Menu

Wetenschappelijk paradigma

geheel (geëxpliciteerde) regels over welke onderwerpen onderzoeken en methoden die daartoe geëigend zijn (is geen theorie). In cognitieve psychologie gebied van theorievorming en onderzoek (ook andere facetten zoals emoties, motieven, gedrag en fysiologische processen). Bestuderen invloed informatieverwerkingsprocessen op andere factoren en visa versa (interactie)

Psychoanalyse: vergelijking natuurkundige wetten, (behoud energie)

Behaviorisme: vergelijking telefooncentrale (stimulus, nummer levert 1 verbinding op) Cognitief: vergelijking informatica, menselijk brein is computer

Grondleggers cognitieve psychotherapie, Ellis Beck: neurotische problemen, zoals depressie of angststoornis, worden veroorzaakt door onlogische, irrationele ideeën:

  • Ellis,grondlegger van de rationeel-emotieve-therapie (RET) (REB(behaviour)T:
    • Enkele universele irrationele opvattingen, verantwoordelijk voor alle soorten van neurotische psychopathologie verworven door opvoeding en maatschappelijke opvattingen
    • Deze “moetens” (shoulds) belangrijke veroorzakers van emotionele ellende. In therapie de ‘tyranny of shoulds’ te doorbreken.
  • Beck, grotere invloed empirisch onderzoek cognitieve modellen van psychopathologie
    • Specifieke cognitieve karakteristieken van verschillende vormen van psychopathologie veronderstelde.

Grotere invloed Beck omdat hij formuleerde – in tegenstelling tot Ellis – :

  • Hypothesen over kenmerkende cognitieve processen en inhouden bij uiteenlopende vormen van psychopathologie. (depressie-verlies, angst-gevaar)
  • Van irrationele opvattingen naar disfunctionele opvattingen (denkfouten): op-vattingen die aanleiding zijn tot onnodig veel emotionele en/of gedragsmatige problemen.
  • Beschrijving theorie in termen van schema’s, bood een goede aansluiting bij de academische cognitieve psychologie.

Stress-coping theory Lazerus: bij confrontatie potentiele stressfactor afweging maken:

  • Primary appraisal, inschatting mate bedreiging
  • Secondary appraisal, welke mogelijkheden om bedreiging hoofd te bieden

Cognitie is kennis door zintuigen en verstand verworven.

Algemene cognitieve psychologie houdt zich bezig met (1) inhoud van de kennis verworven door zintuiglijke ervaring en denken (2) manier waarop kennis wordt verworven (3) wijze waarop kennis in het geheugen gepresenteerd is.

Cognitieve psychologie gebruikt vaak term informatieverwerking, hiermee wordt gedoeld op processen die rol spelen bij verwerving, opslag en reproductie van kennis.

3 aspecten informatieverwerking (beïnvloed door de informatie zelf, fysieke kenmerken mentale apparaat en de reeds aanwezige kennis in mentale apparaat (= top-downregulatie. Bottom-upregulatie, als lagere mentale processen invloed hebben op hogere): (1) Waarneming (2) Verwerking (3) Geheugen.

De reeds aanwezige kennis is volgens cognitieve psychologie georganiseerd in schema’s. Op basis van schema’s vullen we oorspronkelijke informatie aan dit gaat automatisch en vaak zijn we ons daar niet van bewust.

Schema’s, kennisbestanden die gegeneraliseerde kennis bevatten over (1) de wereld (2) de persoon zelf (3) interactie tussen de persoon en de buitenwereld.

Cognitieve psychologie schema’s sturen informatieverwerking (zeef en interpretatieraamwerk) uiteraard treden vertekeningen op, (Bias):

  • Waarneming, beïnvloeden selectie van informatie
  • Betekenissen toekennen aan informatie (interpretatie) en verwerken tot nieuwe betekenissen (transformatie) (bijvoorbeeld oplossen)
  • Beïnvloeden schema’s onze herinneringen.

Informatieverwerking waarbij schema’s betrokken zijn, wordt onder meer onderzocht door de observeerbare reacties (output van informatieverwerking is observeerbaar de informatieverwerking zelf niet) te bestuderen die optreden na aanbieding van bepaalde informatie.

Schema’s dienen om informatie te selecteren, reduceren en interpreteren. Voordeel: organisatie anders ontstaat chaos. Nadeel: eventuele vergissingen, vertekeningen die kunnen optreden zich tegen ons kunnen keren (mogelijk ontstaan stoornis)

Onderscheid impliciete en expliciete kennis doet denken:

  • Onderscheid onbewust/bewust, bij psychoanalyse gaat het om (on)bewuste driften en emoties, bij cognitieve psychologie om kennis (kan wel emotionele betekenis hebben)
  • Automatische en gecontroleerde informatieverwerking (in tegenstelling tot impliciet expliciete kennis (statisch)) is een proces: Slechts deel informatieverwerking zijn wij ons bewust. groot deel vindt automatisch plaats, zonder dat men er door aandacht en actief denken een bewuste invloed op uitoefent. Allerlei processen treden parallel op.

Informatieverwerking:

Automatische proces (routine):

  • Alleen mogelijk bij voorspelbare input
  • Processen treden parallel op
  • Vindt automatisch plaats, zonder door aandacht en actief denken een bewuste invloed op uitoefent
  • Geen capaciteitsbeperking van hoeveelheid te verwerken informatie

Gecontroleerd proces:

  • Onverwachte, onbekende input
  • Bewust aandacht richten op wat er zich voordoet en actief bezighouden met de betekenis ervan.
  • Verwerking informatie heeft serieel karakter
  • Sterke capaciteitsbeperking, op 1 moment slechts bewust zijn van 5 tot 7 kenniselementen (zgn. bits)
  • Van belang bij veranderen schema’s

Schema selectedren, op basis van binnenkomende informatie, om informatieverwerking te beïnvloeden. Activering door: (1) actuele omstandigheden (2) stemming persoon

Ontstaan van schema’s:

  • Sommige (rudimentaire/ niet meer tot ontwikkeling komende) schema’s mogelijk aangeboren
  • Voornamelijk op basis zintuiglijke waarneming en denken (cognitieve verwerking ervaringen).

Aard van de schema’s is afhankelijk van: (1) opgedane ervaringen (2) cognitieve vermogens kind.

Interpretatie gebeurtenis (en daarmee ontstaan schema) kan iets willekeurigs hebben en is afhankelijk van (1) reeds aanwezige schema’s (2) beschikbare informatie/interpretaties.

Instandhouding schema’s, gevormde schema’s vertonen weerstand tegen verandering:

  • Motivationeel (handhaven eigenwaarde):
    • Schema (ook al niet perfect) te verkiezen boven geen schema (angst onzekerheid mentale greep op wereld te verliezen)
    • Sommige schema’s leveren voordelen op (grondidee falen gevolg omstandigheden en niet eigen toedoen, beschermen tegen negatieve gevoelens en verlies eigenwaarde (self-serving bias, zelf-begunstigende of zelfdienende vertekening)

Cognitief: Soms ook in stand gehouden als gebeurtenissen zich voordoen die ermee in strijd zijn. Ter verduidelijking schema vergelijken met vooroordeel. In geval van informatie die vooroordeel tegenspreekt,

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen