Menu

Item gefilterd op datum: mei 2014

Wernicke’s afasie

(of vloeiende afasie) Wernicke ontdekte dat beschadiging in een deel van de linker temporale cortex (Wernicke’s area) taalstoornis veroorzaakte die veel verschilde van de Broca-afasie.

Hoewel patienten konden spreken en schrijven konden ze gesproken- en geschreven taal van anderen moeilijk begrijpen. Kenmerken van Wernicke’s afasie:

1. Er wordt vloeiend en gearticuleerd gesproken, behalve wanneer ze pauzeren om achter de naam van iets te komen)

2. Moeite met het vinden van het goede woord. Ze leiden aan anomia; problemen bij het nazeggen van namen en dingen. Soms maken ze zelf maar een naam of gebruiken een substituut. Soms gebruiken ze vage of omslachtige uitdrukkingen. Deze hebben voor de spreker wel betekenis, maar die is voor de luisteraar moeilijk te ontdekken. Wanneer ze op zoek zijn naar een woord zetten ze het soms op de verkeerde plaats, zodat de inhoud van de hele zin verandert.

3. Beperkt taalbegrip. Dit geldt voor gesproken en geschreven taal. Terwijl taal zonder “gesloten categoriewoorden” vaak nog wel te ontcijferen is (Broca’s afasie) geldt dat niet voor taal waarin namen en werkwoorden ontbreken (Wernicke’s afasie) Onderzoek heeft uitgewezen dat hoog opgeleide mensen langere dendrieten hebben in het gebied van

Wernicke dan laag opgeleide mensen van dezelfde leeftijd. Wat is het gevolg van wat?

Dove mensen met Wernicke’s afasie begrijpen nog steeds gebarentaal. Maar ze verliezen die mogelijkheid wanneer er ook beschadigingen zijn in de pariëtale kwab, het gebied dat verantwoordelijk is voor gevoel en andere lichamelijke gewaarwordingen.Niet alle taalstoornissen zijn onder te brengen in deze 2 soorten afasie, b.v.:

- Conductionele afasie: Normale articulatie en redelijk taalbegrip, maar niet in staat te herhalen wat iemand anders zei. Kan dus niet deelnemen aan een gesprek.

- Alexia: Niet kunnen lezen, terwijl er geen visuele handicap is. Normaal taalbegrip bij gesproken taal.

- Optische afasie: Maar 1 letter tegelijk kunnen lezen en niet een heel woord.

- Woorddoofheid: Onmogelijkheid om gesproken taal te begrijpen, ondanks normaal gehoor en leesvermogen.

- Articulatiegebrek: beperkt spraakvermogen, alsof het woord al zoekend naar het juiste geluid gevonden moet worden, ondanks normale spraakperceptie en taalbegrip.

- En zo zijn er nog vele andere voorbeelden Pet scans en MRI scans geven veel informatie, vooral wanneer de onderzochte eerst taaltaken verricht en daarna andere taken. Door de scans per computer te vergelijken wordt duidelijker welke gebieden speciaal bij taal betrokken zijn. (het is moeilijk een “niet-taal-taak” te bedenken). Uit deze studies blijkt, dat grote gebieden in de frontale, temporale en partiële cortex in de linker hemisfeer en in delen van de linker thalamus en basale ganglia betrokken zijn bij het spreken. Het hardop lezen van een zin geeft wijdverspreide activiteiten in het gebied van Broca, in het gebied van Wernicke en omliggende gebieden en in mindere mate in corresponderende gebieden in de rechter hemisfeer.

Twee studies onderzochten corticale responsen terwijl mensen plaatjes bekeken en de beelden benoemden.

Het bleek dat bij het benoemen van de plaatjes activiteit in delen van de temporale kwab ongeveer Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal 23 correspondeerde met die in het gebied van Wernicke. Bijkomende gebieden werden ook actief, afhankelijk van de afbeelding; het benoemen van mensen selectederde de anterior area van de temporale kwab en het benoemen van dieren selectederde een later volgend gebied. Het benoemen van gereedschap selectederde een nog later volgend gebied. In de andere studie bleek het benoemen van dieren delen van de occipitale kwab te selectedren, terwijl het benoemen van gereedschap delen van de linker premotore cortex in de frontale kwab selectederde. Het gebruik voor een woord aangeven selectedert frontale cortexgebieden, die niet werden geselectederd wanneer een woord alleen maarherhaald werd. Samenvattend: wanneer iemand denkt over een functie selectedren ze de motor- of premotor gebieden die hem in staat stellen deze functie aan te geven. De frontale cortex lijkt gesproken en geschreven taal op dezelfde manier te behandelen.

Lees meer...

Broca’s afasie

(of haperende afasie) Dit is een laesie in een klein deel van de frontale kwab van de linker cerebrale cortex, dicht bij de motor cortex.

Naar de ontdekker noemen we dit gebied nu Broca’s area. (gebied van Broca). De meest voorkomende oorzaak is een beroerte die dit gebied beschadigt. Als alleen dit gebied beschadigd is, is er een lichte taalstoornis. Ernstige uitval is er wanneer er meer corticale- en subcorticale gebieden bij betrokken zijn. Broca’s afasie wordt gekenmerkt door gestoorde taalproductie, terwijl er wel normaal taalbegrip is. Soms zijn productie en begrip normaal, maar treden er afwijkingen op wanneer de bedoeling van een zin afhangt van voorzetsels, woordeinden en andere grammaticale regels.

Problemen bij taalproductie: Sommige mensen met Broca’s afasie kunnen helemaal geen woorden uitbrengen, hoewel ze wel geluiden kunnen maken.. Anderen met minder ernstige uitval spreken langzaam en ongearticuleerd en hebben moeite met schrijven en gebaren om zich uit te drukken. Dove mensen met een beschadiging in het gebied van Broca hebben ook moeite met gebarentaal. Sommigen met Broca’s afasie spreken inhoudelijk goed, maar laten voornaamwoorden, voorzetsels, voegwoorden, hulpwoorden, telwoorden en tijds-en meervoudsuitgangen weg. Deze weggelaten woorden en uitgangen worden wel gezien als de gesloten categorie van grammaticale vormen omdat aan deze categorie binnen de groei van taal niets meer wordt toegevoegd. Nieuwe woorden en uitdrukkingen ontstaan daarentegen vaak. Dit noemen we de open categorie. Broca’s patienten gebruiken deze woorden veel gemakkelijker dan woorden uit de gesloten categorie. Ze hebben ook moeite met de inhoud van woorden, niet alleen met de uitspraak.

Taalbegrip: Mensen met Broca’s afasie hebben moeite met het begrijpen van woorden uit de gesloten categorie en niet met die uit de open categorie. Soms is de inhoud van een tekst erg afhankelijk van woorden uit de gesloten categorie en soms minder. Engelse Broca-patienten verschillen met die uit Duitsland of Italië; want ook na de beschadiging van het gebied van Broca blijft de woordvolgorde de voor de engelse taal gebruikelijke.

Wanneer begrip afhangt van de woorduitgang of grammaticale regels zijn Broca-patienten gehinderd, maar hun uitingsvorm is niet willekeurig. Hun taalbegrip lijkt op dat van mensen die erg verstrooid zijn.

Lees meer...

Sue Savage-Rumbaugh en Duane Rumbaugh

leerden Matata, een vrouwtjesbonobo, symbolen voor woorden in te drukken. Ze vorderde langzaam, maar haar jong Kanzi leerde veel door het zien van de pogingen van zijn moeder. Toen hij 5½ jaar was kende hij ongeveer 150 Engelse woorden en kon reageren op complexe, onbekende opdrachten. Zijn taalbegrip was vergelijkbaar met een kind van 2½ jaar.

Kanzi en zijn jongere zus Mulika begrepen meer taal dan ze konden produceren. Soms probeerden ze te spreken, maar meestal communiceerden ze door symbolen op hun bord in te drukken. Hun taalgebruik verschilde essentiëel van andere schimpansees:

Ze gebruikten de symbolen om dingen te benoemen of te beschrijven, zelfs wanneer hen niets gevraagd werd.

Ze gebruikten ook begrippen die ze niet zagen. (interne representatie)

Soms gebruikten ze de symbolen om te beschrijven wat er een tijdje geleden gebeurd was.

Ze konden zelf nieuwe, creatieve vragen samenstellen.

Waarom hebben deze apen zoveel taal geleerd; ligt het aan de soort of aan het feit dat ze er al zo jong mee geconfronteerd werden of heeft de manier van leren (in dit geval door imitatie en observatie) invloed.

Ook dolfijnen reageren correct op nieuwe combinaties van oude woorden, maar alleen als het resultaat zinvol is. De experimenten met dolfijnen gaven de dolfijnen geen gelegenheid taal te produceren.

Spectaculaire resultaten waren er bij Alex, een Afrikaanse grijze papagaai. Irene Pepperberg was de eerste die beweerde dat parkieten de zin van geluiden kunnen leren. In een stimulerende omgeving leerde ze Alex veel verschillende woorden in combinatie met specifieke voorwerpen. Bij het aanleren gebruikte ze geen voedsel als beloning. Pepperberg omschreef het taalgebruik van Alex als language-like. Toch heeft Alex meer vorderingen gemaakt dan we verwachten van een nonprimate. We moeten ons dus afvragen wat voor een soort hersenontwikkeling nodig is voor taal.

Wat kunnen we leren van niet-menselijke taalvaardigheden:

a. We krijgen inzicht in de manier waarop we taal kunnen leren aan iemand die niet gemakkelijk leert.

b. We leren iets over hoe speciaal een mens wel- of niet is; onze taal is weliswaar veel verder ontwikkeld, maar stoelt op een aanleg, die ook bij andere soorten aanwezig is.

c. Deze studies tonen aan hoe moeilijk taal te definiëren is.

Lees meer...

De biologische basis van taal

Eén van de theorieën over het de vraag waarom mensen wel taal ontwikkeld hebben en andere zoogdieren niet luidt dat: taal bij mensen ontstaan is als bijproduct van intelligentie.

Een andere theorie luidt, dat menselijke taal is ontstaan onder druk van de sociale interacties tussen mensen en dat onze intelligentie een bijproduct is van taal.

Wat is de oorsprong van taal?

Een chimpansee blijkt wel gebarentaal te kunnen leren, maar niet te kunnen spreken. Ze hebben ook geleerd boodschappen in te typen, maar dit lijkt eerder een geleerd kunstje dan begrip van taal omdat:

De chimpansees zelden nieuwe zinnen maken uit geleerde woorden.

Ze altijd vragende- en nooit beschrijvende zinnen maken.

Ondanks een indrukwekkende taalproduktie, zijn chimpansees beperkt in het begrijpen van deze taal van anderen. Bij kinderen is dit juist andersom; ze begrijpen meer dan ze kunnen zeggen.

Maar er kwamen nieuwe resultaten uit een studie onder een zeldzame, bedreigde soort chimpansee; de Pan Paniscus (of pygmee chimpansee, of Bonobo). Hun sociale leven is veel verder ontwikkeld. Ze lopen altijd rechtop. Ze benaderen de mens dichter dan andere primaten.

Lees meer...

Samenvatting:

1. Het corpus callosum, een stel axonen dat twee hemisferen met elkaar verbindt is bij sommige mensen chirurgisch doorgesneden om hardnekkige epilepsie te behandelen , omdat er geen andere manier was.

2. De linker hemisfeer kan vragen verbaal beaantwoorden en elke hemisfeer controleert meestal de tegenovergestelde hand, ziet de tegenovergestelde kant van de wereld en voelt de tegenovergestelde kant van het lichaam. Na vernietiging van het CC kan elke hemisfeer alleen maar reageren op de kant waarmee het in verbinding staat en niet op informatie uit de andere hemisfeer.

3. Hoewel de twee hemisferen van een split-brain person soms in conflict zijn, hebben ze veel manieren gevonden met elkaar samen te werken en seinen door te geven.

4. De linkerhemisfeer is gespecialiseerd in taal en sequentiële, analytische taken. De rechter hemisfeer is gespecialiseerd in complexe visueel-ruimtelijke taken, vooral wanneer er een beroep op interne representatie gedaan wordt. Het is ook gespecialiseerd in synthetische, holistische taken.

5. De linker- en rechter hemisfeer verschillen anatomisch, zelfs bij kinderen. Jonge kinderen hebben soms problemen bij het doorgeven van informatie van de linker- en rechterhand, omdat het corpus callusum nog niet voldoende ontwikkeld is.

6. Wanneer een kind zonder corpus callosum geboren is ontwikkelt de rest van het brein zich ook ongebruikelijk en het kind vertoont niet dezelfde afwijkingen als een volwassene wiens CC is verwijderd.

7. Het brein van een linkshandige is geen spiegelbeeld van een rechtshandige. Handvoorkeur, sexe en hersenontwikkeling houden verband met elkaar, maar we weten nog niet precies hoe.

Lees meer...

Norman Geschwind en Albertr Galaburda

veronderstelden dat testosteron de groei van de linker hemisfeer verstoorde in de prenatale- en vroege postnatale fase. Dit doet dan de kans op linkshandigheid en taaldominantie in de rechter hersenhelft toenemen. Ook kunnen er storingen optreden in de ontwikkeling van het immuniteitsysteem en andere effecten (zie blz. 384) In dit model hangt linkshandigheid samen met andere bijzonderheden, variërend van dyslexie totwiskundeknobbel en van allergieën tot immunstoornissen.

Toeschrijving aan testosteron zou ook verklaren waarom deze verschijnselen meer bij mannen dan bij vrouwen voorkomen.

Voor deze theorie pleit, dat het een aantal verschijnselen met elkaar in verband brengt en een mechanisme aangeeft dat hen verbindt. Tegen de hypothese pleit de vaagheid en de moeilijkheid om het te testen. Verder veronderstelt de theorie een aanzienlijk verschil tussen mannen en vrouwen in handvoorkeur, hersenlateralisatie enz. terwijl dit in werkelijkheid niet zo is.

Een aantal andere onderzoekers wees er op dat, hoewel de verschillen klein zijn het corpus callosum bij linkshandigen groter is dan bij rechthandigen en bij mannen wat groter dan bij vrouwen. Taalgebieden in de linker hemisfeer zijn bij beide sexes even groot, maar omdat de totale hersenen bij vrouwen wat kleiner zijn het corpus callosum relatief groter. Binnen de taalgebieden hebben vrouwen een grotere dichtheid van neuronen per volume-eenheid dan mannen. Kortom; sexe, handvoorkeur, hersenstructuur en andere variabelen hebben verband met elkaar, maar de links zijn gecompliceerd en zwak. Er moet nog veel onderzoek verricht worden.

Lees meer...

Jaartallenlijst Eigentijdse Geschiedenis

augustus 1914 Begin WO I
april 1915 Verdrag van Londen, Italië schaart zich bij de Entente.
februari-december 1916 Slag bij Verdun
juli-november 1916 Slag bij de Somme
maart 1917 eerste Russische Revolutie, val van de tsaar
april 1917 VS mengt zich in WO I
november 1917 tweede Russische Revolutie, Bolsjewieken aan de macht
maart 1918 Verdrag van Brest-Litovsk
maart-juli 1918 laatste offensief in Westen door Duitsland
juni 1918 eerste uitbraak Spaanse Griep
november 1918 het vechten komt ten einde
januari 1919 vredesconferentie in Parijs
maart 1919 begin fascisten beweging in Italië
juni 1919 Verdrag van Versailles
november 1920 Russische burgeroorlog ten einde
maart 1921 Nieuwe Economische Politiek
oktober 1922 Mussolini premier in Italië
november 1923 inflatiepiek in Duitsland
januari 1924 eerste Labour-beweging in GB
dood Lenin
oktober 1925 Verdrag van Locarno
april 1929 eerste Sovjet Vijf-Jaren-Plan
oktober 1929 beurscrash in VS → Grote Depressie
januari 1933 Hitler bondskanselier in Duitsland
maart 1935 Hitler kondigt herbewapening aan
maart 1936 Duitsland remilitariseert het Rijngebied
juli 1936 Spaanse Burgeroorlog begint
maart 1938 Anschluss: Oostenrijk met Duitsland verenigd
september 1938 Appeasement: Sudetenland naar Duitsland
november 1938 Kristall Nacht
mei 1939 fascist-Italië verbonden met nazi-Duitsland via Stalen
Pact
23 augustus 1939 Nazi-Sovjet-Pact
1 september 1939 Duitsland valt Polen binnen
3 september 1939 GB en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog,
begin WO II
22 juni 1941 Duitsland valt Sovjet-Unie aan
7 december 1941 Japanse aanval op Pearl Harbor
augustus 1942-februari 1943 Slag bij Stalingrad
april-mei 1943 Warschau-getto-opstand
6 juni 1944 D-Day
februari 1945 conferentie van Jalta
7-8 mei 1945 Duitsland geeft zich over
juni 1945 oprichting Verenigde Naties
juli-augustus 1945 conferentie van Potsdam
6 augustus 1945 1e atoombom op Hiroshima, Japan
9 augustus 1945 2e atoombom op Nagasaki, Japan
15 augustus 1945 Japan geeft zich over
1947 Marshallplan
maart 1947 Trumandoctrine
april 1949 oprichting NAVO
september 1949 Bondsrepubliek Duitsland (BRD)
oktober 1949 Duitse Democratische Republiek (DDR)
1953 dood Stalin
Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
Jaartallenlijst Eigentijdse Geschiedenis
1955 BRD sluis zich aan bij NAVO
Warschaupact
1956 Hongaarse Opstand neergeslagen
1961 Berlijnse Muur opgericht
1962 Cubaanse rakettencrisis
1968 de 'Meidagen' in Frankrijk (opstand)
Praagse Lente
1973 eerste OPEC oliecrisis
1978 verkiezing paus Johannes Paulus II
1979 Margaret Thatcher premier in GB
1980 Solidariteit in Polen
1985 Gorbatsjov aan de macht in Sovjet-Unie
1986 Tsjernobyl ramp
1989 val communisme in Oost-Europa
1990 val communisme in Sovjet-Unie, einde Sovjet-Unie
Duitsland weer eenheid
1991 begin gevechten in Joegoslavië
1996 vrede in Bosnië
1997 Tony Blair premier in GB
1999 Euro wordt munteenheid in EU
2000 Poetin president in Rusland
2001 Milosevic berecht voor misdaden in Den Haag
11 september 2001 aanslagen op Twin Towers, VS
2003 regime Saddam Hoessein omvergeworpen in Irak door
VS en GB
2004 EU krijgt 10 lidstaten erbij
aanslagen in Madrid
2005 aanslagen in Londen
Angela Merkel bondskanselier in Duitsland

Lees meer...

functionele veranderingen

verbeteringen op het gebied van rekenkundig, ruimtelijk en wetenschappelijk redeneren. De meest belangrijke functionele veranderingen zijn de continuerende toename van de verwerkingssnelheid en de verdere ontwikkeling van het uitvoerend functioneren. Adolescenten ontwikkelen een beter begrip van abstracte begrippen. Daarnaast worden zij vaardiger in het innemen van een sociaal perspectief, de vaardigheid om de visie en niveau van cognitief functioneren van een ander te begrijpen en zich daarop aan te passen.

Lees meer...

structurele verandering

omvat veranderingen in de informatieverwerkingscapaciteit en een grotere hoeveelheid kennis in het lange termijngeheugen. Declaratieve kennis omvat alle feiten die een persoon weet. Procedurele kennis omvat de kennis die nodig is om te weten hoe een bepaalde handeling uitgevoerd dient te worden en conceptuele kennis is het begrijpen van het waarom van dingen. Dit zijn alle drie onderdelen van het lange termijngeheugen.

Lees meer...

Cognitieve ontwikkeling.

volgens Piaget bereiken adolescenten de formeel operationele fase, welke wordt gekenmerkt door het vermogen logisch te redeneren en hypothesen te formuleren, het abstracte denken. Het begin van deze fase ligt rond elf jaar. Het bereiken van deze fase is een verklaring voor het feit dat adolescenten vaak alles ter discussie stellen. Volgens Piaget wordt deze verandering van denken veroorzaakt door de rijping van het brein en een toename van kansen in de omgeving. Cultuur en opleiding lijken eveneens een rol te spelen: aan formeel redeneren wordt niet in elke cultuur evenveel waarde gehecht. Critici zijn van mening dat Piaget dit keer het cognitieve vermogen van adolescenten overschat. Piaget besteedde weinig aandacht aan individuele verschillen, variaties in de prestatie van een kind over verschillende taken of aan sociale dan wel culturele invloeden.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen