Inkomen dat gezinnen ontvangen v/d bedrijven, de overheid en het buitenland + niet-uitgekeerde winsten van ondernemingen (reserves en indirecte belastingen)
=Netto –inkomen tegen factorprijzen
1) gezinnen = Cg + sparen gezinnen Sg + directe belastingen Tdg
2) Bedrijven = sparen Sb + directe belastingen Tdb
=Y = Cg + Sg+ Tdg + Sb + Tdb
= bruto nationaal product tegen marktprijzen (som v/d toegevoegde waarde dooreigen ingezetenen = Belgen)
=bbpm + primaire inkomens van buitenland - primaire inkomens aan buitenland
= bruto binnenlands product tegen marktprijzen (som v/d toegevoegde waarde op nationaal grondgebied = België)
=Bnpm – primaire inkomens van buitenland + primaire inkomens aan buitenland
1) verkochte consumptiegoederen aan gezinnen(Cg)/overheid(Co)
2) (bruto-investeringen = Ibr, export g&d = X import g&d = M)
3) Lonen en wedden / afschrijvingen (=Co)
= Cg + Co + Ibr + X - M
Door subsidies = marktprijs verlagend
=kostprijs productie
= Markprijs – indirecte belastingen + subsidies
=BRUTO tegen factorprijzen
(NETTO tegen factorprijzen = Bruto – afschrijvingen)
=fiscale ontvangsten
-directe belastingen (inkomen of winst)
-indirecte belastingen (op g&d = btw, accijns)
=parafiscale ontvangsten
-RSZ-bijdragen = transfers
-werkgeversbijdrage
-subsidies (in marktprijs)
=lopende uitgaven (lonen & wedden personeel)
=transferten (inkomensoverdrachten zonder gelijkwaardige economische tegenprestaties)
bv. subsidies of RSZ-uitkeringen
