Een transport- of vervoersnetwerk binnen het wereldsysteem is opgebouwd uit knooppunten en verbindingen. Een knooppunt of hub is een plaats waar transportlijnen samenkomen en goederen worden verzameld, overgeladen, verdeeld of doorgevoerd. Deze verbindingen, spokes, zijn de transportlijnen tussen de plaatsen. Bij een intercontinentaal transportnetwerk zijn de mainports de belangrijkste knooppunten.
Het proces van de afnemende relatieve afstanden heet tijd-ruimtecompressie. De transport over zee verbeterde doordat vervoer over de oceanen betrouwbaar werd en grote hoeveelheden goederen op vaste tijden, sneller en over grote afstanden vervoerd kon worden. Het transport over land verbeterde door dezelfde redenen als het transport over zee en de verbrandingsmotor vergrootte de vervoersmogelijkheden over land en door de lucht.
Bij veel vormen van vervoer zijn technieken voor informatieoverdracht van groot belang. Door bijvoorbeeld de telefoon is het wereldwijde communicatie sterk verbeterd en zijn ingewikkelde transporten goed te regelen.
Gezien de ontwikkelingen kun je concluderen dat het aantal ruimtelijke interacties tussen vrijwel alle landen enorm is toegenomen. Het wereldomvattende netwerk van economische, politiek en culturele relaties werd tegelijk complexer. Dit proces heet globalisering.
Nieuwe transport en communicatietechnologie brachten regio’s ‘korter’ bij elkaar. De afstand, gemeten in kilometers, de absolute afstand, veranderde daarbij niet. De afstand, gemeten in tijd, moeite en kosten, de relatieve afstanden namen daarentegen bij het overwinnen van de absolute afstanden wel af.
De bereikbaarheid van plaatsen vanuit andere (vergelegen) gebieden, ook wel de relatieve ligging genoemd, hangt niet alleen af van nieuwe transportmiddelen , maar ook van onder andere de infrastructuur. Dat zijn alle materiële voorzieningen, die vervoer van mensen, goederen of informatie mogelijk maken. De relatieve ligging kan dus voordurend veranderen. Dat kan niet met de absolute ligging. De geografische breedte, de ligging aan de voet van een gebergte of rivier, of de absolute afstand tussen twee steden veranderd niet.
ontwikkelingslanden die een sterke industriële groei hebben doorgemaakt, waardoor je ze nu kunt reken als semiperiferie.
