Menu

Ongezond gedrag

Veel gedragingen hebben implicaties voor de gezondheid en ziekte van individuen. In dit hoofdstuk wordt gezondheidsgerelateerd gedrag niet alleen gedefinieerd als gedrag dat een individu vertoont om de gezondheid te beschermen, te bevorderen of in stand te houden, maar ook als gedrag waarvan is gebleken dat het gerelateerd is aan de gezondheidstoestand, ongeacht of daar al dan niet gezondheidsredenen aan ten grondslag liggen. De gedragingen die in dit hoofdstuk worden behandeld worden soms ‘gedragsmatige pathogenen’ genoemd, oftewel gedrag dat schadelijk is voor de gezondheid. Het omvat roken, overmatig alcoholgebruik, onveilig vrijen en ongezonde voeding. Andere gedragingen worden ‘gedragsmatige immunogenen’ genoemd: gedragingen die de gezondheid bevorderen, zoals sporten, een evenwichtig dieet, gezondheidscontroles en het krijgen van vaccinaties (zie H4).

In dit hoofdstuk wordt het gedrag beschreven waarvan is gebleken dat het duidelijk gerelateerd is aan prevalente ziekten en als zodanig is dit gedrag verantwoordelijk voor een groot deel van het onderzoek op het gebied van de gezondheidspsychologie. In dit hoofdstuk worden ook enkele van de problemen van een effectieve meting van het gezondheidsgedrag onder de aandacht gebracht, met inbegrip van bijvoorbeeld potentiële vertekeningen bij zelfrapportage van privégedrag door zelfpresentatiebias en door problemen bij het herinneren van de frequentie en de intensiteit van bepaalde gedragingen zoals alcoholconsumptie.

Binnen de gezondheidspsychologie is veel onderzoek gericht op de complexiteit van sociale, emotionele en cognitieve factoren die bijdragen aan gezondheidsbedreigend gedrag.

Lees meer...

Werk en gezondheid

Een deel van de onevenredige hoge mortaliteit onder mensen uit lagere sociaaleconomische klassen is mogelijk het gevolg van een verschil in werkomgeving. Er werkomstandigheden, bijv. op een bouwplaats, waar een aanzienlijk risico bestaat op verwonding of invaliditeit. Werkfactoren kunnen ook van invloed zijn op de kans dat mensen gedrag vertonen dat gevaarlijk is voor de gezondheid.

Werkstress

Een model voor het systematisch bestuderen van elementen van de werkomgeving die bijdragen aan werkstress en ziekte, is het werkstressmodel van Karasek en Theorell. In hun model worden de drie belangrijkste factoren geïdentificeerd die aan werkstress bijdragen:

1) De eisen van het werk.

2) De mate van vrijheid om beslissingen te nemen over de wijze waarop deze eisen het beste kunnen worden vervuld (werkautonomie).

3) De mate waarin sociale ondersteuning beschikbaar is.

Bij dit model wordt gesuggereerd dat de betrokkene alleen stress ervaart en risico loopt op ziekte wanneer hoge eisen met een geringe mate van autonomie en mogelijk met een geringe mate van sociale ondersteuning zijn gecombineerd.

Een alternatief model voor werkstress werd opgesteld door Siegrist, Peter, Junge et al. Zij suggereerden dat werkstress het gevolg is van en verstoring van het evenwicht tussen perceptie van inspanning en beloning. Een hoge mate van inspanning in combinatie met een hoge beloning is acceptabel. Een hoge mate van inspanning met een lage beloning leidt tot emotionele spanningen en nadelige effecten op de gezondheid.

Voor mannen is de ervaring van werkstress en de invloed daarvan op de gezondheid meestal een functie van de werkomgeving alleen. Voor vrouwen komt werkstress vaak boven op andere eisen in het leven en beïnvloedt op die wijze het stressniveau en risico op ziekte. Dit probleem wordt wel ‘work-home spillover’ genoemd -> overloop van werktaken naar thuis. Vrouwen blijven zich thuis inspannen, alleen in een andere omgeving, terwijl mannen zich ontspannen zodra ze thuis komen.

Werkloosheid

Werkloosheid lijkt een negatief effect te hebben zowel op geestelijke als op de lichamelijke gezondheid, althans op de korte tot middellange termijn. Veel van de onderzoeken waarbij de invloed van werkloosheid op de gezondheid op lange termijn werd bestudeerd, worden vertroebeld door het feit dat enkelen van de mensen die hun baan kwijtraakten al een slechte gezondheid hadden.

Lees meer...

Geslacht en gezondheid

In het westen is de gemiddelde verwachte levensduur van vrouwen significant langer dan die van mannen uit hetzelfde geboortecohort. Mannen hebben een tweemaal zo grote kans voor het 65ste levensjaar aan een hartaandoening te overlijden dan vrouwen en een drie keer zo grote kans om als gevolg van geweld te overlijden. Ondanks deze verschillen melden mannen een hogere mate van zelfgerapporteerde gezondheid, raadplegen minder vaak een arts en hebben minder vaak acute ziekten dan vrouwen. Het patroon van gezondheidsvoordeel ziet er in ontwikkelingslanden vaak anders uit.

Biologische verschillen

Een voor de hand liggende verklaring voor de verschillen in gezondheid tussen mannen en vrouwen is dat ze biologisch verschillen:

  • Vrouwen lijken grotere weerstand tegen ziekten te hebben.
  • Geslachtshormonen; door hoge concentratie oestrogeen lijkt het ontstaan van aandoeningen van de kransvaten te worden vertraagd doordat het bloedstolling tegengaat en het cholesterolgehalte van het bloed laag houdt. Door een hoge concentratie testosteron bij mannen wordt daarentegen het risico op bloedstolsels verhoogd.
  • Mannen vertonen sterkere fysiologische reacties op stress. (Kan ook te maken met het type stress waarin iemand wordt blootgesteld, dus hoeft niet altijd biologisch te zijn).

Verschillen in gedrag

  • Mannen tonen meer riskant gezondheidsgedrag: roken, alcohol drinken, dronken achter stuur, geen gordel om, niet deelnemen aan medische controles.
  • Mannen hebben vaker slechte werkomstandigheden dan vrouwen.
  • Vrouwen eten gezonder.
  • Mannen zoeken minder vaak medische hulp wanneer dit nodig is.

De oorzaken van deze gedragsverschillen zijn mogelijk van sociale oorsprong. Volgens Courtenay uiten mannen hun mannelijkheid en macht door gedrag te vertonen dat riskant is voor de gezondheid enn door geen blijk te geven van zwakte, zelfs niet als ze ziek zijn. Maatschappelijk normen versterken de aanname dat mannen onafhankelijk, zelfstandig, sterk en taai zijn.

Sociaaleconomische verschillen

Vrouwen ondervinden vaker negatieve invloed van sociaaleconomische factoren: ze blijven vaker thuis, werken meer in deeltijd, sociaal isolement (minder vrouwen hebben een auto, hebben een overleden partner en leven alleen). Dit kan ook een negatieve invloed hebben op de gezondheid.

Lees meer...

Minderheidsstatus en gezondheid

Een tweede groep factoren (1e groep was arm/rijk) waardoor mensen in een maatschappijn worden onderscheiden, is de vraag of ze een minderheids- of een meerderheidsstatus hebben binnen de algehele bevolking.

Etnische minderheden

Etnische minderheden: mensen die van de meerderheid verschillen wat betreft huidskleur, religie, enz. Bij de zoektocht naar verklaringen voor de relatief slechte gezondheid van mensen uit etnische minderheden moeten een aantal problemen in gedachten worden gehouden:

  • Het zou kunnen dat een onevenredig aantal mensen uit etnische minderheden eveneens tot een lage sociaaleconomische klasse behoort.
  • Mensen uit verschillende minderheden moeten niet als één enkele groep worden beschouwd.

Ondanks deze waarschuwingen is er een algemene uitspraak dat etniciteit van invloed is op de gezondheid hoewel verschillende factoren op verschillende etnische groepen van invloed zijn. Voor deze verschillen zijn een aantal verklaringen. Deze weerspiegelen in zekere mate de verschillen die aan de SES zijn gerelateerd:

  • Verschillen in gezond gedrag à veel Afro-Caraïbische mannen gebruiken grote hoeveelheden alcohol en krijgen alcoholgerelateerde aandoeningen. De Turkse en vrouwelijke Surinaamse bevolking eet relatief vee vet en binnen etnische minderheden doen mannen en vrouwen minder aan lichaamsbeweging.
  • De stress van mensen in minderheidsgroeperingen à gericht op sociale invloed van het hebben van een minderheidsstatus. Als gevolg van specifieke stressoren, zoals discriminatie, raciale intimidatie, en de eisen tot het behouden van de eigen cultuur of het veranderen daarvan, ervaren etnische minderheden mogelijk meer stress dan meerderheidspopulaties.
  • Toegang tot gezondheidszorg à sommigen hebben problemen met het verkrijgen van toegang tot gezondheidszorg. Bovendien krijgen patiënten uit etnische minderheden mogelijk minder vaak een dure behandeling wanneer ze eenmaal toegang tot het ziekenhuissysteem hebben. Arme gemeenschappen, die het grootste risico lopen op een slechte gezondheid, hebben meestal de minste toegang tot de volledige reeks preventieve diensten: een verschijnsel dat wel de ‘omgekeerde preventiewet’ wordt genoemd.

Andere minderheden

Een minderheidsstatus kan eveneens het gevolg zijn van verschillen in gedrag ten opzichte van de norm (bijv. homoseksuele mannen met HIV).

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen