Iemand neemt een gebeurteniswaar en reageert in een situatie met bepaalde middelen door iets beschikbaar te stellen in een bepaalde vorm , in een bepaalde context , met een zeker inhoud en dat heeft gevolgen.

Rol van waarneming 

^- E = wat waargenomen wordt ( event )

^- M = ontvanger neemt het event waar als E¹

Menselijke communicatie 

- M is een persoon (of een machine) die E¹ percipieert

- De relatie tussen M,E & E¹ is er één van perceptie. Wat gepercipieerd wordt door M wordt bepaald door zijn of haar manier van selecteren, er gebeurt teveel dus MOET men kiezen tussen verschillende percepties (vb. moonwalking bear).

- Volgende stap: M wil communiceren over E¹ met iemand anders. M produceert dan een boodschap SE. S staat dan voor vorm en E voor inhoud. De boodschap SE kan op haar beurt weer gepercipieerd worden door M2 als SE1.

- Het is dus een zeer algemeen model ( je kan het toepassen op vele soorten communicatie) waarin perceptie een grote rol speelt. Het gaat er van uit dat er steeds een verschil is tussen de manier waarop we de realiteit percipiëren en hoe die vervolgens opnieuw gecommuniceerd wordt (vb. in welke mate is het nieuws een reflectie van de realiteit?).

- toont de dynamische natuur van het communicatieproces aan

- Communicatie bouwt steeds voort op andere communicatie , het verleden bepaald dus het heden en beïnvloed in sterke mate het communicatieproces. De communicatie die nu plaatsvindt, beïnvloedt de structuur en de inhoud van de communicatie die volgt.

- Vb. vrienden die weten waarover ze het hebben

- DE spiraal kan verschillende vormen aannemen in verschillende situaties en voor verschillende individuen

- In dit model zal de communicatie zich ontwikkelen van vrij eng en oppervlakkig tot breed en diepgaand.