Menu

Uitholling internationaal status-quo

Deel dit artikel:

Internationaal status-quo:

Waarom?:

- Machtspositie mogendheden in invloedszone verzekeren

- Stabiele omgeving voor binnenlandse dimensie

Hoe?:

- Concert van Europa: ‘Directorium’

- Machtsevenwicht

• Pruisen was lang de kleinsten onder de grootmachten, maar door de 19e eeuwse

economische groei en de opkomst van Bismarck zal het snel machtiger worden, en haar
plaats onder de grootmachten opeisen.

er bestaat een intrinsieke band tussen machtsevenwicht en oorlog

 oorlog is de voortzetting van politiek, maar met andere middelen (omdat de gewone

politieke middelen niet werken), oorlog is het correctiemechanisme van een

machtsevenwicht dat uit balans is geraakt. (oorlog = normaalste zaak van de wereld)

dilemma: status-quo of internationale positie? Als men de eigen positie tracht te

versterken riskeert men oorlog, wegens verstoring van het status-quo

 wereldordes komen & gaan: transities zijn eigen aan de internationale politiek, en gaan

vaak gepaard met oorlog.

machtsevenwicht = geïnstitutionaliseerd wantrouwen  1848: Palmerston (Eng. min.

B.Z.): We have no eternal allies and we have no eternal enemies. Our interests are

eternal and perpetual, and these interests it is our duty to follow.’

Niet opgeloste problemen Congres van Wenen:

Nationaal-liberale opstanden in Latijns-Amerika

• geen centraal punt in Europees machtsevenwicht!

lokale opstanden vanaf 1811:
 kleine groepen in Latijns-Amerika die in opstand komen tegen de Spaanse overheersing:

- ‘Creolen’: geboren in Lat.-Am., hebben wel economische macht en vormen de ruggengraat van de maatschappij, maar krijgen geen politieke macht

inspiratie: Rousseau & Franse en Amerikaanse Revolutie

doelstelling: bevrijding van buitenlands juk

 opstanden worden steeds sterker, Portugal geeft het snel op, maar in 1821/22 vraagt

Ferdinand VII van Spanje steun aan het Concert van Europa

internationale reacties, wat zijn de belangen van de grootmachten?:

U.K.: tegen interventie: toch ambivalente houding want is anti-interventie wegens wraak-
gevoelens t.o.v. Spanje voor haar steun aan de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd
 heeft anderzijds belang bij stabiliteit v.d. sociaal-economische orde in Lat.-Amerika,

i.f.v. de handel + kansen tot machtsuitbreiding

Rusland is voor interventie: omdat U.K. er tegen is, er is een machtsstrijd met U.K.

Frankrijk is voor interventie: want het had ook al steun geboden aan de Spaanse koning

bij nationaal-liberale opstanden in Spanje zelf.

Pruisen, Oostenrijk niet betrokken

onverwacht: U.S.A.: wil economische & politieke expansie (uitbreiding invloedssfeer

richting Z) en is dus tegen interventie uit eigenbelang

 Men overweegt eerst samen met U.K. expliciet de opstanden te steunen, maar doet

het niet omdat dit het Britse prestige teveel zou deugddoen. Men wil de dankbaarheid

van Latijns-Amerika voor zichzelf en neemt dus een eigen individueel standpunt in

1823: Monroedoctrine: anti-interventionistisch: Amerika vr de Amerikanen & Europa

moet daar niet tussenkomen. Elke actie die hier tegen ingaat wordt beschouwd als

een actie gericht tegen de V.S. + anti-monarchistisch (koning = oorlogsstoker)

verloop opstanden

Standpunten neutraliseren elkaar: geen buitenlandse interventie

Spanje tegen 1824 enkel nog Cuba en Puerto Rico

Spaans imperium desintegreert door regionale dynamiek

regionale dynamiek:

Pogingen tot federatie, die helaas niet slagen

- José de San Martin: Argentinië

- Miranda: dynastiek rijk, unie van alle ex-Spaanse gebieden  Bolivar is tegen

- Bolivar: Groot-Columbia

1e stap naar Pan-Amerikaanse (con)federatie

 Pan-Amerikaans congres te Panama faalt

versplintering:

- aparte onafh. staten, zowel in Latijns- als in Centraal Amerika (Groot-Columbia desintegreert)

- deel naar USA

1845: Texas

1848: Californië

Algemene evaluatie:

‘Tijd van kolonies voorbij’: liberalen (burgerij) hebben een anti-koloniale visie en zijn

voor vrijhandel. Dit is echter slechts een interludium dat tot 1895 duurt

Latijns-Amerika is politiek onafhankelijk, maar economisch afhankelijk:

economische onderschikking aan U.K., en later U.S.A.
 steeds toenemende dependencie + schuldenlast stijgt enorm & snel (actueel!)

