Menu

Informatie en berichtgeving

Pers: alle instanties die zich bezighouden met het verzamelen en verspreiden
van nieuws

Redacties: zowel actief als passief met nieuwsgaring bezig
passief = dat een redactie ontvanger is van nieuws dat haar wordt
toegezonden en dat niet afkomstig is van een persbureau
waarop ze geabonneerd is

Veel instanties vinden het nuttig om de pers in te lichten over wat er in hun werkterrein gebeurt. Deze persberichten hebben uiteenlopende namen:
- stukken - communiqués
- handouts - releases
- mediaberichten - mededelingen voor de pers

Dit materiaal kan voorzien zijn van embargo (verzoek niet tot publicatie over te gaan op een genoemde datum, soms zelfs genoemd uur)

Het staat de redacties vrij om van dergelijke mededelingen gebruik te maken, te verwerken, of te herschrijven. Maar meestal verzeilen ze in de prullenmand…

Afzenders

= mensen of instanties die iets bekend willen maken, zonder de vorm van de advertentie te kiezen, iedereen kan dat.

  • commerciële instellingen (willen zakelijk belang dienen)
    → komt geloofwaardig over, want journalist vond het de moeite om op te nemen
  • niet-commerciële instellingen (iets melden dat van algemeen belang is)
    Vaak wordt hier ook eigen belang van de instelling gediend.

Persberichten

Geschreven door: - professionele tekstschrijvers
- niet-professionele tekstschrijvers

Vorm van persmededelingen: Lezen

- grote bedrijven of instellingen → fraai ogende mededelingen op duurder papier
(+ kleurenillustratie)
- boodschappen met grote actualiteitswaarde → ‘snel drukwerk’

Enkele vormelijke conventies: Lezen

  • naam + adres van afzender, datum, naam, telefoonnummer en doorkiesnummer van de voorlichter
  • aanduiding van de aard van de inzending
  • embargo indien nodig
  • persmededeling moet ook behoorlijk ogen

Enkele inhoudelijke conventies: Lezen

  • moet duidelijk nieuws bevatten of nieuws beloven

Wie stuurt een persbericht? Iedereen

- commerciële instellingen
Aandacht richten op eigen bedrijf, produkt, goede naam, commercieel resultaat.
Men wil altijd iets aanprijzen. (Reclameachtige of PR-achtige toon)

Bevooroordeeld door redacties.. Aanzien als objectief!
Taak van de voorlichter hier om zo de info zo zakelijk en exact mogelijk te maken.
Het is belangrijk dat hij hier op lange termijn een goede relatie opbouwt!

- niet-commerciële instellingen (openbaar bestuur, wetenschap,…)
Afzenders hier willen hun mededeling in de eerste plaats zien als voorlichting.
Het is van belang en vereist om de burgers te informeren over alles wat ze moeten
weten om tot een eigen oordeel te komen en om gebruik te kunnen maken van de
rechten en mogelijkheden.

Voorlichter = vertaler
(Hij moet wetten, regelingen, besluiten of rapporten zo herschrijven dat ze voor
iedereen duidelijk zijn)

Lees meer...

De ontvanger

= actief, doet iets met de boodschap, decodeert

Laatste fase in het communicatieproces:
De integratie van de boodschap in het totaal kennis- en ervaringspakket van de ontvanger, of het niet-integreren van de boodschap

Interpretatie en integratie = intrapersoonlijk proces → individueel gebeuren

PUBLIEK aanwezig (“present”)
verspreid (“spread”)

Feedback (van ontvanger naar zender)
= alles wat de zender iets vertelt over het resultaat van zijn boodschap
of… de informatie die de zender krijgt door de manier waarop de ontvanger op zijn boodschap reageert

Terugkoppeling = wat de zender hiermee doet

Interpersoonlijke comm. ↔ woordvoerder ten opzichte van groot aantal ontvanger:

Men communiceert weliswaar face tot face met de ondervrager maar doet dat ‘in bijzijn’ van een groot aantal ontvangers. Die zijn voor de woordvoerder (grotendeels meestal) onzichtbaar en dat maakt het zeer moeilijk om in te springen op de reacties van de ontvangers, hetgeen in een gewoon gesprek wel kan…

Vaak kan wat in de media verkondigd wordt leiden tot communicatie tussen de ontvanger onderling! (Info stroomt door van ene ontvanger naar de andere)
+ hoe meer mensen betrokken zijn bij het doorgeven van informatie, hoe groter de
kans dat die informatie wordt verminkt

Positieve feedback: informatie die leidt tot een vergroting van de afwijking
Negatieve feedback: informatie die leidt tot een vermindering van de afwijking
→ in een goed functionerend communicatiesysteem vindt men zowel positieve als
negatieve feedback!

Normale communicatieproces: sturen we wat we zeggen (terugkoppeling) op grond van reacties van de ander (feedback).

Soorten feedback

  1. Uitgestelde feedback
    De feedback die de zender van een massacommunicatieboodschap ontvangt, is meestal uitgesteld (kost tijd).

  1. Geïnstitutionaliseerde feedback
    Bij massacommunicatie wordt er vaak opdracht gegeven –aan derden- om het effect van bepaalde programma’s op de ontvanger na te gaan.

Hiervoor zijn verschillende technieken ontwikkeld: enquetes, logboek,
àkijk- en luisterdichtheidonderzoek (audiometer):
Men meet op welk kanaal men is aangesloten. Het tv-gebruik (aan of af en welk
kanaal) wordt gemeten door de audiometer, maar hoeveel ontvangers kijken
valt op die manier niet te meten

Blijft omwille van hoge kosten relatief lang aangesloten op eenzelfde toestel

  1. Representatieve feedback
    ontvanger = massa → onmogelijk van elke ontvanger feedback te krijgen!
    DUS: steekproeven (moeten wel representatief zijn)
  2. Kwantitatieve feedback
    ≠ kwalitatieve feedback
    Het is niet omdat een programma vb een hoge kijkdichtheid had, dat herprogrammering kan overwogen worden. Redenen van die hoge kijkdichtheid kan zijn dat er zwakke concurrentie was van andere zenders of dat het programma ideaal werd uitgezonden in prime-time
  3. Cumulatieve feedback
    Bijvoorbeeld in de filmwereld wanneer een tweede, een derde vervolgen zich opdringen, dan wordt die feedback cumulatieve feedback geheten. Vb. “Star Trek VI” en “Jaws III”

àGeleende feedback
wanneer we van anderen, die ervaring terzake hebben, vernemen wat we moeten doen om een communicatieproces te doen slagen. Vb. onderwerpen die in geschreven pers succes kenden, behandelen voor radio en/of tv

à Anticiperende feedback
Vooraf info winnen door marktonderzoek en opiniepeilingen vb pilot aflevering

à Feedforward
wanneer de zender zich vooraf ‘instelt’ op vb. een gesprek door zich in te
beelden hoe het zal verlopen en door zich te laten informeren over de persoon-
lijkheid van de gesprekspartner.
Vb. voor het overbrengen van de boodschap in een woordvoerdersituatie
(goede voorbereiding nodig + moet afgestemd zijn op ontvanger)
→ op voorhand publiek analyseren

Communicatie van een boodschap is het effectiefst, als mensen bepaalde opvattingen, achtergronden en ideeën gemeenschappelijk hebben. Hoe meer mensen daarin van elkaar verschillen, hoe moeilijker communicatie zal zijn…

Ook inlevingsvermogen (in anderen) is belangrijk in wat ‘sociale intelligentie’ wordt genoemd: het vermogen om sociale situaties snel en genuanceerd te kunnen overzien

Zendergericht ↔ Publieksgericht

Televisie-interview met publiek in de studio:
de positieve of negatieve reacties van het aanwezige publiek KUNNEN immers een bepaald positief of negatief effect hebben op een eventuele meningswijziging van de ontvanger thuis!

Lees meer...

Tekens en signalen

Een boodschap wordt in een vorm gegoten, gecodeerd in tekens of be-teken-d.

= fysisch waarneembare factoren met een verwijzingsfunctie,

= het zijn fysische gegevens die op zichzelf geen inhoud of betekenis hebben. Ze krijgen maar betekenis voor iemand, omdat de zender er die betekenis in gelegd heeft, of omdat de ontvanger er die betekenis in ziet)

De betekenis steunt niet enkel op een persoonlijke interpretatie, maar vooral op een collectieve afspraak. → Ze is cultureel bepaald! [Vb. opgeheven vuist]

Het teken is onbegrijpelijk, indien men niet de sleutel kent die het mogelijk maakt het te ontcijferen. Deze sleutel is de code.

