palmerston (Eng. min.

B.Z.): We have no eternal allies and we have no eternal enemies. Our interests are

eternal and perpetual, and these interests it is our duty to follow.’

Niet opgeloste problemen Congres van Wenen:

Nationaal-liberale opstanden in Latijns-Amerika

• geen centraal punt in Europees machtsevenwicht!

lokale opstanden vanaf 1811:
 kleine groepen in Latijns-Amerika die in opstand komen tegen de Spaanse overheersing:

- ‘Creolen’: geboren in Lat.-Am., hebben wel economische macht en vormen de ruggengraat van de maatschappij, maar krijgen geen politieke macht

inspiratie: Rousseau & Franse en Amerikaanse Revolutie

doelstelling: bevrijding van buitenlands juk

 opstanden worden steeds sterker, Portugal geeft het snel op, maar in 1821/22 vraagt

Ferdinand VII van Spanje steun aan het Concert van Europa

internationale reacties, wat zijn de belangen van de grootmachten?:

U.K.: tegen interventie: toch ambivalente houding want is anti-interventie wegens wraak-
gevoelens t.o.v. Spanje voor haar steun aan de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd
 heeft anderzijds belang bij stabiliteit v.d. sociaal-economische orde in Lat.-Amerika,

i.f.v. de handel + kansen tot machtsuitbreiding

Rusland is voor interventie: omdat U.K. er tegen is, er is een machtsstrijd met U.K.

Frankrijk is voor interventie: want het had ook al steun geboden aan de Spaanse koning

bij nationaal-liberale opstanden in Spanje zelf.

Pruisen, Oostenrijk niet betrokken

onverwacht: U.S.A.: wil economische & politieke expansie (uitbreiding invloedssfeer

richting Z) en is dus tegen interventie uit eigenbelang

 Men overweegt eerst samen met U.K. expliciet de opstanden te steunen, maar doet

het niet omdat dit het Britse prestige teveel zou deugddoen. Men wil de dankbaarheid

van Latijns-Amerika voor zichzelf en neemt dus een eigen individueel standpunt in

1823: Monroedoctrine: anti-interventionistisch: Amerika vr de Amerikanen & Europa

moet daar niet tussenkomen. Elke actie die hier tegen ingaat wordt beschouwd als

een actie gericht tegen de V.S. + anti-monarchistisch (koning = oorlogsstoker)

verloop opstanden

Standpunten neutraliseren elkaar: geen buitenlandse interventie

Spanje tegen 1824 enkel nog Cuba en Puerto Rico

Spaans imperium desintegreert door regionale dynamiek

regionale dynamiek:

Pogingen tot federatie, die helaas niet slagen

- José de San Martin: Argentinië

- Miranda: dynastiek rijk, unie van alle ex-Spaanse gebieden  Bolivar is tegen

- Bolivar: Groot-Columbia

1e stap naar Pan-Amerikaanse (con)federatie

 Pan-Amerikaans congres te Panama faalt

versplintering:

- aparte onafh. staten, zowel in Latijns- als in Centraal Amerika (Groot-Columbia desintegreert)

- deel naar USA

1845: Texas

1848: Californië

Algemene evaluatie:

‘Tijd van kolonies voorbij’: liberalen (burgerij) hebben een anti-koloniale visie en zijn

voor vrijhandel. Dit is echter slechts een interludium dat tot 1895 duurt

Latijns-Amerika is politiek onafhankelijk, maar economisch afhankelijk:

economische onderschikking aan U.K., en later U.S.A.
 steeds toenemende dependencie + schuldenlast stijgt enorm & snel (actueel!)

 de gewone bevolking merkte trouwens weinig van de onafhankelijkheid, er kwam

enkel een machtswisseling die de creoolse stedelijke aristocratie a.d. macht bracht

Directorium geen rol: eerste indicatie verval Pax Europeana ?

 neen, Pax Europeana blijft gewoon beperkt tot Europa

 slechts tijdelijk en voorwaardelijk, later komt het imperialisme…


‘Oosterse kwestie’: de desintegratie v.h. Ottomaanse rijk

• deze kwestie loopt nog door tot 1914!

Belang: eerste conflict tussen grote mogendheden sinds

het Congres van Wenen (want nu voelen ze zich pas

echt in hun belangen geschaad)

• Ottomaanse rijk heeft 2 bindingspunten: Islam & het leger

 toch vooral sterk gezag in de kerngebieden. De

buitengebieden zijn feitelijk autonoom (onder pasha’s

of onderkoningen)

 in deze periode ook wel de ‘zieke man’ van Europa:

- binnenlandse revoltes  onderdrukt

- rivaliteiten v.d. grootmachten worden daar uitgevochten

- te zwak om weerstand te bieden omwille van imperial overstretch

- hoofdrolspelers: U.K. en Rusland (tweespalt tussen beide)

belangen grootmachten:

- Rusland: verzwakking van het Ottomaanse Rijk

vrije toegang tot Middellandse zee via zee-engten

territoriale ambities: Donau, Balkan

- Groot-Brittannië: behoud van het Ottomaanse Rijk

landroutes naar India

vrees versterking Rusland (machtsevenwicht stabiel houden!)

 U.K.-regering Palmerston voert een politiek van wisselende coalities afhankelijk

van de eigen belangen, en zal zich dus wisselend voor of tegen het Ottomaanse

rijk opstellen.

- Oostenrijk: Behoud van het Ottomaanse Rijk in functie van status-quo

- Frankrijk: eigen versterking + meer invloed

opportunisme: speelt in op evoluties zoals dat het eigenbelang dient

Fase 1: Griekse onafhankelijkheidsstrijd (1815-1829)

 vanaf 1811: opstanden die steeds onderdrukt worden. De rebellen worden echter

steeds sterker & nationalistische gevoelens komen steeds sterker op de voorgrond

U.K. gaat de Griekse guerrilla tegen het Ottomaanse Rijk (inclusief Egyptische leger)

steunen, onder invloed van de Filheleense comités[1]. Doordat de Britse publieke

opinie zo sterk pro-Griekse onafhankelijkheid was heeft U.K. de Griekse vrijheids-

strijd toch gesteund, en zo uiteindelijk iets in gang gezet dat het net wou vermijden…

 ook Rusland steunt de rebellen, en er breekt een ware competitie tussen Ru. & U.K.
uit. U.K. blijkt echter sterker en kan meer steun bieden waardoor de Grieken in 1825

uiteindelijk de troon aan U.K. aanbieden (wiens eerste kandidaat Leopold I was …)

Rusland eist autonomie voor Walachije, Moldavië & Servië, en de sultan geeft toe
 reactie U.K.: 1827: Verdrag v. Londen, waarbij er een wapenstilstand tussen

Grieken & Turken komt, & de Griekse onafhankelijkheid wordt erkend door de sultan.

 Metternich begint echter te stoken zodat de sultan terugkrabbelt  opnieuw strijd

1827: Slag bij Navarino: U.K. wint, maar toch catastrofe voor U.K. doordat de
Russische expansiepolitiek in de Balkan aangemoedigd wordt

1828: Rusland verklaart oorlog aan Turkije, wat zorgt voor een crisis tussen Rusland

en U.K., maar na Franse bemiddeling komt er in 1829 het Akkoord van Adrianopel

1829: Akkoord van Adrianopel:

 verdeling en erkenning invloedszones:

  • U.K.: U.K. & Fr. krijgen vrije hand in Griekenland (onafh. in 1830)
  • Rusland: autonomie v. Servië, Walachije & Moldavië binnen Ottomaanse Rijk, onder bescherming Rusland + vrije doorvaart zee-engten voor handelsvloot

Aanpassing machtsevenwicht (=geïnstitutionaliseerd wantrouwen):

  • erkenning Russische invloed in de Balkan
  • Griekenland in Britse invloedszone
  • wantrouwen aangewakkerd tssn U.K. & Ru., malaise binnen grote alliantie ↑

Fase 2: Egyptisch-Turkse oorlog

Mehmet Ali wil de Egyptische macht uitbreiden:

- Soedan, Kreta

- 1832: rukt op naar Syrië/Palestina

U.K./Fr. bemiddelen en voorkomen verdere desintegratie v.h. Ottomaanse Rijk

1833: Syrië gaat naar Egypte

 reactie: 1833: Russisch-Turks Verdrag van Unkiarskelessi

Ottomaanse Rijk (of wat er nog van overschiet) wordt een Russisch protectoraat, en

in ruil wil Rusland ook vrije doorgang voor z’n militaire vloot door de zee-engten.

 in reactie hierop gaat U.K. ook toenadering zoeken tot de Turken

 Turken wanen zich machtig wegens sterke bondgenoten, starten een nieuwe

Egyptisch-Turkse oorlog, en trachten Syrië te heroveren  verliezen + sultan sterft

weer groot gevaar voor desintegratie Ottomaanse Rijk!

tegenstellingen tussen de grootmachten blijven omwille v. tegengestelde belangen:

- Fr. steunt Mehmet Ali, in de hoop de eigen invloed te vergroten ( Britten)

- Rusland ziet nieuwe kans om doortocht door zee-engten te krijgen

- U.K.: wil behoud van het Ottomaanse Rijk & steunt de Turken

- Oostenrijk & Pruisen: behoud status quo (vermijden overmacht Fr., Ru., U.K.)

maar uiteindelijk sluit men in 1841 de Conventie v.d. Zee-engten af:

- Egypte krijgt een erfelijke dynastie, maar verliest Syrië

- Zee-engten krijgen een neutraal statuut onder toezicht v.h. Ottomaanse Rijk

resultaat:

Rusland ontevreden want hun militaire toegang tot de Middellandse Zee is nu

volledig geblokkeerd wegens dat neutraal statuut.

band Frankrijk – U.K. verbroken, want Frankrijk had Egypte gesteund.

Fase 3: Krimoorlog (1854-1856)

Rusland doet een nieuwe poging om een doortocht te creëren, want denkt dat U.K. en

Fr. nu zwak staan omdat hun band verbroken is  legitimatie: willen religieus

protectoraat over alle orthodoxe christenen in het Ottomaanse Rijk (dwingt de Turken

feitelijk tot een alliantie)

bezet Moldavië & Walachije als onderpand voor de doorgang door de zee-engten

misrekening want U.K. & Frankrijk herstellen hun alliantie + oefenen druk uit op

Oostenrijk en krijgen steun v. Italië  oorlogsultimatum, eis tot afzien v. protectoraat

 Britse vloot vaart naar de Zwarte Zee en gaat de Krim bestoken, Britse/Franse/It.

troepen vallen binnen.  Rusland trekt zich terug (groot teken van zwakheid!),

waarop Oostenrijk de Donauprovincies bezet.

Krimoorlog eindigt met een nederlaag voor Rusland

1856: Verdrag van Parijs  vooral voordelig voor U.K., Rusland is de grote verliezer
Zwarte Zee neutraal (koude douche voor Ru.: verhindert expansie in O-Midd.-Zee)

territoriale integriteit van het Ottomaanse Rijk wordt zo goed als hersteld:

  • Ottomaanse soevereiniteit
  • Internationale garantie

  • Donaumonding (van strategisch belang!) bij Moldavië

het Ottomaanse Rijk wordt dus de facto een westers protectoraat

 De Italiaanse steun zou Cavour later helpen bij de Italiaanse eenmaking

resultaat: Aanpassing machtsevenwicht:

- verzwakking van Oostenrijk (t.v.v. Pruisen) en Rusland (t.v.v. Frankrijk)

- versterking van Frankrijk (t.n.v. Rusland) en Pruisen (t.n.v. Oostenrijk)

 volgens het handboek betekent dit het einde v.h. mechanisme dat reeds sinds 1815
de stabiliteit in Europa waarborgt, het Concert van Europa  is niet zo! Enkel het

machtsevenwicht wordt aangepast, maar het mechanisme blijft (minstens tot WO I)

 einde Weense Wereldorde + transitieperiode richting Berlijnse Wereldorde zet zich in

• opmerking: oorlog is de voortzetting van politiek, maar dan met andere middelen!


[1] De filheleense comités verheerlijkten de klassieke cultuur + vormden ook een dekmantel om liberale vrijheidsideeën te verdedigen die in eigen land verboden waren. Dit zijn ook de eerste soort NGO’s. NGO’s zijn dus niet nieuw maar bestaan al in het begin v.d. 19de eeuw (o.a. Lord Byron is lid v.d. filheleense comités)

Lees meer...

Uitholling binnenlands status-quo

Het liberalisme: eerste verzetsgolf tegen de restauratie van het Ancien Régime
is een subversieve beweging, met veel kenmerken die we nu vinden in het Djihad-
terrorisme  geen internationale structuur, maar bestaat uit lokale groepen met

gemeenschappelijke kenmerken, met een gemeenschappelijke kern.

gelijke sociologische achtergrond: Zakenwereld, met veel econ. macht (dankzij de

industriële rev.), maar geen politieke  ontevreden want wil delen in politieke macht

gezamenlijke filosofie en ideeëngoed:

- individu centraal: de “burger” moet inspraak krijgen

- wantrouwen tegenover (dynastieke) staat: de rol van de staat blijft zo klein mogelijk

- vrijhandel i.p.v. mercantilisme: vrije export & geen handelsbelemmeringen v.d. industriële activiteit ( mercantilisme gebruikt economie voor pol. doeleinden)

 als de hele international politiek op vrijhandel zou gebaseerd zijn, heeft de vorst

geen geld om oorlog te voeren of om kolonies te veroveren…

- geen democraten: enkel stemrecht voor bezittenden, niet voor bezitslozen

- liberalisme  patriottisme  patriottisme wil de macht voor het volk, en doet voor het hele land, wat liberalisme voor het individu doet. Het zijn dus twee keerzijden van dezelfde medaille (subversieve beweging!)  nationaal-liberale bewegingen gebruiken het patriottisme als middel om liberalisme te internationaliseren,
& het buitenlandse juk af te werpen  dus wel een nauwe ban

Eerste golf: de jaren 20

Vorm:

Revoltes door geheime genootschappen  ontstaan tegelijk in ≠ landen

Reactie Concert van Europa: ‘Toetsingsconferenties’:
 afspraken over het te hulp komen van een bedreigde natie. Vb.: Oostenrijk slaat eerst

met het eigen leger interne revoltes neerslaan, & roept pas hulp in wanneer dat niet lukt.

