Menu

De boodschap

= datgene dat uigedrukt en overgedragen wordt naar de ontvanger

  • Een boodschap kan uit één enkel teken bestaan (vb. pictogram nooduitgang), of een complex geheel van woorden, beelden en/of klanken (vb. film, opera, roman)
  • Boodschappen worden gemaakt (geëncodeerd) door zenders en moeten gecodeerd (=vertaald) worden, voordat de ontvanger er iets van kan opnemen of leren

→ MIDDEL OM IETS GEMEENSCHAPPELIJK TE MAKEN

Communicatie kan slechts slagen indien zender en ontvanger over een tekenvoorraad beschikken die zo goed mogelijk overeenstemt.
Bv. zelfde taal, gelijkaardige woordenschat

Ontvanger moet ontvangen telkens juist interpreteren (bedoelde betekenis uithalen)

  • Inhoud
    - manifest (letterlijke betekenis, zwart op wit)
    - latent(de betekenis die aan die manifeste inhoud gegeven moet worden,
    tussen de regels)
  • Vorm
    → overdraagbaar maken van de boodschap (coderen in tekens)

Non-fictie: vaker bestudeerd

  • Functie (van de boodschap)

KLEMTOON OP

- Referentiële functie feiten

- Expressieve functie eigen mening

- Poëtische functie vorm & inhoud

- Conatieve functie beïnvloeding

- Fatische functie contact leggen of instandhouden

[koetjes & kalfjes] (woordvormen)

- Meta-linguistische functie boodschap wil verhelderen,

Verduidelijken door extra taal

Lees meer...

De zender

= 1ste fase van het communicatieproces

De persoon die in een communicatieproces boodschappen bedenkt, construeert en verzendt; de “message maker”.
Vb. journalist, schrijver,…

Intenties / bedoelingen ~ verwachtingen van de ontvanger over de zender

Communicatie = geslaagd indien:
- de ontvanger de boodschap begrijpt
- de ontvanger deze boodschap aanvaardbaar vindt (anders ‘verbrand’)

Verschillende categorieën van zenders:

  • Individuele zender
  • Groep als zender
  • Massa als zender

® Hiernaast ook onderscheid tussen:

  • Private zender

- intrapersoonlijke communicatie: unidimensioneel (van levensbelang!)

- interpersoonlijke communicatie: bidimensioneel (tussen 2 mensen)

- direct (face to face) vs. indirect
- motieven:
- biologisch: behoefte aan voedsel, drank,…
- sociaal: aandacht, contact, zelfbeeld,…
- 3 kernthema’s:
- erkenning (door middel van sociale relaties, ‘social talk’)
- invloed (behoefte aan manipuleren ® machtsrelaties)
- genegenheid (erbij horen, affectieve relaties)

  • Beroepszender(vb: kerk, staat, massacommunicator [journalist, reporter,…])

- Activiteiten:
- voorwerk: documentatie & onderzoek
- selectie en vormgeving: schrijven, redigeren, regisseren,…
- controle en organisatie: hoofdredacteur, chef-redacteur,…
- technische vervaardiging: opmaker, cutter, cameraman,…

- intenties: informeren en/of persuaderen

Geloofwaardigheid (van de zender)

- geen eigenschap van een persoon
= totaalindruk die ontvangers van een boodschap van die persoon hebben
[uiterlijk, kleding, woordkeuze, huidskleur, bedoelingen, macht,…]

Belangrijke factoren

- Deskundige zender
De ontvanger van de boodschap vindt het belangrijk dat een spreker weet waar hij het over heeft. Als hij goed geïnformeerd lijkt en een intelligente indruk maakt, is de spreker in onze ogen geloofwaardig.

- Karakter van de zender
Is de zender eerlijk? Komt hij over als een vriendelijk en betrouwbaar iemand? Er is geen directe relatie tussen deskundigheid en karakter (Iemand kan weliswaar een volstrekt onbetrouwbare indruk maken en toch als deskundig worden gezien op een bepaald terrein. Omgekeerde natuurlijk ook waar).

- Rustig of beheerst – prettig gezelschap - extravert
Bepalen geloofwaardigheid. (Extravertie is mate waarin iemand spraakzaam en open is, maar slechts tot op zekere hoogte!)

- Wisselend per onderwerp en situatie
Vb. Arts is geloofwaardiger wanneer hij iets zegt over gezondheid dan wanneer hij zegt waar je op moet letten bij het aankopen van een huis

- Geloofwaardigheid is geen constantie:
Aanvangsgeloofwaardigheid: de geloofwaardigheid die iemand toegekend wordt vooraleer er sprake is van communicatie (door bekendheid)
Eindgeloofwaardigheid: dit is het product van zijn aanvangsgeloofwaardigheid en de transactionele geloofwaardigheid of de geloofwaardigheid die de spreker tijdens zijn optreden verwerft of verliest

- Ook rol van non-verbale communicatie belangrijk!
(Vooral bij TV) Hoe meer non-verbale informatie de ontvanger via het kanaal krijgt, des te meer invloed je kan hebben op de ontvanger

Meta-communicatie: belangrijke functie!
= communicatie over de manier waarop we met elkaar
communiceren, kan verbaal, is meestal non-verbaal

Lichaamstaal is voornamelijk onbewust:

REGISTREREN – INTERPRETEREN – REAGEREN
→ circulair gedrag
Bv. Ongeïnteresseerd → motivatie bij zender daalt

Lichaamstaal is geloofwaardiger
(tegengestelde signalen, meer geloof in niet-verbale)

Elementen lichaamstaal in interviewsituatie

  • oogcontact (zegt veel over onderlinge verhouding)
    te weinig: kan verlegenheid of onderworpenheid betekenen
    te veel: kan allerlei betekenissen hebben, van seksuele

geïnteresseerdheid tot agressie

  • lichaamshouding en –beweging (gespannen, onverschillig,…)
  • stemgebruik (wat bedoelt iemand werkelijk: opgewonden, teleurgesteld,…)

ALGEMEEN: ondersteunen of tegenspreken

Lees meer...

De onderdelen van het communicatieproces

Meeste aandacht gaat naar 3 voornaamste componenten:

  • Zender
  • Boodschap (met als bouwstenen tekens en signalen)
  • Ontvanger

→ Onderlinge relatie bepaalt functie en aard van communicatie + verwachtings-

patronen

Het KANAAL: brengt deze 3 componenten met elkaar in verband
[= het medium; eng en ruim]

Lees meer...

Televisie, geweld en kinderen

Fysiek geweld
- aanbod (Amerika: elke 8 min sprake van geweld!)
In Engeland & Amerika: 90% vd televisiefilms met geweld
- doel

Gerbner (grootste onderzoek i.v.m. geweld in tv-programma’s):

Verder stijgende geweldindex VS
- in alle programma’s
- kinderuurtje: sterke stijging

België & Nederland: anders?
- opdracht
- knipsels in cursus

Alleen al de invoering van tv gaat met een toename van agressief gedrag bij
schoolkinderen gepaard.

Geweld kan ook bezien worden als één van de manieren om problemen op te
lossen. (In televisie-uitzendingen gedurende 1 week werden 202 problemen
geteld. Hiervan werden 58 procent door geweld opgelost, 33 procent door niet-
gewelddadige middelen en 9 procent bleef onopgelost)

Wie kijkt er nu eigenlijk naar geweld?
→ Alle televisiekijkers (!), want… geweld is in allerlei vormen in zeer
uiteenlopende programmasoorten te vinden

Wie kijkt nu vooral veel naar geweldprogramma’s?
→ - in loop van lagere school: kinderen steeds meer voorkeur aan
volwassenprogramma’s…
- vooral 5de en 6de klassers sterke voorkeur voor geweldseries
- jongens over het algemeen grotere voorkeur voor gewelddadige
programma’s dan meisjes

Naarmate kinderen ouder worden, krijgen vriendjes & vriendinnetjes meer
invloed op hun programmavoorkeur dan de ouders.

Kinderen uit lagere sociale milieus: amusementsprogramma’s en speelfilms
kinderen uit de hoger sociale milieus documentaires en actuele programma’s

Kinderen leren vooral door imiteren. Hun aandacht gaat sterk uit naar
scènes vol actie en geweld. Als dan de held, met wie ze zich
vereenzelvigen, geweld gebruikt en daarvoor beloond wordt, ligt het voor
de hand dat kinderen leren dat geweld mag en dat het loont. Dat betekent
echter niet dat ze dus geweld zullen gebruiken

Kinderen nemen agressieve televisieprogramma’s anders waar dan
volwassenen. De waarneming van tv-geweld kan onderverdeeld worden
in: - de hoeveelheid waargenomen geweld op tv
- de waargenomen realiteitswaarde
- de emotionele beleving van tv-geweld

Verschillende soorten geweld:

- Onophoudelijk geweld waarin Tom & Jerry elkaar dompelen

- Gefilmde oorlogshandelingen bij de nieuwsberichten

Kinderen zijn banger bij moorden in fictieve verhalen maar hebben een grotere hekel aan verfilmd écht geweld

Kinderen vinden over het algemeen agressief gedrag (moord, ruzie, vuist-
gevechten en achtervolgingen) op tv niet erg aantrekkelijk.
MAAR: kinderen uit lager sociale klassen + zwarte kinderen (en vooral
jongens) staan positiever tegenover televisiegeweld

→ gezin en milieu sterke invloed! (primaire sociale beïnvloeder)
(houding die men in gezin tegenover geweld aanneemt heel belangrijk!
Kinderen die zeggen dat er thuis veel met hen wordt gepraat blijken minder
vaak gewelddadige reacties te geven op hen voorgelegde hypothetische
conflictsituaties en gebruiken eerder verbale dan fysieke agressie
).

Men kan stellen dat het kijken naar geweldprogramma’s kinderen inderdaad kan beïnvloeden. Hoe vaker ze kijken, des te meer effect dat heeft (binnen zekere grenzen), maar dat effect is meer een versterking van reeds aanwezige agressieve attitudes en agressief gedrag dan dat er een eenvoudige oorzaak-gevolgrelatie is. De mate van sociale tegendruk in het gezin en het milieu van het kind is waarschijnlijk meer bepalend dan de geweldprogramma’s zelf. Ook vertonen emotioneel verwaarloosde kinderen een aanzienlijk sterkere voorkeur voor agressieve programma’s en voor agressief gedrag

[ teksten zie cursus]

Lees meer...

MM en beeldcultuur

Verdringing woord door beeldcultuur?
- eenzijdige visie: onze cultuur was nooit volledig op de geschreven taal
gericht
- ook op tv blijft verbale element belangrijk

Randbemerkingen:

- werktuig voor sociale verandering
- kwaliteitsbewuste en controlerende instanties
- directe invloed benutten voor positieve doeleinden
- mogelijkheid om sociale wantoestanden te signaleren en aanzetten
tot verandering te geven

Voorwaarde: genoeg verscheidenheid aan bronnen

Essentieel daarvoor:
- geen politieke, commerciële of levensbeschouwelijke
monopolies
- mogelijkheid om vrijheid van meningsuiting op te volgen

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen