Menu

Heuristieken

strategieën gehanteerd bij verwerken van informatie en oordeelsvorming. In veel gevallen leidt het tot een snel en (bij benadering) juist oordeel. Kunnen ook tot grove vertekeningen leiden:

  • Beschikbaarheidsheuristiek onbedoeld (zonder te beseffen) conclusies baseren op beschikbaarheid van voorbeelden in herinnering of fantasie.

Overtuigd zijn van interpretatie, ook beïnvloed door aantal andere factoren:

  • Levendigheid voorstelling van interpretatie (hoe levendiger, hoe meer gewicht)
  • Saillantie (hoe saillanter, hoe meer gewicht)
  • Compleetheid interpretatie (hoe completer, hoe meer gewicht)
  • Emotionele toestand ook grote rol bij psychopathologische stoornissen: van invloed op informatieverwerking en schema-selectedring en daarmee ook op beschikbaarheid informatie in herinneringen en fantasie.
  • Representativiteitsheuristiek (onbewust) in oordeelsvorming laten leiden door de mate waarin men uitkomst representatief acht voor de oorzaak die men overweegt.

Tot nu toe vooral cognitieve visies op neurotische stoornissen beschreven door andere aard psychotische stoornissen.

Psychotische stoornis ‘reality-testing’ niet intact, bij neurotische stoornis wel – hierdoor wijken sommige cognitieve theorieën nogal af van die over neurotische stoornissen.

Lees meer...

Confirmatiebias

  • Confirmatiebias informatie die veronderstelling bevestigt, krijgt groter gewicht in oordeelsvorming dan informatie die veronderstelling tegenspreekt (Maakt begrijpelijk hoe opvattingen kunnen voortbestaan ondanks herhaaldelijke confrontaties met tegen-strijdige informatie en zo ook in standhouden psychische stoornis. Dit in tegenstelling tot leertheorie, voorspelt dat emotionele responsen uitdoven bij herhaaldelijk confrontatie disconfirmerende informatie)

Voorbeeld: Illusionaire-correlatie-fenomeen, geneigd verbanden (correlaties) tussen gebeurtenissen te zien die er niet zijn, maar wel overeenkomen met veronderstelling.

Verklaring confirmatiebias: (1) Veelheid ambigue informatie meer gewicht toekennen oorspronkelijke veronderstelling (2) Meer moeite verwerken informatie die niet in schema past (3) Verwachte uitkomst groter emotioneel effect dan niet verwachte uitkomst.

Attributies oorzakelijke verklaringen die men geeft aan gebeurtenissen (vooral zoeken wanneer dingen gebeuren die onverwacht en belangrijk zijn) bepalen in belangrijke mate emotionele en gedragsmatige gevolgen gebeurtenis.

Attributietheorie depressie (herformulering oorspronkelijke aangeleerde-hulpeloosheids-model, Seligman) veronderstelt 3 fundamentele dimensies in causale attributies:

  • Intern/extern, oorzaak zoeken bij zichzelf (intern) of buiten zichzelf (extern)
  • Instabiel/Stabiel, oorzaak als tijdelijk (instabiel)/ blijvend (stabiel) opvatten.
  • Specifiek/globaal, specifiek deze gebeurtenis/algemeen alle gebeurtenissen

Depressieve effecten (somberheid, afnemende motivatie en vermindering inspanning iets aan situatie doen) door: (1) interne, stabiele, globale attributies voor negatieve gebeurtenis (2) externe, instabiele, specifieke attributies voor positieve gebeurtenis.

(invloed op ontstaan en in standhouden depressie)

Wijze van attribueren is soort persoonlijkheidseigenschap niet veel empirische steun:

  • Aard van gebeurtenis bepaald of men neigt tot optimistische/pessimistiche attributie.
  • Manier van attribueren ook beïnvloed door stemming van persoon op dat moment (niet alleen atttibuties beïnvloeden stemming ook andersom)
  • Men gaat er van uit dat men zich bewust is van zijn attributies; dat is maar de vraag.

Wel aanwijzingen voor belang attributiestijl: heeft voorspellende waarde na therapie.

Selectieve interpretaties (vertekeningen informatie, denkfouten), geneigd informatie op zodanige wijze te interpreteren dat schema’s worden bevestigd.

Deze spelen een rol bij psychopathologie in ontstaan en voortbestaan van de stoornis.

(depressieve evalueren neutrale feedback negatiever, Angstpatienten interpreteren informatie als bedreigender)

Lijst mogelijke denkfouten die rol spelen lijkt haast onuitputtelijk en moeilijk onderscheid te maken tussen diverse denkfouten. Aantal van de belangrijkste fouten:

  • Willekeurige gevolgtrekking: conclusie trekken die, gegeven de omstandigheden, willekeurig is.
  • Selectieve abstractie: aandacht richten op 1 detail, uit context lichten en hele situatie op grond van dat detail evalueren.
  • Overgeneralisatie: op basis van beperkt aantal voorvallen algemene conclusie trekken
  • Personalisatie: situatie op zichzelf betrekken, terwijl deze niets met je te maken heeft.
  • Absoluut-dichotoom denken (zwart/witdenken): oordeel vellen in termen van alles-of-niets, zonder nuanceringen.
  • Emotioneel redeneren: eigen emotionele reactie zien als bewijs voor juistheid van interpretatie die aanleiding gaf tot die emotionele reactie (bijv bij angstigen als ik me angstig voel moet er wel gevaar zijn).

Bij psychopathologische stoornissen houden selectieve interpretaties stoornis in stand, bij normale mensen dragen deze eraan bij dat normale stemming gehandhaafd blijft.

Lees meer...

Geheugenbias

(kenmerkend depressieve attentiebias kenmerkend angst) zaken die te maken hebben met individu en negatieve, sombere emotionele lading hebben, gemakkelijker worden herinnerd.

Depressieve kan eerder een negatieve globaal-evaluatieve associatie worden verwacht.

Verschil angst en depressieve verklaard door aard stoornis/karakteristieke schema’s:

  • Angst, verwachting gevaar, toekomstgericht, behoefte snel en effectief potentieel gevaar onderkennen (attentiebias) Niet denken aan (herinneren) gevreesde stimuli
  • Depressie, verliesthema’s en dus gerichtheid op verleden (geheugenbias)
Lees meer...

Attentiebias

  • wanneer aandacht zich selectief richt op bepaalde aspecten aangeboden informatie ten koste van andere aspecten.

AngststoornisSTROOP-taak, selectieve aandacht voor bedreigende stimuli. Treedt al op voordat (subliminale, voorbewust) men zich bewust is van inhoud stimulus. Vroegtijdige onderkenning bedreiging maken ontsnappen/vermijden gemakkelijker (ontsnappings- vermijdingsgedrag kenmerkend, dragen mogelijk bij aan instandhouding angst)

Depressieve geen vroege attentiebias bij stimuli specifiek voor hun stoornis.

Psychotische stoornissen attentiebias aangetoond (informatie die eigenwaarde bedreigt) Stemt overeen met theorie dat ze (achtervolgingswaanzin) angst hebben voor discrepanties tussen actuele en ideale zelfbeeld (hoe ze zichzelf zien- hoe ze willen zijn)

Conclusie: Attentiebias kan leiden tot negatieve stemming en angst en deze in stand houden. Veranderen attentiebias heeft therapeutische waarde.

Lees meer...

Zelfrapportage onderzoek

  • onderzoeker bestudeert inhoud gedachten (woorden/ beelden), dromen en opvattingen die patiënt zelf rapport. Lijkt onmiddellijk toegang te geven tot inhoud van denken.

Problemen:

  • Alleen toegang tot gedachten/ideeën die onderzochte zich op moment bewust is.
  • Sociaal wenselijke antwoorden, waarvan zij menen dat onderzoeker het wil horen.
  • Automatische informatieverwerkingsprocessen (Problemen omzeilen) Meten aandachts-/geheugenprocessen bij verschillende soorten stimuli. Onderzoekt of processen anders verlopen bij verwerken informatie verband houdend met het bij stoornis horende schema dan wanneer dit niet het geval is. Twee voorbeelden:
  • Stroop-taak woorden in kleur afgedrukt. Kleur noemen en niet inhoud woord. Angstige blijken sterker dan normale/depressieve vertraging te vertonen bij noemen kleur dat te maken heeft met schema dat – naar men aanneemt – bij hen actief is.
  • Geheugenonderzoekpersoonlijke herinneringen geven bij neutrale stimuluswoorden. Depressieve blijken in verschillende opzichten af te wijken:
    • Rapporteren meer herinneringen die sombere persoonlijk betekenis hebben.
    • Herinnering sombere gebeurtenis schiet sneller te binnen dan vrolijke.
    • Moeilijk concrete gebeurtenissen herinneren, meer globale (negatieve) herinneringen
Lees meer...

Integratie

nieuw schema van hoger conceptueel niveau gevormd, dat zowel nieuwe informatie omvat als alles wat oude schema kon verklaren.

Inhoud schema’s bij verschillende vormen psychopathologie (volgens Beck):

  • Depressie, gepreoccupeerd met verlies- en hopeloosheidgedachten. Depressogene schema’s, ideeën over eigen waardeloosheid en schuld, over onrechtvaardigheid/ liefdeloosheid wereld en anderen, en hopeloosheid over toekomst. Cognitieve triade
  • Manie staan juist overoptimistische ideeën over de eigenwaarde en voortdurende winstmogelijkheden op de voorgrond.
  • Angst, gevaarschema’s, hoge verwachting van gevaar, gecombineerd met lage verwachting eigen mogelijkheden om gevaarlijke situatie hoofd te bieden.

Onderzoek heeft verfijndere informatie opgeleverd, enkele voorbeelden van inhoudelijke thema’s die in cognitieve schema’s bij angststoornissen worden onderscheiden:

  • Paniekstoornis, lichamelijke sensaties geïnterpreteerd als signalen onmiddellijke catastrofe die persoon zal treffen (hartkloppingen, pijn borst duiden op hartaanval)
  • Sociale angst schema’s met ideeën over negatieve beoordeling die anderen zouden geven van gedrag van persoon in de sociale omgang.
  • Obsessief-compulsieve stoornissen overschatten gevaar, ook overmatige neiging om persoonlijke verantwoordelijkheid te nemen voor het afwenden van gevaar.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen