- Confirmatiebias informatie die veronderstelling bevestigt, krijgt groter gewicht in oordeelsvorming dan informatie die veronderstelling tegenspreekt (Maakt begrijpelijk hoe opvattingen kunnen voortbestaan ondanks herhaaldelijke confrontaties met tegen-strijdige informatie en zo ook in standhouden psychische stoornis. Dit in tegenstelling tot leertheorie, voorspelt dat emotionele responsen uitdoven bij herhaaldelijk confrontatie disconfirmerende informatie)
Voorbeeld: Illusionaire-correlatie-fenomeen, geneigd verbanden (correlaties) tussen gebeurtenissen te zien die er niet zijn, maar wel overeenkomen met veronderstelling.
Verklaring confirmatiebias: (1) Veelheid ambigue informatie meer gewicht toekennen oorspronkelijke veronderstelling (2) Meer moeite verwerken informatie die niet in schema past (3) Verwachte uitkomst groter emotioneel effect dan niet verwachte uitkomst.
Attributies oorzakelijke verklaringen die men geeft aan gebeurtenissen (vooral zoeken wanneer dingen gebeuren die onverwacht en belangrijk zijn) bepalen in belangrijke mate emotionele en gedragsmatige gevolgen gebeurtenis.
Attributietheorie depressie (herformulering oorspronkelijke aangeleerde-hulpeloosheids-model, Seligman) veronderstelt 3 fundamentele dimensies in causale attributies:
- Intern/extern, oorzaak zoeken bij zichzelf (intern) of buiten zichzelf (extern)
- Instabiel/Stabiel, oorzaak als tijdelijk (instabiel)/ blijvend (stabiel) opvatten.
- Specifiek/globaal, specifiek deze gebeurtenis/algemeen alle gebeurtenissen
Depressieve effecten (somberheid, afnemende motivatie en vermindering inspanning iets aan situatie doen) door: (1) interne, stabiele, globale attributies voor negatieve gebeurtenis (2) externe, instabiele, specifieke attributies voor positieve gebeurtenis.
(invloed op ontstaan en in standhouden depressie)
Wijze van attribueren is soort persoonlijkheidseigenschap niet veel empirische steun:
- Aard van gebeurtenis bepaald of men neigt tot optimistische/pessimistiche attributie.
- Manier van attribueren ook beïnvloed door stemming van persoon op dat moment (niet alleen atttibuties beïnvloeden stemming ook andersom)
- Men gaat er van uit dat men zich bewust is van zijn attributies; dat is maar de vraag.
Wel aanwijzingen voor belang attributiestijl: heeft voorspellende waarde na therapie.
Selectieve interpretaties (vertekeningen informatie, denkfouten), geneigd informatie op zodanige wijze te interpreteren dat schema’s worden bevestigd.
Deze spelen een rol bij psychopathologie in ontstaan en voortbestaan van de stoornis.
(depressieve evalueren neutrale feedback negatiever, Angstpatienten interpreteren informatie als bedreigender)
Lijst mogelijke denkfouten die rol spelen lijkt haast onuitputtelijk en moeilijk onderscheid te maken tussen diverse denkfouten. Aantal van de belangrijkste fouten:
- Willekeurige gevolgtrekking: conclusie trekken die, gegeven de omstandigheden, willekeurig is.
- Selectieve abstractie: aandacht richten op 1 detail, uit context lichten en hele situatie op grond van dat detail evalueren.
- Overgeneralisatie: op basis van beperkt aantal voorvallen algemene conclusie trekken
- Personalisatie: situatie op zichzelf betrekken, terwijl deze niets met je te maken heeft.
- Absoluut-dichotoom denken (zwart/witdenken): oordeel vellen in termen van alles-of-niets, zonder nuanceringen.
- Emotioneel redeneren: eigen emotionele reactie zien als bewijs voor juistheid van interpretatie die aanleiding gaf tot die emotionele reactie (bijv bij angstigen als ik me angstig voel moet er wel gevaar zijn).
Bij psychopathologische stoornissen houden selectieve interpretaties stoornis in stand, bij normale mensen dragen deze eraan bij dat normale stemming gehandhaafd blijft.