= de verzekeringsmaatschappijen en gemeenschappelijke beleggingsfondsen. Zij behoren gedeeltelijk tot de financiële sector voor hun beleggingsactiviteiten.

Deze instellingen participeren via risicodragend kapitaal in ondernemingen -> zijn actief in de onderneming en krijgen daardoor inspraak.

Zakenbanken participeren op korte termijn in een onderneming en proberen winst te halen uit de verkoop van hun deelneming.

Holdings participeren om inspraak te hebben in het beleid van deze ondernemingen.

Nadelen van rechtstreeks betalen:

Schuldeiser en schuldenaar moeten elkaar ontmoeten om de betaling te kunnen afhandelen: dit brengt vaak een aantal praktische problemen en tijdverlies met zich mee.

Schuldenaar moet het bedrag in speciën bij zich hebben -> niet veilig.

Om financiële transacties, via een financiële instelling te kunnen uitvoeren moeten één of beide partijen een “zichtrekening” hebben bij die instelling.

Belangrijkste evoluties in het bankwezen (naast fusies):
- De vermindering van het aantal kantoren en agentschappen
- Het ontstaan van de “self-banks”
- Het promoten van self-banking via de telefoon of internet

Is een afzonderlijk document dat door de schuldeiser wordt ingevuld, als bewijs van betaling van een schuld. Document wordt bewaard door schuldenaar. Schuldeiser houdt boekje bij met kwitanties. Linkerdeel = stam en blijft in boekje vast => schuldeiser weet voor wie, waarom en wanneer hij kwijtschriften heeft uitgeschreven. Rechterdeel is voor de schuldenaar.

- Volgnummer van het document in het boekje
- Bedrag voluit in letters
- Bedrag in cijfers en de munteenheid
- Reden van betaling
- Identiteit van de schuldenaar en de schuldeiser
- Datum en handtekening van de schuldeiser