• Propagandisten gebruiken negatieve labels voor diegenen die ze willen veroordelen: terroristen, extremisten, dictators

• Veel voorkomende vorm van propaganda

• Periode: einde 19de Eeuw – jaren ’30 van de 20 ste eeuw

Effectenonderzoek heeft eerst plaatsgevonden.

• Metaforen: magic bullet = media boodschap als soort kogel, hypodermic needle= onderhuidse inspuiting media heeft invloed, lont-in-kruitvat= directe reactie oproepen door media , one-step-flow= i ndirecte manier ieder van ons beinvloed
• Uitgangspunten:
• Weerloze massa / beinvloedbaar .
• Directe effecten
• Stimulus-respons/ stimuli, responsreactie bij het publiek.
• Korte termijn / onmiddelijke reactie.
• (vooral) persuasieve inhoud / wat voor effect heeft deze media boodschappen.
• “Geloofsovertuiging” : in begin meewarig, verwacht negatieve aspecten, daaruit volgt wetenschappelijke intresse,
• Startend onderzoek: psychologische invalshoek eerst vooral psychologen, daarna sociologen 2 disciplines , daarna volgde com wetenschap.

Onderzoek naar propaganda

• Lasswell (1927)
• Institute for propaganda analysis (1937)

n Zeven technieken

• Zwart maken (name-calling) : labels/ waarde gebruiken die negatieve connotatie hebben. vb politicus = dictator
• Mooi maken (glittering generalities) : positieve kenmerken hanteren ‘ verbloemen’
• Prestige verlenen (transfer) : dmv associaties werken, vb huis en vliag, met positieve symbolen
• Autoriteit geven (testimonial) : vaak in reclame, iemand bekend steunen, vb bekende persoon zegt zelf voor Obama te zijn.
• De burger bereiken (plain folks) : vertrouwen winnen van de massa.
• Samenhorigheid veinzen (band wagon) : iedereen doet het dus we moeten meedoen
• Slim selecteren (card stacking) : verdraaien en omkeren van ideeen, negatieve delen weglaten of net niet. vb van soldaten zeggen dat ze kids hadden vermoord