Item gefilterd op datum: december 2012

- Hoe meer onzekerheid, hoe groter de noodzaak voor de flexibiliteit van een organische structuur

- Een mechanistische structuur is daarentegen meer geschikt in stabiele en voorspelbare
omstandigheden

• De gebruikte technologie heeft invloed op de organisatiestructuur
  
  
• Woodwards classificatie van bedrijven gebaseerd op de complexiteit van de gebruikte technologie
• Stukproductie Productie van items in eenheden of kleine hoeveelheden
• Massaproductie

• Productie van items in grote hoeveelheden
• Procesproductie ononderbroken productie van items
• Routineuze technologie = mechanistische organisatie
• Niet-routineuze of afwisselende technologie -> organische organisaties

- Grote bedrijven worden meer door specialisatie, taakgroepering, centralisatie en regels
gekenmerkt dan kleine bedrijven
- Hoe groter een bedrijf wordt, hoe minder invloed de grootte op de structuur heeft
- Als een bedrijf groter wordt verandert de structuur van organisch naar mechanistisch

- Grote bedrijven worden meer door specialisatie, taakgroepering, centralisatie en regels
gekenmerkt dan kleine bedrijven
- Hoe groter een bedrijf wordt, hoe minder invloed de grootte op de structuur heeft
- Als een bedrijf groter wordt verandert de structuur van organisch naar mechanistisch

De structuur van een bedrijf moet afgestemd zijn op de doelstellingen omdat de strategieën van het
bedrijf invloed hebben op deze doelstellingen is het logisch dat ook de strategie en de structuur met
elkaar te maken hebben.

De meeste strategiestructuren zijn op 3 zaken gericht:

1. Innovatie
Waardevolle en unieke nieuwe uitvindingen

2. Kostenbesparing
Strakkere uitgaven

3. Imitatie
Verkleinen van risico

Formalisering verwijst naar de mate waarin werkzaamheden in de organisatie zijn gestandaardiseerd
en de activiteiten van een persoon door regels en procedures worden gestuurd

• Als de formalisering hoog is, hebben WN’s weinig te zeggen over wat er moet gebeuren. en werkt met taakbeschrijvingen, regels en procedures
• Als de formalisering laag is, hebben WN’s veel keuze in de manier waarop ze hun werk uitvoeren

1. Centralisatie

De mate waarin het nemen van beslissingen op een enkel punt in de organisatie, geconcentreerd is

-> Factoren die centralisatie beïnvloeden

- Stabiele omgeving
- Lagere managers zijn minder ervaren in het nemen van beslissingen dan middenmanagers
- Lagere managers willen geen stem in het beslissingsproces
- De beslissingen zijn erg belangrijk
- Het bedrijf zit in een crisis of loopt de kans failliet te gaan
- Het bedrijf is groot

2. Decentralisatie

De mate waarin lagere managers en overige WN’s invloed op het beslissingsproces uitoefenen

-> Factoren die decentralisatie beïnvloeden

- De omgeving is complex en onzeker
- Lagere managers zijn ervaren in het nemen van beslissingen
- Lagere managers willen een stem in het beslissingsproces
- Beslissingen zijn onbelangrijk
- Bedrijfscultuur is open en moedigt inspraak aan
- Het bedrijf is geografisch verspreid

- Gezag
Het recht van de manager om ondergeschikten te vertellen wat ze moeten doen

- Verantwoordelijkheid
De acceptatie van de verplichting om toegewezen taken uit te voeren

- Eenheid van gezag
Het managementprincipe dat iedere werknemer maar aan één manager verantwoording
hoeft af te leggen

Groepen medewerkers die zich in verschillende gebieden hebben gespecialiseerd en die samen aan
een project werken

1. Functiegerichte taakgroepering
Groepering van taken op basis van de uitgeoefende functie

2. Productgerichte taakgroepering
Groepering van taken op basis van productlijn

3. Geografische taakgroepering
Groepering van taken op basis van locatie zoals de noordelijke, zuidelijke of westelijke regio’s
waarin een bedrijf actief is of per provincie, land of continent

4. Procesgerichte taakgroepering
Groepering van taken op basis van product- of klantstromen

5. Klantgerichte taakgroepering
Groepering van taken op basis van klantgroepen