- Aken (1818): Fr. leeft het Verdrag van Parijs goed na, zodat de bezettingstroepen teruggetrokken worden, en Frankrijk wordt nu ook opgenomen in de Viervoudige Alliantie (wat er ook voor zou zorgen dat de revoltes meer ontmoedigd werden)

- Karlsbad (Karlovy-Vary), augustus 1819: enkel de Duitse Bond is aanwezig
 besluit tot tegenactie tegen de Deutsche Burschenschaften (die opstanden

aanwakkeren). De D.B. en andere nationaal-liberale verenigingen worden

verboden + Metternich krijgt toestemming om in de Duitse Bond in te grijpen

- Troppau, oktober-december 1820: bespreking acties tegen de geheime liberaal-nationalistische genootschappen in vorstendommen Napels-Sicilië & Piëmonte (de Carbonari)  Britten geven echter geen steun meer aan militaire interventies in interne staatsaangelegenheden, doen niet mee en nemen afstand van het Concert v. Europa als repressie-apparaat  vanaf nu kloof tussen Vijfvoudige & Heilige Alliantie

- Laybach (Ljubljana), januari 1821: de Heilige Alliantie neemt steeds verregaandere maatregelen, Metternich speelt hier een centrale rol in.  kloof met U.K. groeit

- Verona, oktober-december 1822: de Spaanse koning vraagt steun tegen Spaanse nationaal-liberale opstanden, en Frankrijk krijgt de toestemming die te onderdrukken (instabiliteit zou immers de restauratie in Fr. kunnen tegenwerken). U.K. is nogmaals tegen, zodat de kloof blijft groeien. Hierna zal Fr. echter de Britse houding overnemen en enkel ingrijpen als het algemeen machtsevenwicht verstoord wordt.

Resultaat:

einde Concert van Europa als repressie-instrument liberale opstanden. Vanaf nu

gaat het meer om een aantal stilzwijgend aanvaarde regels & afspraken tussen de grote
mogendheden, om een nieuwe grote Europese oorlog te vermijden.

De tweede golf: 1830-1848: De dijkbreuk van 1830

• naast revoltes komt men hier ook in de problemen
inzake internationaal evenwicht…

• aanleiding: Julirevolutie in Parijs, waarbij de absolute

Lodewijk XVIII opzijgeschoven wordt voor de

burgerkoning Louis Philippe.

 heeft een sneeuwbaleffect: Tweede golf.

Vorm: nationaal-liberale revoluties (gebruik
patriottisme i.f.v. liberalisme) in Polen, Z-Ned.,

Duitse staten, Italië, Griekenland

Reactie Concert van Europa:
‘Toetsingsconferentie’ Londen (1830)

Belgische Revolutie slaagt doordat de Russische

troepen die gemobiliseerd zijn om de Belgische

Revolutie te onderdrukken, worden opgehouden door de onafhankelijkheidsstrijd in

Polen + doordat in U.K. net de liberale regering Palmerston aan de macht komt

 men tracht de dynastieke legitimiteit te herstellen door de zoon van Willem in België

tot vorst te maken, maar België blijft koppig en het wordt Leopold I (die het zich

achteraf beklaagde dat hij niet voor Griekenland had gekozen)
 uiteindelijk erkend onder bep. voorwaarden (o.a. neutraliteit), en vastgelegd in het

Traktaat van de XVIII Artikelen. Willem I tracht er nog iets aan te veranderen in een

tiendaagse veldtocht, maar zal uiteindelijk in 1839 de regeling moeten aanvaarden

opstanden in Polen, de Duitse staten en in Italië worden onderdrukt.
 Italië: de Carbonari waren fout bezig want ze bleven steeds in een minderheids-

positie. Dit zou veranderen eens de It. nationalisten doorhadden dat ze de liberale

ideeën aan een nationaal gevoel moesten koppelen, om de grote massa achter zich

te krijgen.

Resultaten: Onafhankelijk Griekenland en België

De derde golf:De revoluties van 1848

Vorm: Nat.-liberale opstanden + democratische

eisen tegen het liberalisme, het liberalisme wordt

als hypocriet beschouwd en men wil dezelfde

rechten voor iedereen! (vooral in Parijs)
• inspiratiebron: de februarirevolutie in Parijs en

oprichting van de Tweede Franse Republiek doet

een derde revolutiegolf ontstaan

Verloop:

Frankrijk: radicalisering v.d. liberale opstand,

maar wordt onderdrukt door Franse leger zelf

(in naam v.h. liberalisme het volk onder-
drukken… ironisch)  als het liberalisme

bedreigd wordt gaat men ook onderdrukken

Oostenrijk: begin van het einde van het keizerrijk, Metternich vlucht naar België. Een

Hongaarse afscheidingsbeweging wordt onderdrukt en de rust wordt hersteld

Duitse staten: oprichting ‘Vorparlement’, een nieuwe incarnatie van de macht over heel

Duitsland  faalt, Pruisen (Bismarck) grijpt in en het Vorparlement wordt ontbonden

Italië: Cavour mist nog de “realpolitik” om echt iets te kunnen forceren…

 Zwitserland: Sonderbund-oorlog: de Sonderbund, die de Zwitserse Bond in liberale zin

wil hervormen, lijdt een nederlaag, en de macht wordt hersteld  omvorming tot

bondsstaat in meer liberale zin

Resultaat: einde liberalisme als subversieve beweging

 het liberalisme wordt geïnstitutionaliseerd, waar het aan de macht komt wordt het

behoudsgezind en een verdediger van het status-quo

nieuwe uitdagers: democratische beweging & socialistische beweging, radicale liberalen

 einde nauwe band liberalisme – patriottisme / nationalisme  Realpolitik.

 patriottisme/nationalisme enkel gebruikt ter legitimering (als ‘sausje’), om de massa

mee te krijgen in de politiek van revolutie & liberalisering.  nu verlaten, want niet

langer nodig. Enkel belangen spelen nu de rol, men voert Realpolitik.

Lees meer...

Uitholling binnenlands status-quo

Het liberalisme: eerste verzetsgolf tegen de restauratie van het Ancien Régime
is een subversieve beweging, met veel kenmerken die we nu vinden in het Djihad-
terrorisme  geen internationale structuur, maar bestaat uit lokale groepen met

gemeenschappelijke kenmerken, met een gemeenschappelijke kern.

gelijke sociologische achtergrond: Zakenwereld, met veel econ. macht (dankzij de

industriële rev.), maar geen politieke  ontevreden want wil delen in politieke macht

gezamenlijke filosofie en ideeëngoed:

- individu centraal: de “burger” moet inspraak krijgen

- wantrouwen tegenover (dynastieke) staat: de rol van de staat blijft zo klein mogelijk

- vrijhandel i.p.v. mercantilisme: vrije export & geen handelsbelemmeringen v.d. industriële activiteit ( mercantilisme gebruikt economie voor pol. doeleinden)

 als de hele international politiek op vrijhandel zou gebaseerd zijn, heeft de vorst

geen geld om oorlog te voeren of om kolonies te veroveren…

- geen democraten: enkel stemrecht voor bezittenden, niet voor bezitslozen

- liberalisme  patriottisme  patriottisme wil de macht voor het volk, en doet voor het hele land, wat liberalisme voor het individu doet. Het zijn dus twee keerzijden van dezelfde medaille (subversieve beweging!)  nationaal-liberale bewegingen gebruiken het patriottisme als middel om liberalisme te internationaliseren,
& het buitenlandse juk af te werpen  dus wel een nauwe ban

Eerste golf: de jaren 20

Vorm:

Revoltes door geheime genootschappen  ontstaan tegelijk in ≠ landen

Reactie Concert van Europa: ‘Toetsingsconferenties’:
 afspraken over het te hulp komen van een bedreigde natie. Vb.: Oostenrijk slaat eerst

met het eigen leger interne revoltes neerslaan, & roept pas hulp in wanneer dat niet lukt.

- Aken (1818): Fr. leeft het Verdrag van Parijs goed na, zodat de bezettingstroepen teruggetrokken worden, en Frankrijk wordt nu ook opgenomen in de Viervoudige Alliantie (wat er ook voor zou zorgen dat de revoltes meer ontmoedigd werden)

- Karlsbad (Karlovy-Vary), augustus 1819: enkel de Duitse Bond is aanwezig
 besluit tot tegenactie tegen de Deutsche Burschenschaften (die opstanden

aanwakkeren). De D.B. en andere nationaal-liberale verenigingen worden

verboden + Metternich krijgt toestemming om in de Duitse Bond in te grijpen

- Troppau, oktober-december 1820: bespreking acties tegen de geheime liberaal-nationalistische genootschappen in vorstendommen Napels-Sicilië & Piëmonte (de Carbonari)  Britten geven echter geen steun meer aan militaire interventies in interne staatsaangelegenheden, doen niet mee en nemen afstand van het Concert v. Europa als repressie-apparaat  vanaf nu kloof tussen Vijfvoudige & Heilige Alliantie

- Laybach (Ljubljana), januari 1821: de Heilige Alliantie neemt steeds verregaandere maatregelen, Metternich speelt hier een centrale rol in.  kloof met U.K. groeit

- Verona, oktober-december 1822: de Spaanse koning vraagt steun tegen Spaanse nationaal-liberale opstanden, en Frankrijk krijgt de toestemming die te onderdrukken (instabiliteit zou immers de restauratie in Fr. kunnen tegenwerken). U.K. is nogmaals tegen, zodat de kloof blijft groeien. Hierna zal Fr. echter de Britse houding overnemen en enkel ingrijpen als het algemeen machtsevenwicht verstoord wordt.

Resultaat:

einde Concert van Europa als repressie-instrument liberale opstanden. Vanaf nu

gaat het meer om een aantal stilzwijgend aanvaarde regels & afspraken tussen de grote
mogendheden, om een nieuwe grote Europese oorlog te vermijden.

De tweede golf: 1830-1848: De dijkbreuk van 1830

• naast revoltes komt men hier ook in de problemen
inzake internationaal evenwicht…

• aanleiding: Julirevolutie in Parijs, waarbij de absolute

Lodewijk XVIII opzijgeschoven wordt voor de

burgerkoning Louis Philippe.

 heeft een sneeuwbaleffect: Tweede golf.

Vorm: nationaal-liberale revoluties (gebruik
patriottisme i.f.v. liberalisme) in Polen, Z-Ned.,

Duitse staten, Italië, Griekenland

Reactie Concert van Europa:
‘Toetsingsconferentie’ Londen (1830)

Belgische Revolutie slaagt doordat de Russische

troepen die gemobiliseerd zijn om de Belgische

Revolutie te onderdrukken, worden opgehouden door de onafhankelijkheidsstrijd in

Polen + doordat in U.K. net de liberale regering Palmerston aan de macht komt

 men tracht de dynastieke legitimiteit te herstellen door de zoon van Willem in België

tot vorst te maken, maar België blijft koppig en het wordt Leopold I (die het zich

achteraf beklaagde dat hij niet voor Griekenland had gekozen)
 uiteindelijk erkend onder bep. voorwaarden (o.a. neutraliteit), en vastgelegd in het

Traktaat van de XVIII Artikelen. Willem I tracht er nog iets aan te veranderen in een

tiendaagse veldtocht, maar zal uiteindelijk in 1839 de regeling moeten aanvaarden

opstanden in Polen, de Duitse staten en in Italië worden onderdrukt.
 Italië: de Carbonari waren fout bezig want ze bleven steeds in een minderheids-

positie. Dit zou veranderen eens de It. nationalisten doorhadden dat ze de liberale

ideeën aan een nationaal gevoel moesten koppelen, om de grote massa achter zich

te krijgen.

Resultaten: Onafhankelijk Griekenland en België

De derde golf:De revoluties van 1848

Vorm: Nat.-liberale opstanden + democratische

eisen tegen het liberalisme, het liberalisme wordt

als hypocriet beschouwd en men wil dezelfde

rechten voor iedereen! (vooral in Parijs)
• inspiratiebron: de februarirevolutie in Parijs en

oprichting van de Tweede Franse Republiek doet

een derde revolutiegolf ontstaan

Verloop:

Frankrijk: radicalisering v.d. liberale opstand,

maar wordt onderdrukt door Franse leger zelf

(in naam v.h. liberalisme het volk onder-
drukken… ironisch)  als het liberalisme

bedreigd wordt gaat men ook onderdrukken

Oostenrijk: begin van het einde van het keizerrijk, Metternich vlucht naar België. Een

Hongaarse afscheidingsbeweging wordt onderdrukt en de rust wordt hersteld

Duitse staten: oprichting ‘Vorparlement’, een nieuwe incarnatie van de macht over heel

Duitsland  faalt, Pruisen (Bismarck) grijpt in en het Vorparlement wordt ontbonden

Italië: Cavour mist nog de “realpolitik” om echt iets te kunnen forceren…

 Zwitserland: Sonderbund-oorlog: de Sonderbund, die de Zwitserse Bond in liberale zin

wil hervormen, lijdt een nederlaag, en de macht wordt hersteld  omvorming tot

bondsstaat in meer liberale zin

Resultaat: einde liberalisme als subversieve beweging

 het liberalisme wordt geïnstitutionaliseerd, waar het aan de macht komt wordt het

behoudsgezind en een verdediger van het status-quo

nieuwe uitdagers: democratische beweging & socialistische beweging, radicale liberalen

 einde nauwe band liberalisme – patriottisme / nationalisme  Realpolitik.

 patriottisme/nationalisme enkel gebruikt ter legitimering (als ‘sausje’), om de massa

mee te krijgen in de politiek van revolutie & liberalisering.  nu verlaten, want niet

langer nodig. Enkel belangen spelen nu de rol, men voert Realpolitik.

Lees meer...

De Weense wereldorde

Doelstellingen status-quo: elke wereldorde kent de volgende tweedeling:

- Buitenlandse dimensie:

Machtspositie mogendheden in invloedssfeer verzekeren:wie baas is wil het blijven

Stabiele omgeving om de binnenlandse dimensie te verzekeren

- Binnenlandse dimensieHerstel dynastieke legitimiteit : restauratie Ancien Régime

• steunt op het Metternich-systeem: efficiënte samenwerking tussen de ‘legitieme’ gezags-

dragers in Europa, waarmee men de uitholling v.h. status quo tracht tegen te gaan

Lees meer...

De wereld in 1815

Congres van Wenen, 1815

In het teken van de erfenis van de Franse Revolutie:

1789: Populaire soevereiniteit = bron van alle wettelijke macht, symbolisering v.d. macht

 voor 1789: de absolute monarch die de macht uit Gods handen heeft verkregen

 vorst kan nu enkel regeren met instemming v.h. volk, met als belangrijk gevolg dat

vorsten onderling geen afspraken meer kunnen maken

 we krijgen dus een botsing met de dynastieke wereld, en het duurde enkele jaren

voor men zich buiten Frankrijk zorgen begonnen maken. De koninklijke legitimiteit

begon ook in andere landen achteruit te bollen…

 vanaf 1792 gaan Franse revolutionairen hun ideeën exporteren, in naam v.h. idee

dat Frankrijk bedreigd zou worden als haar principes elders geen ingang vonden.

 regelmatig militair conflict, zodat dienstplicht noodzakelijk wordt (groot landleger!)

1799: Napoleontische expansie

 op binnenlands vlak een verlicht despoot, op buitenlands vlak expansionistisch

 doelstellingen: Frankrijk de leidende staat van Europa maken + de bestaande sociale

orde omvormen naar een orde met populaire soevereiniteit  oorlog met rest Europa

 tegen 1813 is de Europese kaart volledig hertekend, maar vanaf dan (veldtocht tegen

Rusland) gaat het fout  Imperial overstretch en de expansie gaat de Franse

capaciteiten & economische basis te boven. Hij heeft de eigen legitimiteit uitgehold…

 1814: einde napoleontische rijk, begin restauratie.

Resultaten:

- Verbreking Europees machtsevenwicht

- Bedreiging machtspositie vorsten

• het Congres van Wenen moest stabiliteit creëren en de machten die Napoleon hadden
verslagen maken onderlinge afspraken over de postrevolutionaire situatie in Europa
 doelstelling: Restauratie en poging tot terugkeer naar het pre-revolutionaire tijdperk:

- Binnenlands: Herstel van dynastieke legitimiteit, restauratie Ancien Régime.

- Buitenlands

- : Herstel van het machtsevenwicht, zoals vóór Napoleon

 doelstellingen m.b.t. het herstelde machtsevenwicht komen echter niet overeen:

- Rusland:

 wil continentale suprematie (Polen, Dardanellen en de zee-engten)

Versterking Pruisen (opdat de macht van Oostenrijk zou verminderen)

- Groot-Brittannië: streeft naar Europees machtsevenwicht zodat U.K. door niemand bedreigd kan worden en wil dus ook een Russische suprematie vermijden (liever vele kleine machten, dan enkele grote)

 Versterking Pruisen, Oostenrijk, Verenigde Provinciën (als buffer tegen Fr.)

 cordon sanitaire rond Frankrijk, waardoor U.K. in staat is een uniek
wereldimperium uit de bouwen (mede door I.R.)

- Pruisen: uitbreiding grondgebied

- Oostenrijk: Status-quo en stabiele wereldorde, want elke verschuiving v.h. machtsevenwicht is een bedreiging voor de eigen positie.
tegen sterk Rusland of sterk Pruisen

 U.K. & Oostenrijk zullen in 1815 ook een geheim akkoord sluiten, gericht tegen

Pruisische/Russische ambities. U.K. wou namelijk een onafhankelijke sterke Poolse

staat (als buffer), maar Rusland slaagde erin om dit tegen te werken, ondersteund

door Pruisen. Rusland wou in ruil voor haar bijdrage in de strijd tegen Napoleon

expansie in Z- & W-richting… (t.n.v. respectievelijk Polen & Ottomaanse Rijk)

 architect Congres van Wenen: kanselier Metternich

Herstel legitimiteit ging vrij gemakkelijk, er zijn nog tegemoetkomingen

- Bourbondynastie onder Lodewijk XVIII weer aan de macht in Frankrijk

- Geen revanchisme: de overwinnaars stellen geen zware eisen

Herstel van het machtsevenwicht: veel moeilijker, weinig tegemoetkomingen
 er is geen nieuwe visie op het machtsevenwicht, maar er gebeuren wel pragmatische

(territoriale) herschikkingen

Cordon sanitaire tegen Frankrijk:
 V.P. als buffer (N-Nederlanden worden uitgebreid met België & Lux.)
 reorganisatie Duitse staten in een geheel van kleine staatjes + uitbreiding Pruisen

(ook tegen Rusland gericht)  later gereduceerd tot 39 staatjes en verenigd in de

Duitse bond, een confederatie o.l.v. Oostenrijk (versterking macht Oostenrijk!)

 herstel van een onafhankelijk Zwitserland

 oprichting van Piëmonte-Sardinië (= zuidelijk sluitstuk Cordon Sanitaire)

Concert van Europa: (incl. Fr.!) de grootmachten zouden regelmatig samenkomen, in
het bijzonder als één van de twee dimensies (machtsevenwicht & legitimiteit) in het

gedrang zou komen (vb. bij dreigende onafhankelijkheid van België)

 te beschouwen als voorloper van de Volkenbond & VN, en is de eerste min of

meer concrete afspraak in die aard.

 grootmachten besluiten elkaars invloed te erkennen  spelregels afgesproken

Heilige alliantie: Rusl., Oostenr., Pruisen, = alliantie v.d. 3 Oost-mogendheden

= in functie v.h. herstel van de goddelijke legitimiteit, ondergetekenden beloven de

Christelijke principes van liefdadigheid en vrede te handhaven.
= element of moral restraint into the relationship of the great powers
 vormt de belichaming van het binnenlandse aspect v.h. C.v.W.: legitimering
 is vrij vaag geformuleerd, en lijkt eerder een intentieverklaring dan een voor

uitvoering vatbaar diplomatisch akkoord.

 Eng. haakt af omdat het teveel naar het absolutisme zou neigen, het zou ook

een instrument zijn om liberalisme en vooruitgang af te remmen.
Viervoudige Alliantie: Rusland, Oostenrijk, Pruisen, U.K.

= bedoeld om machtsevenwicht te herstellen indien nodig, en om de naleving v.h.

Verdrag van Parijs door Frankrijk te verzekeren
 vormt de belichaming v. het buitenlandse aspect v.h. C.v.W.: machtsevenwicht
 1818: Frankrijk ook opgenomen: Vijfvoudige alliantie
 belang? volgens sommigen van groot belang, als de voorloper v.d. Volkenbond

en de V.N. (had men ook zulke afspraken gemaakt na WO I was er misschien

nooit een WO II gekomen  volgens anderen minder belangrijk, omdat men

enkel effectief samenkwam als er zich problemen stelden)

 beide allianties zijn instrumenten van samenwerking tegen bedreigingen…

Algemene beschouwingen:

Na oorlog: overwinnaars op zoek naar stabiele wereldorde

Invloedszones: elk heeft het recht te doen wat hij wil in de eigen zone

Legitimiteit: want macht is pas duurzaam als die erkent wordt

 2 botsende claims: populaire vs dynastieke legitimiteit

- Pragmatische restauratie

 niet alle verwezenlijkingen van Napoleon worden zomaar teruggeschroefd, men draait

enkel de zaken terug die belangrijk zijn ter herstelling van de status-quo

Schoolvoorbeeld van band tussen binnen- en buitenlandse politiek
 toont duidelijk de permanente beïnvloeding van het ene land door het andere

vanaf nu spreken we van de Weense Wereldorde (= wereldorde van Metternich)
Lees meer...

de archieven in het buitenland

Nederland

  • Het nationaal archief in Den Haag
  • de rijksarchieven in de provincie

Frankrijk

  • Archives Nationales
  • Archives Départementales

Spanje

  • het archivo historico nacional (Madrid)
  • het archivo general de indias (Sevilla) à over de Spaanse kolonie
  • het archivo general de Simancas (nabij Vallaolid)
  • archivo de la noblezo à adellijke archieven

Oostenrijk

  • Haus-, Hof- und Staatsarchiv (Wenen)

Italië

  • het archivo centrale della stato
  • archivio segreto vaticano

bibliotheken

België

  • koninklijke bibliotheek Albertina te Brussel
  • Gentse universiteitsbibliotheek

Frankrijk

  • Bibliothèque nationale van Parijs
    • gaat terug op de Bibliothèque du Roi van Charles V
Lees meer...

de belangrijkste archiefdepots in België

de rijksarchieven van België

  • toezicht uitoefenen op de goede bewaring van de archieven die door een overheid werden tot stand gebracht en beheerd
  • verwerven en bewaren van archieven van minstens 30 jaar oud van hoven, rechtbanen, openbare besturen, …
  • beschikbaar stellen van deze archiefbescheiden aan de overheid
  • toegankelijk maken van de immense hoeveelheid nauwelijks ontsloten archief
  • een kenniscentrum zijn
  • coördineren van het archiefbeleid op nationaal niveau en streven naar samenwerking in internationaal verband

het algemeen rijksarchief en het rijksarchief van Anderlecht

het algemeen rijksarchief

  • archieven van de centrale instellingen van Bourgondiërs en Habsburgers en van sommige van Frankrijk en die van België
  • onder sterk impuls van Garchard (naam zie ook repertoria)
  • handige hulpmiddelen
    • centraal: bibliografie van Aerts, bibliografie van Van Heesvelde
    • gewestelijk/lokaal:
      • Prevenier en Augustijn: Vlaanderen
      • Van Uytven, Bruneel, Coppens en Augustijn: Brabant
  • bronnen van de collaterale raden, de audiëntie, secretarie van state en oorlog, grote raad van Mechelen, de raad van beroerten, van de rekenkamers en de jointe voor bersturen en subsidiezaken
  • handschriftenverzameling

het rijksarchief in Anderlecht

  • splitsing provincie Brabant: 3 nieuwe archieven
    • Anderlecht (Brussel)
    • Louvain la Neuve (Wallonië)
    • Leuven (Vlaanderen
  • Archief van de raad van Brabant, de staten van Brabant, kerkelijke archieven, schepengriffies, notariaatsarchieven

het archief van het koninklijk paleis

de rijksarchieven in het Vlaams Gewest

ressorten

Antwerpen, Beveren, Brugge, Kortrijk, Gent, Hasselt en Leuven

archivalia inde rijksarchieven van Gent, Brugge en Leuven

  • publiekrechtelijke instellingen (bv. kasselrij)
  • kerkelijke archieven

de rijksarchieven in Wallonië en de Duitstalige Gemeenschap

andere archiefbewaarplaatsen in België

stads- en ocmw-archieven

  • stadsarchief van Antwerpen
    • schepenregisters: vrijwillige rechtspraak
    • de tresorij: de financiën
    • insolvente boedelkamer: failliete bedrijven
    • processen van de vierschaar
    • bestand weeskamer
  • archief van de Antwerpse ocmw (zie alternatieve bronnen soci ale geschiedenis)
  • stadsarchief van Gent
  • stadsarchief van Brugge (o.a. consulaat Castilliaanse kooplieden)
  • particuliere archieven
    • Arenbergarchief in Engien
    • de Ligne, in Beloeil

particuliere archieven

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen

Door het bezoeken van onze website gaat u ermee akkoord dat wij cookies gebruiken om ervoor te zorgen dat u de beste ervaring krijgt.
Ik begrijp het !