 de gewone bevolking merkte trouwens weinig van de onafhankelijkheid, er kwam

enkel een machtswisseling die de creoolse stedelijke aristocratie a.d. macht bracht

Directorium geen rol: eerste indicatie verval Pax Europeana ?

 neen, Pax Europeana blijft gewoon beperkt tot Europa

 slechts tijdelijk en voorwaardelijk, later komt het imperialisme…


‘Oosterse kwestie’: de desintegratie v.h. Ottomaanse rijk

• deze kwestie loopt nog door tot 1914!

Belang: eerste conflict tussen grote mogendheden sinds

het Congres van Wenen (want nu voelen ze zich pas

echt in hun belangen geschaad)

• Ottomaanse rijk heeft 2 bindingspunten: Islam & het leger

 toch vooral sterk gezag in de kerngebieden. De

buitengebieden zijn feitelijk autonoom (onder pasha’s

of onderkoningen)

 in deze periode ook wel de ‘zieke man’ van Europa:

- binnenlandse revoltes  onderdrukt

- rivaliteiten v.d. grootmachten worden daar uitgevochten

- te zwak om weerstand te bieden omwille van imperial overstretch

- hoofdrolspelers: U.K. en Rusland (tweespalt tussen beide)

belangen grootmachten:

- Rusland: verzwakking van het Ottomaanse Rijk

vrije toegang tot Middellandse zee via zee-engten

territoriale ambities: Donau, Balkan

- Groot-Brittannië: behoud van het Ottomaanse Rijk

landroutes naar India

vrees versterking Rusland (machtsevenwicht stabiel houden!)

 U.K.-regering Palmerston voert een politiek van wisselende coalities afhankelijk

van de eigen belangen, en zal zich dus wisselend voor of tegen het Ottomaanse

rijk opstellen.

- Oostenrijk: Behoud van het Ottomaanse Rijk in functie van status-quo

- Frankrijk: eigen versterking + meer invloed

opportunisme: speelt in op evoluties zoals dat het eigenbelang dient

Fase 1: Griekse onafhankelijkheidsstrijd (1815-1829)

 vanaf 1811: opstanden die steeds onderdrukt worden. De rebellen worden echter

steeds sterker & nationalistische gevoelens komen steeds sterker op de voorgrond

U.K. gaat de Griekse guerrilla tegen het Ottomaanse Rijk (inclusief Egyptische leger)

steunen, onder invloed van de Filheleense comités[1]. Doordat de Britse publieke

opinie zo sterk pro-Griekse onafhankelijkheid was heeft U.K. de Griekse vrijheids-

strijd toch gesteund, en zo uiteindelijk iets in gang gezet dat het net wou vermijden…

 ook Rusland steunt de rebellen, en er breekt een ware competitie tussen Ru. & U.K.
uit. U.K. blijkt echter sterker en kan meer steun bieden waardoor de Grieken in 1825

uiteindelijk de troon aan U.K. aanbieden (wiens eerste kandidaat Leopold I was …)

Rusland eist autonomie voor Walachije, Moldavië & Servië, en de sultan geeft toe
 reactie U.K.: 1827: Verdrag v. Londen, waarbij er een wapenstilstand tussen

Grieken & Turken komt, & de Griekse onafhankelijkheid wordt erkend door de sultan.

 Metternich begint echter te stoken zodat de sultan terugkrabbelt  opnieuw strijd

1827: Slag bij Navarino: U.K. wint, maar toch catastrofe voor U.K. doordat de
Russische expansiepolitiek in de Balkan aangemoedigd wordt

1828: Rusland verklaart oorlog aan Turkije, wat zorgt voor een crisis tussen Rusland

en U.K., maar na Franse bemiddeling komt er in 1829 het Akkoord van Adrianopel

1829: Akkoord van Adrianopel:

 verdeling en erkenning invloedszones:

  • U.K.: U.K. & Fr. krijgen vrije hand in Griekenland (onafh. in 1830)
  • Rusland: autonomie v. Servië, Walachije & Moldavië binnen Ottomaanse Rijk, onder bescherming Rusland + vrije doorvaart zee-engten voor handelsvloot

Aanpassing machtsevenwicht (=geïnstitutionaliseerd wantrouwen):

  • erkenning Russische invloed in de Balkan
  • Griekenland in Britse invloedszone
  • wantrouwen aangewakkerd tssn U.K. & Ru., malaise binnen grote alliantie ↑

Fase 2: Egyptisch-Turkse oorlog

Mehmet Ali wil de Egyptische macht uitbreiden:

- Soedan, Kreta

- 1832: rukt op naar Syrië/Palestina

U.K./Fr. bemiddelen en voorkomen verdere desintegratie v.h. Ottomaanse Rijk

1833: Syrië gaat naar Egypte

 reactie: 1833: Russisch-Turks Verdrag van Unkiarskelessi

Ottomaanse Rijk (of wat er nog van overschiet) wordt een Russisch protectoraat, en

in ruil wil Rusland ook vrije doorgang voor z’n militaire vloot door de zee-engten.

 in reactie hierop gaat U.K. ook toenadering zoeken tot de Turken

 Turken wanen zich machtig wegens sterke bondgenoten, starten een nieuwe

Egyptisch-Turkse oorlog, en trachten Syrië te heroveren  verliezen + sultan sterft

weer groot gevaar voor desintegratie Ottomaanse Rijk!

tegenstellingen tussen de grootmachten blijven omwille v. tegengestelde belangen:

- Fr. steunt Mehmet Ali, in de hoop de eigen invloed te vergroten ( Britten)

- Rusland ziet nieuwe kans om doortocht door zee-engten te krijgen

- U.K.: wil behoud van het Ottomaanse Rijk & steunt de Turken

- Oostenrijk & Pruisen: behoud status quo (vermijden overmacht Fr., Ru., U.K.)

maar uiteindelijk sluit men in 1841 de Conventie v.d. Zee-engten af:

- Egypte krijgt een erfelijke dynastie, maar verliest Syrië

- Zee-engten krijgen een neutraal statuut onder toezicht v.h. Ottomaanse Rijk

resultaat:

Rusland ontevreden want hun militaire toegang tot de Middellandse Zee is nu

volledig geblokkeerd wegens dat neutraal statuut.

band Frankrijk – U.K. verbroken, want Frankrijk had Egypte gesteund.

Fase 3: Krimoorlog (1854-1856)

Rusland doet een nieuwe poging om een doortocht te creëren, want denkt dat U.K. en

Fr. nu zwak staan omdat hun band verbroken is  legitimatie: willen religieus

protectoraat over alle orthodoxe christenen in het Ottomaanse Rijk (dwingt de Turken

feitelijk tot een alliantie)

bezet Moldavië & Walachije als onderpand voor de doorgang door de zee-engten

misrekening want U.K. & Frankrijk herstellen hun alliantie + oefenen druk uit op

Oostenrijk en krijgen steun v. Italië  oorlogsultimatum, eis tot afzien v. protectoraat

 Britse vloot vaart naar de Zwarte Zee en gaat de Krim bestoken, Britse/Franse/It.

troepen vallen binnen.  Rusland trekt zich terug (groot teken van zwakheid!),

waarop Oostenrijk de Donauprovincies bezet.

Krimoorlog eindigt met een nederlaag voor Rusland

1856: Verdrag van Parijs  vooral voordelig voor U.K., Rusland is de grote verliezer
Zwarte Zee neutraal (koude douche voor Ru.: verhindert expansie in O-Midd.-Zee)

territoriale integriteit van het Ottomaanse Rijk wordt zo goed als hersteld:

  • Ottomaanse soevereiniteit
  • Internationale garantie

  • Donaumonding (van strategisch belang!) bij Moldavië

het Ottomaanse Rijk wordt dus de facto een westers protectoraat

 De Italiaanse steun zou Cavour later helpen bij de Italiaanse eenmaking

resultaat: Aanpassing machtsevenwicht:

- verzwakking van Oostenrijk (t.v.v. Pruisen) en Rusland (t.v.v. Frankrijk)

- versterking van Frankrijk (t.n.v. Rusland) en Pruisen (t.n.v. Oostenrijk)

 volgens het handboek betekent dit het einde v.h. mechanisme dat reeds sinds 1815
de stabiliteit in Europa waarborgt, het Concert van Europa  is niet zo! Enkel het

machtsevenwicht wordt aangepast, maar het mechanisme blijft (minstens tot WO I)

 einde Weense Wereldorde + transitieperiode richting Berlijnse Wereldorde zet zich in

• opmerking: oorlog is de voortzetting van politiek, maar dan met andere middelen!


[1] De filheleense comités verheerlijkten de klassieke cultuur + vormden ook een dekmantel om liberale vrijheidsideeën te verdedigen die in eigen land verboden waren. Dit zijn ook de eerste soort NGO’s. NGO’s zijn dus niet nieuw maar bestaan al in het begin v.d. 19de eeuw (o.a. Lord Byron is lid v.d. filheleense comités)

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen