Item gefilterd op datum: mei 2014

1. Financiële doelen
Hebben te maken met de financiële prestaties van het bedrijf

2. Strategische doelen
Hebben te maken met andere aspecten van de bedrijfsprestaties

3. Geformuleerde doelen vs. Werkelijke doelen
Vastgelegde uitspraken over wat een bedrijf wil zeggen en wat de stakeholders wil laten
gelden. Deze doelen kunnen met elkaar in tegenspraak zijn.

1. Doelen
- Gewenste uitkomsten voor individuen, groepen op hele organisaties
- Geven de richting en criteria waarin de werkprestaties worden getoetst

2. Plannen
- Documenten waarin wordt beschreven hoe de doelen moeten worden behaald
- Bevatten de toewijzing van middelen, roosters en andere gegevens die nodig zijn om de
doelen te behalen

• Formele planning wordt in verband gebracht met
  
  
• Hogere winsten en waardestijgingen
• Positieve financiële resultaten

• De kwaliteit van de planning en juiste implementatie dragen meer bij aan betere prestaties dan de omvang van de plannen
• Externe factoren kunnen de invloed van planning op de bedrijfsprestaties verminderen
• Bedrijven hebben ten minste 4 jaar van formele planning nodig voordat dit invloed heeft op de arbeidsprestaties

- Geeft richting
- Vermindert onzekerheid
- Vermindert overbodige en elkaar overlappende activiteiten
- Resulteert in standaarden om te controleren of de doelen bereikt werden

1. Informeel

Er wordt niet opgeschreven, doelen worden niet of nauwelijks met anderen gedeeld, het is
algemeen en er is geen continuïteit

2. Formeel

Het vastleggen van specifieke doelen voor het komende jaar

Een proces dat bestaat uit
- Formuleren van de doelen voor het bedrijf
- Opzetten van een algemene strategie voor het bereiken van die doelen
- Opstellen van uitgebreiden planning om het werk in de organisatie te integreren en te
coördineren

1. Scoringsmatrix / beoordelingsmatrix

2. Zes denkhoeden Edward de Bono

3. Pareto – analyse
20% van de gevolgen is te wijten aan 20% van de oorzaken

4. OXO
Indien veel mogelijkheden / prioriteit kiezen

1. Niet laten beetnemen door hun succes
2. Verlaten zich op de experts in de frontlinie
3. Laten onverwachte omstandigheden de oplossing leveren
4. Anticiperen, maar kennen ook hun grenzen
5. Omarmen complexiteit

1. Het richt zich op wat belangrijk is
2. Het is logisch en consistent
3. Het ondertekent zowel subjectief als objectief denken en vermengt analytisch met intuïtief denken
4. Het vereist alleen zoveel informatie en analyse als nodig is om een bepaald dilemma op te lossen
5. Het moedigt het verzamelen van relevante informatie een geïnformeerde opinie aan en
stuur dit ook
6. Het is eenvoudig te gebruiken en flexibel

1. Richtlijnen
- Begrijp culturele verschillen
- Weet wanneer het tijd is om op te houden
- Gebruik een effectief beslissingsproces

2. Gewoonten van zeer betrouwbare organisaties (2BO’s)
- Laat zich niet beetnemen door hun succes
- Verlaten zich op de experts in de frontlinie
- Laten onverwachte omstandigheden de oplossing leveren
- Anticiperen, maar kennen hun grenzen