Menu

Voorwaarden voor informationele sociale invloed

  • Ambigue situatie (als de situatie onduidelijk is):

Als het gewenste gedrag overduidelijk is, is er geen nood om naar anderen te kijken (merk op: een andere vorm van beïnvloeding kan ook)

  • Crisis-situatie:

Vaak tegelijk ambigu. Geen tijd om na te denken, dus automatische acties (en blijkbaar is conformisme zo’n automatisme)

  • Wanneer anderen expert zijn of lijken (ze komen zelfzeker over)

Iemand die de leiding neemt, lijkt een expert te zijn

  • Impliciete persoonlijkheidstheorie
Lees meer...

Nadelen van informationeel conformisme

  • Typisch voor een crisissituatie: je moet snel iets beslissen en dan is het gedrag van anderen een grote bron van informatie
  • Moeilijk interpreteerbaar, ambigu
  • In een belangrijke situatie, sterke informatie van anderen maar er is geen overdracht van een rolmodel
  • Le Bon:besmetting: de snelle verspreiding van emoties of gedrag door een menigte
  • Voorbeelden:
    • Orson Welles: radioshow (War of the worlds)
    • Tsunami: ramp op tweede kerstdag vs. reacties nadien
    • Effect van fictie (TV) als ze in een soortgelijke situatie verkeren
    • Psychogene groepsziekte:

= letterlijk een besmetting van ziekte-gedrag die lijkt op een fysieke besmetting

Voorbeeld: school in VS, leerkracht voelt zich onwel omdat ze benzinegeur ruikt, na haar volgen er ook veel leerlingen die zich onwel voelen. Ook in andere klassen vindt dit fenomeen plaats,…

Andere voorbeelden: mode-diagnoses zoals ADHD, autisme, dyslexie, depressie

Lees meer...

Het belang van accuraat zijn

Belangrijke variabele in de sterkte van informationele sociale beïnvloeding: hoe belangrijk is het voor het individu om de opdracht accuraat (=nauwgezet) uit te voeren?

Onderzoek Baron et al (=belangrijk sociaal psycholoog)

Inhoud: ooggetuigen moesten daders indentificeren

Ze moesten een moeilijke taak uitvoeren, ze kregen eerst de dader te zien op de dia, daarna kregen ze heel snel achter elkaar 4 andere personen te zien, één van hen was de dader maar met andere kleren aan. De taak werd extra moeilijk gemaakt doordat de dia’s heel snel achter elkaar getoond werd. Op het einde moest men vertellen wie de dader volgens hen was.

Ze moesten hun antwoord in een groep van 3 personen luidop zeggen. 2 van de 3 waren pseudo-proefpersonen, zij hadden op voorhand hun tekst ingestudeerd. Zij vertelden altijd de verkeerde antwoorden.

O.V.: het belang van de taak

Voor sommigen was de taak van groot belang + kreeg men een beloning achter

(belangrijk voor het individu om de taak accuraat uit te voeren)

Voor anderen was de taak van klein belang, het was een probeersel

(niet zo belangrijk om de taak accuraat uit te voeren)

Resultaat: meer conformisme (geloof in wat anderen zeggen) bij groot belang (51 procent vs. 35 procent). Ze beantwoorden de vraag “wie is de dader?” dus met het foute antwoord van de pseudo proefpersonen.

Onderzoek Levine et al

Proefpersonen moesten beslissingen nemen in groep.

Opdracht: ze moesten “nonwoorden” herkennen. Ze kregen eerst een aantal nonwoorden te zien, daarna kregen ze een lijst met allemaal nonwoorden en moesten ze de geziene nonwoorden er zo snel mogelijk uit halen.

O.V.: risico (via beloningsschema)

ü Groot risico: beloning voor correctheid

ü Klein risico: straf voor fouten

Maar!: objectief vergelijkbare beloning

Resultaat: meer conformisme in de conditie met groot risico (zelfs onafhankelijk van discussie)

Lees meer...

Informationele sociale invloed: de behoeft om te weten wat ‘juist’ is

 Invloeden van anderen op je eigen gedrag omdat je onzeker bent wat het juiste, geschikte gedrag is. Het gedrag van anderen is een bron van informatie.

Onderzoek Sherif

Wat? Autokinetisch effect bij mensen (=helemaal donkere kamer, 1 wit stipje, dit lijkt te bewegen maar dat is helemaal niet zo. Dat lijkt zo omdat je geen referentiepunt hebt waarom je je kan baseren, je hebt geen achtergrond)

Eerste fase:

De proefpersonen moeten beoordelen hoeveel het stipje verschuift. Dit hangt dus van persoon tot persoon af. Sommige zeggen dat het stipje 2 centimeter verschuift, anderen zeggen dat het stipje 25 centimeter verschuift.

Tweede fase:

De proefpersonen moeten terugkomen, deze keer zitten ze niet alleen in een donkere kamer maar samen met nog 2 of 3 anderen. Ze moeten samen overleggen hoeveel het stipje verschuift. Dit doen ze door zich te conformeren naar de anderen toe, uiteindelijk komen ze tot een gezamenlijk besluit. (=Innerlijke acceptatie: mensen gaan zich conformeren aan het gedrag van anderen omdat ze echt geloven dat deze mensen gelijk hebben)

Het gaat hier ook over persoonlijke overtuiging, de sterkte van dit fenomeen is te wijten aan informationele sociale beïnvloeding

Derde fase:

De personen werden nog is gevraagd de test te doen, wat bleek? Ze bleven het antwoord van de groep herhalen.

  • Toepassingen van informationele sociale beïnvloeding:

- Zogenaamde “sociale normen methode” in voorlichting en preventie:

In plaats van de individuele risico’s aan te pakken (de schrikmethode), de sociale norm voor een bepaald gedrag naar voren brengen:

Anderen doen gedrag X zo vaak

Effect: minder mogelijkheid om de boodschap weg te redeneren

Vergelijk met comparatief optimisme: je vindt jezelf beter dan anderen, ten dele doordat je de andere pessimistisch inschat

Vergelijk met third person effect: boodschappen die negatief zijn en niet persoonlijk genoeg op het individu gericht zijn, daarvan gaat men denken dat ze op iemand anders gericht zijn.

Lees meer...

Paul Verhaegen = psycholoog en schrijver

Al het slecht in de geschiedenis is volgens sommige mensen toe te schrijven aan één klein groepje mensen die het slecht menen. Dat is niet correct volgens hem, het is namelijk toe te schrijven aan situatiefactoren.

Gruwelijke voorbeelden van gevolgen van conformisme

  • Air Force Academy: misbruik van vrouwen
  • Shannon Faulkner: vrouwelijke kadet
  • Heaven’s Gate: massale zelfmoord
  • My Lai: dorp uitgemoord
    • De overtreding van een verboden norm leidt tot de voorbeelden
    • De aanwezigheid van wapens is vaak een bezwarende factor
    • Er zijn voor alle voorbeelden andere verklaringen mogelijk dan conformise (bv. Sadisme)
    • MAAR het is wel duidelijk dat de sterke sociale invloed leidt tot een wijziging van het gedrag in functie van de impliciete of expliciete verwachtingen van anderen
Lees meer...

Conformisme, waar en waarom?

  • Meest directe vorm van sociale beïnvloeding
  • Conformiteit = de verandering van gedrag onder invloed van de reële of imaginaire druk van anderen.
    • Gedrag stellen naar hetgene dat anderen doen
    • Gedrag stellen naar wat anderen van ons vragen te doen
    • We doen niet exact wat anderen zeggen, maar we passen ons eigen gedrag wel aan in functie ervan, kan ook enorm negatieve gevolgen hebben (vietnamoorlog)

Er is gradatie in sociale beïnvloeding van mensen:

Gehoorzaamheid: Iemand doet iets voor en

Men zegt dat je iets moet doen jij volgt dat omdat je het verlangen
en je doet dat, owv bevelen. Voelt het geloof en standaards van anderen te volgen

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen