Menu

Theorie en methodologie

Theorie: samenhangend geheel v/ algemene en toetsbare verklarende proposities.
Methodologie: geheel v/ regels en procedures die men in acht moet nemen om deze theoretische proposities a/d empirische toets te onderwerpen.
-> wisselwerking tussen die twee maakt een discipline wetenschappelijk, maar wordt in werkelijkheid zelden bereikt: impressionistisch (geen toetsbaarheid) <-> empiricistisch (geen theoretische basis)

Lees meer...

Paradigma’s in de sociale wetenschappen?

3 redenen waarom paradigma’s in de sociale wetenschappen van een andere aard zijn dan paradigma’s positieve wetenschappen:

1) Sociologie: nooit een fase van ‘normale wetenschap’ maar altijd crisis. Constant meningsverschillen onder sociologen over de aard v/hun onderwerp en aard v/d sociologie als wetenschap + geen opeenvolging van paradigma’s maar verschillende paradigma’s tegelijkertijd. Sociologie is ‘polyparadigmatisch’.

2) Sociologie: ideologische en normatieve lading v/paradigma’s. de meeste paradigma’s hebben een politieke pendant. Vb: functionalisten zijn eerder conservatief.

3) Niet enkel sociologen, maar ook actoren werken met paradigma’s over de sociale werkelijkheid -> ‘probleem v/d dubbele of secundaire hermeneutiek’: Sociologie is een soort herinterpretatie van een al geïnterpreteerde werkelijkheid (mensen proberen elkaars handelen te begrijpen).

Lees meer...

Thomas Kuhn over paradigma’s en de ‘structuur van wetenschappelijke revoluties’.

The structure of scientific revolutions:aanleren en beoefenen van een wetenschap = leren en toepassen van basisvoorbeelden. Vb. optica: Huygens <-> Newton: paradigma v/d golf

Boom van kennis: boom wordt steeds groter en je kan er steeds meer vruchten van plukken, we weten steeds meer, ..

Kuhn verwerpt de opvatting dat wetenschap stapje voor stapje vooruit gaat, en nieuwe kennis bij oude wordt gevoegd zodat het kennisvolume alsmaar toeneemt (ook kwestie van foutieve kennis verwerpen). De wetenschap zou er dan heel anders uitzien wanneer er een andere tak was gekozen, het zou teveel van toevalligheden afhangen. -> maar wel: wetenschap gaat gepaard met breuken en revoluties.

Evolutie van de wetenschappen: 4fasen
1. Normale wetenschap (oplossen puzzel: eerst kaders en hoeken, daarna invullen): wetenschappers zijn het eens over grote lijnen en belangrijkste inzichten, proberen kennis te verfijnen. Wetenschap als collectieve bezigheid.
Vb 18de E: eensgezindheid paradigma golf: meeste fysici aanhanger van Newton: licht=deeltjes
2. Anomalieën en wetenschappelijke ontdekkingen: empirische vaststellingen die onmogelijk binnen het oude denkkader kunnen geinterpreteerd en verklaard worden. Men vindt iets nieuws. Besef dat er onvolkomenheden zijn in het paradigma waarmee men werkt, maar men houdt er toch aan vast bij gebrek aan beter.
Vb. vaststelling dat licht zich niet altijd gedroeg zoals men van een golf zou knn verwachten.
3. Crisis en wetenschappelijke revoluties wanneer aantal wetenschappers met nieuw paradigma aankomen. Wetenschappelijke gemeenschap wordt in 2 gesplitst: voor sommigen is dit het antwoord op vragen en anomalieën <-> anderen blijven bij oude paradigma waarmee ze vertrouwd zijn.
Vb. 20ste E: Huygens <-> Newton: Huygens zegt licht = golf, eind 19de E weer afstand van deze stelling
-> verschillende opvattingen binnen wetenschap vb ouderen tgo jongeren.
4. Nieuwe fase van normale wetenschap: 1 v/d 2 paradigma’s haalt het en er komt een nieuwe consensus. Eensgezindheid over dominante paradigma binnen discipline. Wetenschap wordt opnieuw ‘normaal’.

Kuhn: overgang van ene paradigma naar andere is niet het gevolg van een rationele discussie over kwaliteiten van ene of andere paradigma, maar keuze is grotendeels irrationeel. Men neemt het aan of men neemt het niet aan. Een oud paradigma kan pas echt definitief overwonnen worden als de generatie van wetenschappers die met dit paradigma gewerkt hebben, v/h toneel verdwijnt.

Kritiek op Kuhn:

1) Geen eenduidige definitie van de term paradigma, daarom verschillende definities van het woord paradigma in de literatuur.

2) Stelling dat de keuze tussen paradigma’s niet rationeel beargumenteerd kan worden is zeer betwistbaar. Sommige paradigma’s hebben meer verklarende waarde dan anderen.

Lees meer...

Paradigma en theorie

Paradigma betekent ‘voorbeeld’, m.b.v. enkele voorbeelden kan je de rest ontsluiten. Basisvoorbeeld op basis waarvan je alle andere sociale handelen en processen kan verklaren.
Vb: conflictparadigma, ruilparadigma (voor wat hoort wat), enz.
-> Ieder verschijnsel kan je decoderen m.b.v. je eigen paradigma.
Oude Grieken: paradigma om schoolvoorbeelden aan te duiden (wwn)
Deze voorbeelden kun je niet bewijzen, het zijn uitgangspunten.

Waar komt het begrip paradigma vandaan? Thomas Kuhn

Lees meer...

De wetenschap moet aan het geloof worden aangepast

a.i. Sociaal darwinisme: ‘de wet van de sterkste zijn gang laten gaan”

a.ii. Jonge aarde –fundamentalisten  Het apenproces/scopesproces (1925) met leraar John Thomas Scopes (anti-evolutiewetten bleven bestaan)

a.iii. 1968: Susan Epperson  1ste amendement  het verbod op aanleren van evolutie was sedertdien ongrondwettelijk!

a.iv.Creatiewetenschappen (Creation research): tijdschriften, radio-uitzendingen, musea, boeken,

a.v. Jaren ’70: “gelijke-tijd regel”  1987: proces  het einde van creatiewetenschappen

a.vi.Intelligent Design (vermomd creationisme): Bruce Chapman  Discovery Institute Center for Science and Culture CSC

a.vii.Process van Dover (2005)  ID afgevoerd als wetenschap door judge Jones

 ID is verkapt creationisme en hoort thuis in theologie of religie, maar beantwoordt in geen enkel opzicht aan zelfs de meest elementaire regels van de wetenschappen.

  • Agressieve middelen met het oog op het grote gelijk
  • Wetenschappelijk gediplomeerden inzetten voor hun onwetenschappelijke acties (bv. Jonathan Wells)
  • Ongelijk krijgen in wetenschappelijke discussies wordt steevast volkomen genegeerd.
  • “irreducible complexity”
  • Doordat alle voorvallen afhangen van wetmatigheden (antitoevalsfactor) die zich voordoen in bepaalde omstandigheden (toevalsfactor) is het onstaan der dingen steeds uniek en irreversibel.
  • Het berekenen van de waarschijnlijkheid dat iets kan ontstaan  schijnbare contradictie. De essentie is dat een proces, verloop of wetmatigheid steeds tot iets leidt, wat de kansen ook mogen zijn. Dit geldt voor elke gebeurtenis.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen