Menu

Waarom is het cultuurrelativisme zo verleidelijk

Kritische analyse elementen cultuurrelativisme:

1. Er bestaat culturele diversiteit. Dit kan de auteur niet ontkennen.

2. Moraal is een onderdeel van cultuur. Het woord cultuur kan in een bredere en in een engere zin worden gehanteerd. In de brede zin verwijst het naar alle kenmerken van bepaalde levensvormen. In de engere zin verwijst het naar een systeem van waarden dat daaraan impliciet is. Maar in beide gevallen valt moraal daar onder. Ook dit element valt niet te ontkennen.

3. Moraal is afhankelijk van cultuur. Maakt vergelijking tussen moraal en recht, want zijn op vele punten vergelijkbaar. Kenmerkend voor recht is dat de gelding daarvan verschilt naar de nationale jurisdictie waarin men zich bevindt en niemand bestrijdt dit. Ten aanzien van recht zijn we dus allemaal cultuurrelativist. Waarom zouden we het dan niet zijn ten aanzien van de moraal?

4. Men kan zich niet bevrijden van zijn cultuur. Van de culturele invloed kan niemand zich bevrijden, leert de cultuurrelativist. Auteur haalt stellingen van bovengenoemde denkers aan die dit onderstrepen.

5. Absolute waarden en waarheden bestaan niet. . Auteur haalt stellingen van bovengenoemde denkers aan die dit onderstrepen.

6. Het geeft geen pas een vreemde cultuur met onze eigen waarden te beoordelen. Eerste normatieve claim van de cultuurrelativist. Als geen cultuur superieur zou zijn aan een ander, zou ook het imperialisme afgewezen moeten worden.

7. Als met een cultuur zou willen beoordelen, dan zou men dat moeten doen met de maatstaven die aan die cultuur zelf zijn ontleend. Aan de vorige zou men het standpunt kunnen verbinden dat men überhaupt geen moreel oordeel over een cultuur mag uitspreken. Maar dat is een vorm van moreel nihilisme die de cultuurrelativist zal vermijden. Hij meent wel degelijk dat een cultuur kan worden beoordeeld. Hij meent alleen dat de criteria die we daarvoor hanteren de criteria moeten zijn die door deze cultuur zelf worden aangeleverd.

Lees meer...

De aantrekkingskracht van het cultuurrelativisme. Westers chauvinisme a la Dickens en Kipling afgewezen

Wie de enorme populariteit van het cultuurrelativisme wil begrijpen zou zich eigenlijk ook moeten verdiepen in de vraag waartegen het cultuurrelativisme zich wilde verzetten: negentiende-eeuwse auteurs met overspannen ideeën over de superioriteit van de Westerse beschaving.

Auteur geeft een opsomming van en weergaven uit stukken van Dickens en Kipling. Dit waren grote schrijvers in de tijd waarin Sumner 59, Benedict 12 en Westermarck 37 waren. In deze stukken komen de ‘wilden’ er niet bepaald best af. In die tijd was de hoofdstroom binnen het denken een zelfverzekerde houding ten aanzien van de superioriteit van de westerse cultuur.

Op het eerste gezicht lijkt het cultuurrelativisme dan ook een uiterst aantrekkelijke positie. Het representeert een sympathieke, ruimdenkende, tolerante, politiekcorrecte houding als antidode tegen de arrogante, westerse pretentie de wereld te mogen en kunnen beheersen.

Lees meer...

Cultuurrelativisme bij Edward Westermarck: moraal niets anders dan gevoelens

Westermarck (1862-1939) had een grote hekel aan het Duitse idealisme, hij voelde zich aangetrokken tot het de Britse empirische traditie van filosofiebeoefening.

Ten aanzien van grondslag van moraal hield Westermarck vast aan de emotivistische these dat morele oordelen gebaseerd zijn op gevoelens. Deze morele gevoelens onderscheiden zich van andere door het idee van de vergelding en onpartijdigheid. Volgens Westermarck is moraal een sociaal en een relatief gegeven. Objectieve morele oordelen bestaan niet.

Ook Westermarck meent dat het idee van de relativiteit van morele waarden naar alle waarschijnlijkheid tolerantie tot gevolg zou hebben, een punt dat reeds bij Montaigne wordt gemaakt.

De kroongetuigen van het cultuurrelativisme presenteren moraal als ‘socially approved habits’. Vervolgens constateren zij dat deze variabel en relatief zijn en op basis daarvan formuleren zij de verwachting dat tolerantie en respect onder de volkeren zal zegevieren wanneer het relativisme maar wijd verbreid zal raken. Inmiddels is het relativisme wijdverbreid, vooral onder intellectuelen die voor progressief willen doorgaan. De vraag is hoe men die hardnekkige persistentie kan verklaren wanneer de argumentatie daarvoor toch niet bepaald vlekkeloos is (volgens auteur).

De grootste populariteit lijkt het relativisme te ontlenen aan de vermeende binding met tolerantie, bescheidenheid en een anti-imperialistische houding. Deze waarden staan tegenwoordig zo als vanzelfsprekend overeind (en terecht, auteur), dat een perspectief dat bloedverwantschap met deze ideeën weet te suggereren sterk staat in het publieke debat.

Lees meer...

Van culturele antropologie naar ethiek. Moraal als ‘socially approved habits’

Ook Benedict maakt de overstap van culturele antropologie door te stellen dat moraal niet anders is dan ‘socially approved habits’. Hiermee sluit zij aan bij Protagoras en Sumner voor wie immoreel handelen een handelen is ‘contrary to the mores of the time and place’.

Nieuw bij Benedict is dat zij het ‘fasionable’ maakte voor weldenkende progressieve intellectuelen. Terwijl bij Sumner nog geen spoor van kritiek op het imperialistische en expansionistische streven van de westerse cultuur te beluisteren valt, is dit de grondtoon van de geschriften van Benedict.

Lees meer...

Cultuurrelativisme bij Ruth Benedict: Relativering van de betekenis van de westerse cultuur

Ruth Benedict (1887-1947 New York) studeerde antropologie toen Darwinisme op een hoogtepunt was, iets waartegen zij zich verzette. Benedict verwachte heilzame consequenties van haar cultuurrelativisme, als geen cultuur superieur zou zijn aan een andere, zou ook het imperialisme moeten worden afgewezen en verwachte zij dat culturen tolerant zouden staan tegenover andere zeden en gewoonten.

Zij omschrijft ‘moderne sociale antropologie’ als volgt: een studie die meer en meer de variatie en gemeenschappelijke elementen van culturele omgevingen en de consequenties daarvan in menselijk gedrag bestudeert.

Hierbij stelt zij dat vooral primitieve stammen zich hiervoor lenen omdat deze nog niet bedorven zijn door de wereldwijde cultuur. Deze visie vertoont veel overeenkomsten met Montaigne. De kennis die door dit soort studies wordt opgedaan kan de westerse mores relativeren, waardoor wij de moderne beschaving niet meer zien als een noodzakelijk hoogtepunt van menselijke vermogens, maar slechts als één van de mogelijke beschavingen.

Daarnaast onderstreept zij dat zelfs de manier waarop wij kijken (bv tegen problemen) cultureel bepaald is.

Lees meer...

Folkways als basis voor de moraal

Sumner stelt dat wanneer in doctrines van welzijn de elementen van waarheid en juistheid worden ontwikkeld, de ‘folkways’ naar een ander plan worden gebracht. Zij gaan dan een constructieve invloed uitoefenen over mens en samenleving. Dán noemen we ze ‘mores’ en zijn geven ons een richtsnoer van wat we moeten doen.

Dit leidt tot een omschrijving van immoreel, die als volgt luid: Immoreel is niets anders dan handelen in strijd met de mores van de tijd en plaats. Dit is een standpunt dat tegenwoordig vooral geassocieerd wordt met rechts, namelijk sociaal darwinisme.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen