De tertiaire sector omvat de commerciële dienstverlening. Tot de commerciële dienstverlening rekenen we: winkels, vervoersbedrijven, notarissen, accountants, banken, verzekeringsmaatschappijen en reparatiebedrijven. Dienstverlening is in het algemeen arbeidsintensief.
De secundaire sector omvat de delfstoffenwinning (aardgas), de industrie, energie- en waterleidingbedrijven en de bouwnijverheid. In deze sector komen zowel zeer kleine als zeer grote bedrijven voor. De productie is in hoofdzaak kapitaalintensief.
Veel agrarische bedrijven zijn eenmansbedrijven. Dat wil zeggen dat er slechts één eigenaar is, die zelf in het bedrijf meewerkt.
is de ontwikkeling en succesvolle introductie van nieuwe of verbeterde goederen, diensten, productie- of distributieprocessen.
Voorbeelden van innovaties zijn de stoomlocomotief, de auto, de lopende band, het vliegtuig, de radio en televisie, de transistor en de chip. De massale invoering van deze producten heeft steeds geleid tot groter veranderingen in de samenleving, waardoor onder meer de werkgelegenheid en het inkomen (in de industrielanden) sterk zijn gestegen.
is de eigenschap van ondernemers om productiefactoren zó te combineren dat die combinatie winst oplevert.
Redenen voor het willen maken van winst zijn onder meer de vergoeding voor:
- Het nemen van risico’s
- Het doorvoeren van innovaties
Hiermee wordt een manier van produceren bedoeld die de natuurlijke omgeving zo veel mogelijk onaangetast laat en die de onaangename kanten van onze manier van produceren niet naar de toekomst verschuift.
