Item gefilterd op datum: december 2012

1. Communicatie zonder woorden

- Geluiden
met specifieke betekenis of waarschuwing
- Beelden
Die ons gedrag controleren of aanmoedigen
- Gedrag
Dat betekenis heeft
- Kleding en omgeving
Die status impliceren

2. Lichaamstaal

Gebaren, gelaatsuitdrukking en andere lichaamssignalen die een bepaalde betekenis overbrengen

3. Intonatie

Een nadruk die op bepaalde woorden of lettergrepen wordt gelegd en die een bepaalde
betekenis overbrengt

- Persoonlijk gesprek
- Telefoon
- Vergadering
- Presentatie (memo’s)
- Brieven
- Faxen
- Bedrijfspublicatie
- Prikbord
- E-mail
- Voicemail
- …

1. Boodschap
Het doel dat moet worden overgebracht

2. Codering
Het omzetten van een bericht in symbolen

3. Kanaal
Het medium via welke de boodschap wordt verzonden

4. Ruis
Storingen tijdens de overdracht en ontvangst van de boodschap of feedback over de boodschap

1. Beheersing

Formele en informele communicatie beheerst het gedrag van WN’s

2. Motivatie

Communicatie stimuleert motivatie door het personeel uit te leggen wat er moet worden gedaan, hoe goed ze het doen en wat er kan worden gedaan om de prestaties te verbeteren als die niet aan de norm voldoet

3. Uiting van emoties

Communicatie biedt de mogelijkheid om gevoelens en emoties te uiten en om aan sociale behoeften te voldoen

4. Informatie

Individuen en groepen hebben informatie nodig om dingen gedaan te krijgen in de organisaties. Communicatie levert die informatie

1. Intermenselijke communicatie
Communicatie tussen 2 of meer personen

2. Organisatiecommunicatie
Alle communicatiepatronen, -systemen en –netwerken in een organisatie

Overdracht en het begrip van betekenis

• Dit wil zeggen dat er geen communicatie plaatsvindt als er geen ideeën of informatie wordt overgebracht
• De betekenis wordt overgedragen op een manier die door de ontvanger kan worden begrepen
• Het begrip van de boodschap is niet hetzelfde als overeenstemming met de boodschap

Alles wat een manager doet, draait om communicatie. Een manager kan geen beslissingen nemen
zonder informatie dus kan hij niet zonder communicatie. Zodra de informatie is overgebracht en de
beslissing is genomen moet er weer gecommuniceerd woden.

Een lerende organisatie opbouwen
- Een organisatie die de capaciteit heeft ontwikkeld om zich voortdurend aan te passen.
- WN’s in een lerende organisatie doen aan kennismanagement door nieuwe kennis te
verzamelen en die met anderen te delen en toe te passen
- Kenmerken:

o Teams
WN’s werken in teams die zelfstandig zijn en eigen beslissingen kunnen nemen over de werkzaamheden

o Organisatieleden wisselen informatie uit en werken samen in het hele bedrijf

o Managers zijn ondersteuners, coaches

1. Teamstructuur
Een organisatieontwerp waarbij het hele bedrijf uit werkgroepen of teams bestaat

2. Matrixstructuur
Een organisatieontwerp waarbij men specialisten van verschillende afdelingen aan één of
meer projecten laat samenwerken

3. Projectstructuur
Organisatieontwerp waarbij WN’s continu bezig zijn met projecten. In tegenstelling tot de
matrixstructuur kent de projectstructuur geen formele afdelingen waar WN’s na voltooiing
van het project naar terugkeren

1. Eenvoudige structuur
- Weinig taakgroepering
- Grote span of control
- Gecentraliseerd gezag
- Weinig formalisering

2. Functionele structuur
Werkzaamheden die op elkaar lijken en aan elkaar zijn gerelateerd, zijn in groepen
ondergebracht (operationele activiteiten, financiën, HR)

3. Divisiestructuur
Een organisatieontwerp dat uit diverse takken of divisies bestaat