DNA en RNA
- Gepubliceerd in Gezondheid
- Reageer als eerste!
DNA
- Desoxyribosesuiker
- Dubbelstrengig
- Ruggengraatsysteem met 2 strengen (complementair) : ruggengraat = verbindingen van
suikermoleculen. - aaneenschakeling van suikermoleculen met daartss fosfaatgroep die hydroxilgroep (OH)
koppelt aan CN3 streng van suiker + fosfaat. Hierop liggen basen. - Basen :
- Purines : adenosine (A), guanine (G)
- Pyrimidines : cytosine (C), thymine (T)
- 4 basen, telkens verbinding van 1 purine en 1 pyrimidine
- DNA-strengen zijn complementair
- 5 koolstofatomen in dioxiribosesuiker
- op 5e zit fosfaatgroep ( ) = 5’
- op 3e hangt hydroxylgroep (OH) = 3’
-> strengen bevatten 6 miljard nucleotiden, 1 nucleotide = basenpaar + suiker + fosfaat
-> DUBBELSTRENGIG, COMPLEMENTAIR EN ANTI-PARALLEL
RNA
- = ribosesuiker
- enkelstrengig
- U ipv T
- 5’ en 3’ uiteindes
Genetische code
= code voor aanmaak van eiwitten
eiwit opgebouwd uit aminozuren
20 verschillende aminozuren
1 nucleotidetriplet (3 basen per DNA-streng) bepaalt 1 aminozuur
WANT:
- stel 4 = basen op 2 = plaatsen
= 4x4 MH = 16MH
- stel 4 = basen op 3 = plaatsen
= 4x4x4 MH = 64 MH
Teveel MH = sommige tripletten coderen voor zelfde aminozuur
vb. Valine = CAA ; CAG ; CAT ; CAC
Meestal is 3e positie niet altijd even kritisch, maar KAN wel belangrijk zijn.