Menu

Impressionmanagement

  • Vereist een sterk zelfbewustzijn: we moeten begrijpen wat we zijn en dan handelen naar hoe we willen gezien worden, wie ben je? Waar wil je naartoe?

Een slecht uitgevoerd impressiemanagement kan nefast zijn.

  • De poging om anderen zo ver te krijgen dat ze je zien zoals je gezien wil worden

  • Twee belangrijke strategieën:
    • Vleien, vaak voor hogere-status figuur

Het is wel belangrijk dat het duidelijk is dat het niet geacteerd is

  • Zelf-handicap: hindernissen en excuses van tevoren creëren

-Van tevoren redenen voor mogelijk falen verzinnen (vaak cognitief, eerder dan actief) bv. Bij examen, op voorhand redenen verzinnen voor falen

-Echt het zichzelf moeilijk maken door actie

Kan invloed hebben op intrinsieke motivatie als de handicap extrinsiek gezocht wordt. We kunnen in onze excuses gaan geloven en dan minder moeite doen om bijvoorbeeld in iets te slagen.

Lees meer...

De sociale wereld interpreteren: cognitieve evaluatietheorieën over emotie

Soms voelen we een illusoire opwinding die we ook willen verklaren aan de hand van beschikbare informatie.

Onderzoek Vallins

Proefpersonen:

Mannelijke studenten

Dekmantel: ‘Fysiologische reacties op sexueel geladen beelden’

Opdracht: 10 foto’s uit de playboy bekijken

Manipulatie:

  • Sommige proefpersonen horen hun eigen hartslag (dit is niet zo)
  • Andere proefpersonen horen een irrelevant geluid
  • Eigenlijk gaat het over hetzelfde geluid dat soms vertraagd en soms versneld

Meting:

  • Beoordeling aantrekkelijkheid van de foto’s
  • Voorkeur voor bepaalde foto’s
  • Beoordeling lang na het experiment

Resultaten: zie grafiek ppt

Een versnelde hartslag/geluid duit op opwinding. Men gaat die opwinding toeschrijven aan de foto en niet aan het geluid, terwijl dat wel zo is.

Bij de andere is er sprake van opwinding maar die is min of meer gelijk voor alle foto’s.

Lees meer...

De verkeerde oorzaak vinden: misattributie van arousal

Meestal vinden we een terechte verklaring/interpretatie voor onze opwinding. Maar soms, als er meerdere verklaringen mogelijk zijn, kiezen we de verkeerde.(=misattributie)

Onderzoek Dutton & Aron

Proefpersonen: mannelijke toeristen bij een ravijn

Situatie: de proefpersonen hebben net een gevaarlijke brug overgestoken. Er zijn twee bruggen die elks verschillen in de opwinding die deze bruggen veroorzaken. 1 brug is een vaste brug over een miniravijn, de andere is een gevaarlijke/loshangende brug over een diepe ravijn. Na het oversteken van de brug, stapt de onderzoeker op hen af met de vraag wat de invloed is van het landschap op hun creativiteit.

Dekmantel: ‘Onderzoek over de invloed van het landschap op de creativiteit’

  • Verhaal verzinnen bij vage tekening (T.A.T item: de prenten worden ook gebruikt in een klinische praktijk waarbij 1 of ander syndroom wordt vermoed)
  • Indien gewenst, later uitleg van de interviewer (een aantrekkelijke vrouw)

Manipulatie:

  • Opwinding door de brug ( persoon die de brug net is overgestoken of persoon die al een beetje gekalmeerd is)
  • Interviewer is een man of een vrouw

Meting:

  • Sexuele inhoud T.A.T
  • Aantal ppn die telefoneren met de interviewer voor meer info

Resultaat:

  • Effect op beide metingen, zowel bij vaste als bij losse brug
  • Als de interviewer een man is: er is een nauwelijks verschil tussen de twee bruggen.

Als de interviewer een vrouw is: meer seksuele inhoud in de verhaaltjes + meer telefoontjes

  • De mannelijke deelnemers die de gevaarlijke brug oversteken, vertonen nog meer seksuele inhoud. Hoewel het om de zelfde vrouw gaat, wekt die vrouw meer op bij mannen die een grote opwinding hebben door de brug.

Door de mannen zelf wordt de opwinding toegeschreven aan de vrouw terwijl het nog gaat over de opwinding van de brug. (Seksuele opwinding wordt ten dele gedreven door opwinding die daar niet vandaan komt)

Lees meer...

Onze emoties begrijpen: de twee-factorentheorie van emotie

We kunnen emoties afleiden uit ons gedrag.

Schachter: Two-factor theory of emotion (het begrijpen van emoties gebeurt in 2 stappen)

1) We moeten kijken naar de dingen die objectief zijn, de fysieke toestanden

2) Zoeken naar een geschikte verklaring voor die objectieve dingen door te gaan vergelijken met anderen

De sociale vergelijkingstheorie van Schachter zit erin vervat

Onderzoek Schachter & Singer:

  • Hypothesen:

- Geen opwinding: geen emotie (geen specifieke gevoelens)

- Opwinding verklaring/interpretatie?

- Objectieve verklaring: ‘niet-emotioneel’, geen emotie

- Subjectieve verklaring: geen verklaring: sociale vgl en evaluatieve emotie

  • Dekmantel:

“De invloed van vitamine op gezichtsscherpte”, via injectie kregen mensen zogezegd vitamines ingespoten + ze moesten de wachttijd met iemand anders doorbrengen

  • Manipulaties:
    • Opwinding (epifrine vs. zoutoplossing)

Zoutoplossing: geen info over eventuele bijkomende symptomen

Epifrine: verkeerde info over bijkomende symptomen

  • Beschikbaarheid verklaring voor opwinding (geen, juist, fout)
  • Gedrag 1 ‘lotgenoot’ wachtperiode (woedend vs.euforisch)
  • A.V. meting:
    • Gedrag (observatie via doorkijkspiegels)
    • Zelfbeschrijving woede-irritatie/blijdschap (5-puntschalen, samengestelde score)
    • Resultaat:

Zie ppt. + bk. P.163

  • Methode: manipulaties geslaagd?
    • Opwinding: fysiek-mentaal
    • Beschikbaarheid van verklaring (als er een verklaring is (info epifrine) wijten hun gedrag daar aan)
    • Interpretatie:

Het gedrag van een ander beïnvloedt de emotie van de ppn zonder een passende verklaring voor de opwinding. Dit is wel alleen geldig t.a.v. heranalyse na herverdeling van de condities

Quasi-expirement geworden!

Lees meer...

Intrinsieke versus extrinsieke motivatie

Dit proces van zelfperceptie ligt aan de basis van het onderscheid tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie:

- Intrinsieke motivatie: eigen gedrag als intern veroorzaakt

- Extrinsieke motivatie: eigen gedrag als extern veroorzaakt (bv. Beloning voor het lezen van boeken)

Het gevaar van extrinsieke motivatie  overjustification effect: omdat er extrinsieke redenen zijn, gaat men het intrinsieke onderschatten. Bij het toevoegen van extrinsieke motivatie zal het gedrag met snelheid toenemen. Als we daar te veel over nadenken, kan het wel eens zijn dat men het gedrag in zijn geheel gaat toeschrijven aan extrinsieke redenen.

Onderzoek Greene et al.

  • Opdracht: men speelt met basisschool-kinderen een wiskundespelletje
  • O.V.: motivatiegroep (extra motivatie) vs. controlegroep
  • Motivatie bereiken via credietsysteem (hoe langer men het spelletje speelt, hoe meer men beloond wordt)
  • Grafiek: basislijn (zonder enige beloning), Credits (met beloning), Nameting (zonder beloning maar gemeten na het creditsysteem)

Wat wordt er gemeten? Hoeveel tijd heeft het kind gemiddeld genomen aan zo’n wiskundespel?

Het belangrijkste is de nameting, wat gebeurt er als het creditsysteem wegvalt?

Ze komen op het niveau dat samenvalt met de basislijn en daarna gaan ze de dieperik in.

Reden hiervoor: De foute interpretatie van de redenen van het eigen gedrag

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen