Menu

Economie en sociale verhoudingen 11de – 13de eeuw

De renaissance van de 12de eeuw zorgde voor een culturele en intellectuele revival, maar ook op economisch en politiek vlak kwam er een heropbloei. Er kwamen zeer sterke veranderingen, vooral in de economie met de landbouw, handel, nijverheid. Dat zorgde dan weer voor sociale en landschappelijke veranderingen. We kunnen ons echter de vraag stellen hoe nieuw die veranderingen waren en in hoeverre ze niet op een eerder gelegde
basis gebaseerd zijn.

Lees meer...

Geleidelijke schaalvergroting 11de -13de eeuw

Schaalvergroting vloeide voort uit huwelijkspolitiek en in mindere mate uit strijd. De Vlaamse Graven, Diederick en Filips van de Elzas streefden het meest naar een internationale rol en namen daartoe onder andere deel aan kruistochten en Filips kon de voogdij van de Franse kroonprins krijgen, net als de voogdij over zijn echtgenote en later kon hij huwen met een Portugese prinses. Dit alles vormt een bewijs van het voortleven van feodale ambitie en belangen. Daarenboven kende deze tijd een economische dynamiek en beide graven wisten daar hun voordeel uit te halen, zo stichtten ze steden, drongen hun recht op, … . Bovendien hadden ze meer financiële middelen, waardoor ze ambtenaren in dienst konden nemen en overigens gingen ze graven zich bezig houden met rechtspraak. Deze veranderingen duiden op de overgang van een feodaal gewest naar een ministaat. Deze overgang vond in de andere landsheerlijkheden pas veel later plaats. Tegen 1191, toen Filips van den Elzas kinderloos stierf, was Vlaanderen een modern bestuur gebied. Zijn opvolgers mengden zich in de internationale politiek en Vlaanderen verzwakte verder en het werd ingehaald door andere landsheerlijkheden.

De Graven van Vlaanderen hebben altijd moeite gehad met hun ambitieuze steden. In Brabant was deze verhouding altijd soepeler door de lage ontwikkelingsgraad van de steden en de kleinere macht van de hertogen. Brabant werd echter steeds machtiger, terwijl de macht in Vlaanderen afnam door een economische crisis.

De geschiedenis van Holland begint in de vroege 11de eeuw wanneer een graaf troepen van het Duitse Rijk versloeg. De macht van het geslacht nam toe met de verdere ontwikkeling van het gebied; het beheersen van water en het vruchtbaar maken van gronden. Het is de vraag in hoeverre landsheren rekening hielden met de bevolking. In Holland kunnen de waterstaatswerken als positief worden gezien, maar ze eisten veel van de bevolking. Het stichten van steden in de 13de eeuw, zorgde voor de ontplooiing van Holland, maar daarvan waren de edelen de verliezers, tenzij de steden niet zo sterk stonden.

Algemeen gezien kwam er meer en meer macht voor de burgers. Er kwamen meer en meer patriciers in het bestuur die zich gingen mengen in benoemingen. Overal kwam er dus een feodaal en maatschappelijk maatschappijpatroon, behalve in Friesland. Daar deelden de boeren de macht. De vorming van territoria berust dus op toeval.

Lees meer...

De landsheerlijkheden in het oude Lotharingen 11de – 13de eeuw

Alle andere landsheerlijkheden (behalve Artesië) die tot de latere Zeventien Provinciën behoorden, vormden oorspronkelijk Lotharingen. In de 11de eeuw kende dit gebied nog volop een wordingsproces. Die achterstand ten opzichte van Vlaanderen was te wijten aan de Duitse koning die nog reële macht uitoefende, met zijn rijksbisschoppen van Luik (= wereldlijk territorium; bleef verbrokkeld en onsamenhangende en bleef buiten de Zeventien Provinciën), Utrecht (= diocees dat ongeveer de huidige Nederlanden beslaat, bisschop kreeg ook een wereldlijk gebied, namelijk het Sticht) en Kamerijk (= wereldlijk gebied, het Kamerijkse).

Het Concordaat van Worms in 1122 bepaalde echter dat de Duitse koning geen bisschoppen meer kon aanstellen en hen geen wereldlijke macht meer kon geven. Dat betekende dat de Duitse vorst minder macht kreeg in de Lage Landen. Soms waren er Duitse vorsten die in onze gebieden macht wilden hebben in de praktijk, zoals ze die in theorie bezaten, vb. Frederik I Barbarossa. In het algemeen echter, waren de Duitse vorsten te veel op Italië gericht en kwamen ze op die manier in conflict met de pausen en met de machtige Noord-Italiaanse steden. Uiteindelijk zou de strijd tussen de Hogenstaufen en de Welfen er voor zorgen dat er volledig een einde kwam aan de macht van de Duitse vorsten in onze gewesten.

De landsheerlijkheden groeiden, net zoals Vlaanderen, vanuit een versterking dat samenging met een commercieel centrum. Zo kwamen ze met elkaar in contact; vaak militair, maar ook via huwelijkspolitiek.

Lees meer...

De voorsprong van Vlaanderen 11de – 13de eeuw

Het ontstaan van het graafschap Vlaanderen werd in het vorige hoofdstuk reeds besproken. In dit gebied had de leenman twee leenheren, namelijk de koning van Frankrijk en de Duitse keizer. Hieruit blijkt dat de trouw aan de leenheer ondergeschikt is aan de eigen belangen. Bovendien gingen de machthebbers in Vlaanderen zich door de expansie in Lotharingen ook mengen in de machtsstrijd daar.

In de 11de eeuw was Vlaanderen al enige volgroeid. Het bewijs daarvan is dat in het bestuur het systeem van kasselrijen werd ingevoerd met aan het hoofd burggraven. Deze laatste zijn feodale heren die het gezag van de landsheer vertegenwoordigen. Het gebied was dus onder controle. In de 11de eeuw namen de graven maatregelen om het gebied te ontwikkelen. Er kwam een stedelijke groei, wegen en kanalen werden aangelegd en stadskeuren werden afgekondigd. Bovendien stond Vlaanderen ook voor op institutioneel, economische en cultureel vlak.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen