1. Fysiologie – biologie

Vecht of vluchtreacties  De oorzaak van sommige debilitatieve emoties ligt diep in onze hersenen namelijk in de amygdala. Dit gedraagt zich als een soort van schildwacht dat elke ervaring scant en kijkt naar bedreigingen. Het zet een soort van alarm in dat een tal van fysische reacties in gang zet: versnelde hartkloppingen, bloeddruk,...

2. Emotioneel geheugen

 ervaringen uit het verleden. Wordt vaak conditioneel geleerd!

Bv. Alicia voelt zich bang rondom mannen, zeker bij degenen die zware stemmen hebben. Als kind is ze mishandeld geweest door een familielid met een zware stem

Bv. Paul voelt zich onzeker wanneer hij omgeven is met vrouwen met het parfum op dat zijn ex, die altijd riep, droeg.

3. Self-talk

Wat we denken kan een diepgaand effect hebben op hoe we ons voelen. Het is gebruikelijk om te zeggen dat vreemden of je baas je nerveus maken, hetzelfde als wanneer je zou willen zeggen dat wanneer een bij je steekt je pijn voelt.

Wanneer je kijkt naar je emoties op deze manier, zie je een kleine controle over hoe je je voelt. Hoewel het hetzelfde lijkt tussen fysische pijn en emotioneel omgemak, het is niet zo een grote gelijkenis als je denkt.

Psychologen argumenteren dat het niet de gebeurtenissen zijn (zoals vreemden ontmoeten) dat veroorzaken dat mensen zich slecht voelen, maar eerder de INTERPRETATIES die ze maken over deze gebeurtenissen zorgen ervoor dat mensen zich slecht voelen. (of omgekeerd)

Ellis ontwikkelde de rational-emotive therapy

 Je inner self-talk beinvloedt hoe je je voelt wanneer iemand of iets je emotioneel systeem triggerd.

Bv. Stel dat je wandelt voorbij het huis van een vriend. Je ziet deze vriend met zijn hoofd uit het raam hangen en hij begint plots je uit te schelden. Onder deze omstandigheden is het normaal om je gekwetst te voelen. 
Beeld je nu in dat diezelfde vriend je uitscheld maar dat je voorbij een instelling wandelt in plaats van zijn/haar huis. Nu zullen je gevoelens veel anders zijn ten opzichte van de eerste situatie. In het eerste geval denk je dat die vriend heel kwaad is op jou, in het tweede geval kan je het niet op jezelf schuiven en denk je dat je vriend een psychisch probleem heeft.

Er is een verschil tussen 

• facilitative emotions = bijdragen tot een effectieve communicatie, lage intensiteit en korte duur
• debilitative emotions = afbreuk tot effectieve communicatie, hoge intensiteit, lange duur.

+Rumination = zich standvastig dwellen in negatieve gedachten die negatieve gevoelens versterken (bv. verdriet, kwaad, depressief)