Menu

Hoe komen we aan kennis volgens Kant?

-> Mensen hebben gewaarwordingen (= zintuiglijk aspect). Deze gewaarwordingen worden doorgestuurd naar onze geest en in categorieën onderverdeeld. De geest is een mal die de zintuiglijke waarneming bewerkt. De twee belangrijkste categorieën zijn ruimte en tijd. Ruimte en tijd zijn kenmerken van de geest, geen kenmerk van het ding an sich. Kennis is dus een mengeling van wat we waarnemen en hoe de geest dit bewerkt. Met een moraal werkt dit hetzelfde. Onze geest weet hoe we moeten handelen, het is niet aangeleerd maar aangeboren -> ‘’ behandel een ander zoals je zelf behandeld wilt worden’’.
Reactie Durkheim: De geest beïnvloed idd het handelen, maar dit is niet aangeboren, maar de norm is aangeleerd. De plicht is de samenleving die onze strot toeknijpt zodat we niet anders kunnen. Zo wordt het verinwendigd.

Lees meer...

intellectuele achtergrond

Durkheim neemt een kritische houding in t.o.v. de Franse, Engelse en Duitse traditie -> hij is geen ‘volger’.
Kritische houding: Tussen conformisme (alles geloven) en scepticisme (alles verwerpen). Je neemt een positie in t.o.v. een bepaald thema en gaat ermee in debat, je beargumenteert je positie.

Franse invloed: rationalisme en positivisme. Invloeden van:
1. Descartes: heldere stijl en consequente denkwijze.
2. Comte: belangrijke thema’s, overtuiging van sociologie als eigen wetenschap, gerichtheid op feiten.

Duitse invloed: Kants plichtethiek. Kant en Durkheim: moraal bestaat uit een plichtsgevoel. Volgens Kant is dit plichtsgevoel bovenhistorisch geworteld in de menselijke rede, volgens Durkheim ligt de oorsprong ervan in de maatschappij.

Lees meer...

Maatschappelijke en intellectuele situering

a) maatschappelijke achtergrond
In Frankrijk was er in die tijd een sterke breuk tussen links en rechts -> veel spanningen, zoals de oorlog van 1870. De Franse Revolutie werd gevolgd door het absolutisme onder Napoleon, het streven naar Restauratie, twee nieuwe revoluties, Parijse Commune (arbeiders wilden zelfbestuur), Frankrijk weer terug naar een republiek, economische crisissen, en schandalen zoals het Panamaschandaal (corruptie bij aanleg bij Panamakanaal. Had internationaal financiële gevolgen).

Conflicten die hij van dichtbij beleefde en ervoor zorgde dat men twijfelde of de Franse Revolutie wel goed was geweest:
1. De schoolstrijd. Aanhangers van de republiek wilden dat de kerk niet langer een rol speelde in de organisatie van het onderwijs -> kerk verloor.
2. Dreyfus- affaire. Een franse officier van joodse afkomst werd valselijk beschuldigd van landverraad. Hij werd veroordeelt maar in hoger beroep vrijgesproken want het bewijsmateriaal leek vervalst. Frankrijk wilde zijn fouten in de schoenen van 1 pers schuiven. Frankrijk raakte hierdoor verdeeld.

Durkheim dacht dat de maatschappij slecht haar samenhang en duurzaamheid zou herkrijgen wanneer zij een sterke collectieve dwang op de individuen zou uitoefenen. Samenhang kon verkregen worden door:
1. De organisatie, met name arbeidsspecialisatie
2. Door een consensus over waarden en solidariteit
3. Door dit alles te onderbouwen met collectieve rituelen.

Durkheim is de socioloog van het crisisbesef -> er moest een nieuwe consensus komen; sociologie als moraalwetenschappen.

Lees meer...

Emile DURKHEIM

Durkheim is een van de grondleggers van de moderne sociologie, samen met o.a. Marx en Weber. Hun gezamenlijke grondvraag v/d sociologie was: ‘’ moet de samenleving begrepen worden vanuit het individu, of is het individu eerder een product v/d maatschappelijke factoren, of geldt zowel het een als het ander?’’. Allen hadden een andere visie hierop. Volgens Durkheim was er geen mens zonder de maatschappij, de samenleving maakt de mens. Weber zegt dat de zinvolle activiteit vertrekt vanuit het individu, mensen zijn zinvol betrokken bij elkaar. -> 2 ‘soorten’ van sociologie. De invloed van Weber gold vooral in Duitsland, van Durkheim in Frankrijk. Beiden hebben sociologie daar op de kaart laten komen, Durkheim in combinatie van sociologie/ pedagogiek.

Durkheim kent een overheersende betekenis toe aan ‘sociale feiten’. De sociologie bestudeert sociale feiten. Het belangrijkste kenmerk van een sociaal feit is dat het een externe morele druk uitoefent op het gedrag van mensen. Door de nadruk op de feitelijkheid van sociale feiten te leggen, bakent Durkheim de sociologie af van andere disciplines. Sociologie is een wetenschap met als object sociale feiten.

Biografische situering
1858 geboren in Frankrijk. Van joodse afkomst en vader en opa rabbijn. Durkheim is zelf al vanaf jonge leeftijd agnost, maar heeft wel een sterke sociologische interesse voor godsdienst. Hij heeft gestudeerd in Parijs: Ecole Normale (ver van zijn huis, bijzonder voor die tijd). Was een eliteschool. Hij had het niet naar zijn zin: er was teveel aandacht voor retoriek, te weinig voor feiten. Paar jaar als leraar gewerkt, extra studie gevolgd in Berlijn. Daar geïnspireerd door Wundt (v/d psychologie). Durkheim probeerde sociologie zo scherp mogelijk af te bakenen van de psychologie. Daarna ging hij terug naar Frankrijk: Bordeaux waar een professoraat was ingericht voor hem in de pedagogie en sociale wetenschappen. Vanaf 1902 als professor in Sarbonne. Hij verloor zijn zoon in de oorlog en stierf in 1917. Het was een ascetisch man: zonder frivoliteit en zijn leven viel samen met zijn werk. Zijn werk bevat zijn ziel.

Lees meer...

De vier hoofdparadigma’s

2 basisvragen over de aard v/d sociale werkelijkheid:
1.Bepaald door deterministen of handelingsvrijheid?
2. Individuen of collectieve actoren als uitgangspunt?

Situationeel bepaald gedrag

handelingsvrijheid

Collectieve actor

conflicttheorie

functionalisme

Individu

ruiltheorie

Symbolisch interactionisme

Functionalisme: consensus
Symbolisch interactionisme: handelen is betekenissen uitwisselen

+ zie tabel

Lees meer...

Ontwikkeling sociologische theorie

1. Klassieke fase: eigenzinnige auteurs vb: Comte, Weber, Spencer, …
Grondleggers leggen basis op hun eigen manier. Allemaal eigen denkkader, ieder voor zich. Ze beantwoorden allemaal wel aan een soortgelijke vraag, maar allen op zo’n andere manier, dat deze theorieën niet zomaar tot één zijn samen te smelten.

2. Moderne fase: paradigma’s
-> Proberen de verschillende theorieën tot 1 te maken.
Functionalistische paradigma, conflictparadigma, ruilparadigma, symbolisch interactionisme, fenomenologie, sociobiologie, …

3. Hedendaagse fase: eclecticisme
Pogingen om paradigma’s samen te rapen uit verschillende stromingen, verschillende perioden geschiedenis en zo tot één geheel te vormen. Zeer complex en op den duur contraproductief.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen

Door het bezoeken van onze website gaat u ermee akkoord dat wij cookies gebruiken om ervoor te zorgen dat u de beste ervaring krijgt.
Ik begrijp het !