Menu

Item gefilterd op datum: mei 2014

organisatie

informatie wordt mentaal op zo’n manier in categorieën geschikt, dat het makkelijker wordt om de informatie terug te halen.

Lees meer...

oefening

onthouden van bijvoorbeeld een telefoonnummer komt tot stand door het herhaaldelijk in het hoofd op te zeggen.

Lees meer...

inhibiterende controle

de vrijwillige onderdrukking van bepaalde reacties. Door de ontwikkeling van de frontale kwab zijn processen als metageheugen en metacognitie mogelijk. Metageheugen houdt in dat een kind de manier waarop het geheugen werkt gaat begrijpen. Met de term metacognitie wordt het denken over denken bedoeld.

Lees meer...

uitvoerend functioneren

kinderen van deze leeftijd kunnen gedachten, emoties en acties om doelen te bereiken of problemen op te lossen bewust controleren. Dit komt met name door de ontwikkeling van de prefrontale cortex, die plannen, beoordelen en besluitvorming mogelijk maakt.

Lees meer...

Cognitieve ontwikkeling.

Piaget: volgens Piaget bereiken kinderen rond zeven jaar de fase van het concreet operationeel denken. Een kenmerk hiervan is dat zij in staat zijn mentale operaties, zoals redeneren gebruiken om problemen op te lossen. Zij zijn in staat om logische na te denken doordat zij minder vanuit zichzelf denken. Desalniettemin wordt het denkvermogen nog beperkt tot echte situaties in het hier en nu. Het gebruik van kaarten en modellen en de vaardigheid om te communiceren over ruimtelijke informatie verbeterd naarmate de leeftijd toeneemt. Daarnaast zijn kinderen nu beter in staat om oorzaak en gevolg te beoordelen.

Kinderen in de middenkindertijd zijn in staat om bepaalde informatie te sorteren binnen een bepaalde dimensie, wat aangeeft dat zij in staat zijn tot categorisatie ( helpt bij logisch denken). Kinderen ontwikkelen de vaardigheid om een bepaald verschil of overeenkomst tussen twee objecten vast te stellen, op basis van de relatie van elk object met een derde object. Dit heet overdrachtsinferentie. Ook hebben ze nu het vermogen om de realtie tussen een geheel en zijn delen te zien; klasseninclusie.

Volgens Piaget maken kinderen die zich in de concrete operationele fase bevinden enkel gebruik van inductief rederen. Hierbij gaat het om een manier van logisch redeneren, waarbij een bepaalde observatie van een lid van een bepaalde klasse zich ontwikkelt tot een algemene conclusie over de gehele klasse. Pas in de adolescentie ontwikkelen kinderen volgens Piaget het vermogen om deductief te redeneren hierbij werkt de redenering de andere kant op en wordt begonnen met een algemene constatering over een bepaalde groep, die uiteindelijk leidt tot specifieke opvattingen over een lid van die groep (later onderzoek heeft aangewezen dat deze vaardigheid al eerder aanwezig is).

Kinderen in de concreet operationele fase begrijpen het principe van identiteit, omkeerbaarheid en kunnen zich richten op meerdere eigenschappen van een voorwerp. Zij hebben hierdoor een beter begrip van conservatie. De rekenkundige vaardigheden van kinderen verbeteren in deze fase. De varanderingen in de manier van denken worden voor een deel beïnvloed door neurologische ontwikkelingen. Onderzoek heeft uitgewezen dat oudere kinderen een ander patroon van hersenactiviteit laten zien. Daarnaast is de toename van capaciteit in het werkgeheugen eveneens van invloed op de verbetering van het logisch redeneren.

Piaget concludeerde dat onvolwassen morele beoordelingen zich richten op de mate van schade, terwijl meer volwassen morele beoordeling zich richt op de intentie. Volgens Piaget ontwikkelt morele beoordeling zich langs drie verschillende fasen:

- de eerste fase loopt van twee tot zeven jaar en is gebaseerd op gehoorzamen aan autoriteit.

- de tweede fase loopt van acht tot elf jaar en wordt gekenmerkt door een toename van flexibiliteit en een bepaalde mate van autonomie welke is gebaseerd op wederzijds respect en samenwerking.

- de derde fase ontwikkelt zich rond de leeftijd van elf á twaalf, wanneer kinderen beter in staat zijn formeel te redeneren. Kidneren ontwikkelen het idee dat iedereen gelijk behandeld moet worden, maar dat hierbij bepaalde omstandigheden in acht genomen dienen te worden.

Lees meer...

Fysieke ontwikkeling.

in de leeftijd van zes tot elf jaar groeien kinderen ongeveer 2 á 3 inches per jaar, hun gewicht verdubbeld gedurende deze periode. Het aantal uren slaap dat nodig is, neemt af van gemiddeld elf naar gemiddeld negen uur per nacht. Kinderen gaan cognitief vooruit doordat de structuur en het functioneren van de hersenen verandert. Een belangrijke verandering is het verlies van grijze massa in bepaalde gebieden van de cerebrale cortex. Dit verlies wordt gebalanceerd door een geleidelijke toename van witte massa (axonen en zenuwvezels); er is sprake van verdikking en myelisatie. Ook wordt de cortex dikker. De motorische vaardigheden verbeteren. Spelen bestaat voor een groot deel uit rough-and-tumble play: worstelen, schoppen of elkaar achterna zitten. Jongens spelen vaker fysiek actieve spellen dan meisjes, die spelletjes doen waarbij verbale expressie of hardop tellen van belang is. Het lichaamsbeeld wordt vooral voor meisjes belangrijk in deze periode. Dit kan zich ontwikkelen tot eetstoornissen in de volwassenheid. Kinderen met overgewicht lopen het risico op gedragsproblemen, depressie en een lage zelfwaarde. Ze hebben meestal ook medische problemen. Zulke kinderen houden vaak hun hele leven overgewicht. Acute medische condities, zoals griep en allergieën, zijn normaal tijdens de middenkindertijd. Een kind is gemiddeld zes keer per jaar kort ziek. Chronische medische condities: gehoor- en zichtproblemen, astma en HIV.

Lees meer...

De invloed van relaties met andere kinderen.

in de vroege kindertijd zijn andere kinderen vrijwel bij elke ontwikkeling betrokken. De relatie met broers en zussen en leeftijdsgenoten geven de mogelijkheid om de eigen zelfeffectiviteit te meten. De kwaliteit van de relatie tussen broers en zussen lijkt over te lsaan op die met andere kidneren. Kinderen zonder broers of zussen zijn over het algemeen gemotiveerder en hebben een hogere zelfwaarde. Kinderen ontwikkelen pas vriendschappen vanaf de leeftijd van drie jaar. Door deze vriendschappen leren ze omgaan met anderen.

Lees meer...

gezaghebbende ouders

hechten veel waarde aan de individualiteit van een kind, maar stellen ook grenzen. Deze ouders zijn liefdevol en tolerant, maar vragen tegelijkertijd goed gedrag en zijn consequent in het hanteren van wat wel en niet mag. Het kind voelt zich zeker, zijn beter in staat op zichzelf te vertrouwen, hebben meer zelfcontrole, assertiviteit, gaan meer op onderzoek uit en zijn over het algemeen meer tevreden dan kinderen met andere opvoedingsstijl.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen

Door het bezoeken van onze website gaat u ermee akkoord dat wij cookies gebruiken om ervoor te zorgen dat u de beste ervaring krijgt.
Ik begrijp het !