Item gefilterd op datum: december 2012

• Agent: Iemand die het product doorverkoopt zonder er eigenaar van te worden
• Merchant: verkoopt ook door maar wordt er (even ) eigenaar van
• Distributers or dealers: vervuld randtaken van distributie.

Bieden ook extra’s als services kredieten

• Franchise: concept gebruiken
• Wholesalers: groothandelaren, groot inkoop en in kleine hoeveelheden verkopen  hebben een opslagfunctie
• Retailers: verkopen direct aan de eind consument -> winkels in de straat

Voordelen van intermediaries:
o Improved efficiency: Producenten maken vaak een kleine range aan producten in grote oplage.

Consumenten willen grote range aan producten eneen kleine oplage

Een tussenpersoon, als een groothandel, kan dit matchen
o Accessibility: Zorgen dat het makkelijk op meerdere plaatsen verkrijgbaar is/toegankelijkheid
o Time utility: als ik het NU wil hebben het ook NU kanhalen
o Ownership Utility: Snelle switch van verschillende schakels
o Specialist services: extra diensten als garantie, krediet
o Information utility: informatie verschaffen

Zie pagina 519, vooral figuur goed kennen (Marketing communications planning framework (MCPF)

• Marketing communication objectives 3 stuks:
• Corporate goals: worden afgestemd op het marketing plan
• Marketing goal: %marktaandeel, ROI hoog? Sales
• Communication goals: awareness/knowledge, attitude ontwikkelen/stimuleren.

Deze behoren tot: Promotional goals and positioning, in de figuur

• Pull strategie: Met de eind consument communiceren.
• Direct vanuit de Brand naar consument
• Doel: aankopen stimuleren
• Push strategie: Als bedrijf met de tussenschakels communiceren
• Bedrijf-> tussenschakels-> consument
• Doel: ontwikkelen van relaties en distributie netwerk
• Profile strategie: communiceren met de stakeholders van het bedrijf
• Doel: reputatie opbouwen

• Print: krant, magazine
• Digital: internet, cdrom
• In-store: Apple id media markt
• Broadcast: tv, radio
• Outdoor: alles in publieke ruimtes, billboards
• Other:

o Sponsorships
o Cinema ads
o Product placement/branded entertainment

• Het uitgedacht plaatsen van een product
• Field marketing: zorg dat bepaalde consumenten bepaalde samples krijgen
• Exhibitions
• Viral marketing: via internets

• Er komt steeds meer media om mee te communiceren
• Wij verdelen onze aandacht dus over steeds meer verschillende media.
• De groepen die een bepaald medium gebruiken worden dus steeds kleiner

• Verleiden tot aankoop/interesse
• Communiceren met verschillende partijen
• Brand awareness creëren/stimuleren
• Relaties met klant bouwen/onderhouden en behouden

• Advertising

o Niet persoonlijk, op de massa gericht
o Om je te binden aan een product
o Twee theorieën

• Advertising
  
  
• Brand awareness creëren

• Sales promotion: tijdelijke korting, gratis monstertje
• Vraag stimuleren
• Public relations: relaties opbouwen met bijv belangengroepen (indirect)
• goodwill creëren onder de stakeholders
• Direct marketing: directe communicatie met zorgvuldig uitgekozen doelgroep (via e-mail bijv)
• Gerichte informatie verschaffen/feedback
• Personal selling: in een winkel, 1 op 1 contact
• Voornamelijk in B2B, persoonlijke informatie
• Types of promotional message
• Information based: feiten, rationeel, functies.
• Betrokkenheid is hoog
• Emotional based: lifestyle, values . provoceren,
• Betrokkenheid is laag

• Opinion leaders: behoren tot dezelfde groep die zij beïnvloeden
  
  
• Opinion followers gaan naar leaders toe om informatie te winnen
  
  
• Zijn binnen de groep betrouwbaar
  
  
• Opinion Formers: Behoren NIET tot de groep die zijn beïnvloeden
  
  
• Hebben invloed vanwege hun status, beroep of bewezen expertise
  
  
• Zijn formeel
  
  
• Zijn betrouwbaar
  
  
• Organisaties maken van leaders en formers gebruik om sneller de markt te kunnen penetreren.