Tekenindeling volgens Peirce:
- Iconen (foto, tekening,…)
- Indexen (bepaalde relatie in ruimte, tijd)
- Symbolen (afspraken: vb. rode roos = liefde)

Tweedelige indeling van tekens

  1. 1. Natuurlijke tekens (indices of signalen)
    Eenfysisch gegeven, die voortkomt uit de omgeving of uit het eigen organisme (betekenis hierachter berust op het leerproces)
    → semiotiek: leer van de tekens
    Vb. Blozen: schaamte
  2. 2. kunstmatige tekens
    Deze tekens zijn gemaakt door de mens om te communiceren
    Vb. taal
    1. a. conventionele tekens
      [Ontstaan dankzij een (willekeurige of arbitraire) afspraak]
      Er bestaat geen inhoudelijk verband tussen de klank of de opeenvolging van de letters van een woord (vb. paard)

De afspraak is een:
- collectieve of cultureel bepaalde afspraak of een
- persoonlijke interpretatie van de zender of ontvanger
vb. rood = gevaar ; zwart = rauw; …

  1. a. iconische tekens
    [Ontstaan via een gemotiveerde wijze]
    = kunstmatige tekens, waarvan de vorm lijkt op het object waarnaar verwezen wordt. (Vb. teken van een bloem)

- Sommige emblemen in de doventaal zijn iconisch

- klanknabootsingen of onomatopeeën zoals tiktak, koekoek,…

- overeenkomst in beeld of klank, naar werkelijkheid verwezen

symbolen
[Ontstaan via een gemotiveerde wijze]
= kunstmatige tekens, waarvan de vorm niet gemotiveerd is door een uiterlijke overeenkomst, maar door de ‘innerlijke’ relatie.
Uitdrukking, naam of beeld met bijbetekenis.
Vb. de zee is dan een symbool voor oneindigheid

Lees meer...

Het kanaal

Zender encoderen Kanaal decoderen Ontvanger

= bindmiddel, contactmiddel tussen zender en ontvanger
[communicatie is contact en contact komt tot stand via de zintuigen:
het auditieve, het visuele, de reuk, de smaak en de tastzin]
Hoe meer zintuigen bij een kanaal gebruikt worden, des te meer een kanaal ‘direct’
wordt genoemd…

DEFINITIE DIRK DEGROOF
Communicatie is het via het kanaal overbrengen of uitwisselen van een boodschap tussen twee of meer personen onder de vorm van tekens en door middel van signalen. Het (communicatie)kanaal is de materie, waardoor een zender en een ontvanger met elkaar in contact staan

àonderscheid multipolair, distributief & interactief

Boodschappen, die door meerdere kanalen tegelijk worden overgedragen, zijn uiteraard beter bestand tegen kanaalruis = is alles wat toegevoegd wordt aan de boodschap, die door het kanaal wordt gestuurd maar wat niet bedoeld is voor de zender.

Verschillen tussen kanalen:

  • Kanaaldichtheid belangrijk:
    - directe aanwezigheid: minder vrij om boodschappen van de ander te negeren
    - boek kan je wegleggen; tv & radio kan je uitzetten
  • Kanaaldichtheid in relatie met het overbrengen van goed en slecht nieuws
  • Mate van openbaarheid van een kanaal

Naast technische middelen ook non-verbale medium! (ontzettend belangrijk!!)
Zonder woorden kunnen we ons ook uitdrukken

(hoe we ons voelen, wat we van onze gesprekspartners vinden en verwachten, hoe we gezien willen worden en hoe onze woorden opgevat moeten worden… )

Vocaal

Non-vocaal

Verbaal

het gesproken woord (auditief)

primair

geschreven/gedrukt (visueel)

secundair

Non-verbaal

spreekwijze, stemkwaliteit, intonatie

primair

Lichaamsgebaren (reuk, smaak,…), visueel, olfatorisch, tactiel, gastatorisch

primair

- non-verbaal / non-vocaal
Groot deel van de communicatie gebeurt non verbaal (70%)

  • de gespreksregulatoren
    = gebaren die comm.stroom regelen. Vb. ogen, armen,…
  • het lichaamscontact
    = gebaren die tactiel van aard zijn. Vb. zoenen, schouderklopje,…
  • de emblemen
    = onderscheidingsteken eigen aan bep. soort taal. Vb. doventaal
  • de persoonlijke ruimte
    = lichamelijk tot elkaar verbonden, cirkel rond een persoon
  • de gevoelsuitingen
    = gelaatsuitdrukkingen,om je gevoelens te uiten
  • de illustratoren

= aanwijzingsgebaren (visualiseren het verbale), ondersteunen verhaal

  • de fysionomie en uiterlijke verschijning

veranderen niet tijdens comm.proces, vb kleren

- non-verbaal / vocaal
komt voor in combinatie met het verbalen medium
(stemkwaliteit en spreekwijze)

- vocaal / verbaal
stem als drager van de in tekens gecodeerde boodschap (auditief)
= het gesproken woord

- non-vocaal / verbaal
= geschreven en gedrukte woord (kanaal is visueel)

De primaire media: non-verbale medium en vocale verbale medium, onontbeerlijk voor de mens om te communiceren.
De secundaire media: het non-vocale medium en massamedia zijn als het ware verlengstukken van de mens:

Zij maken het mogelijk de tijdelijke en ruimtelijke begrenzingen van de primaire media te overbruggen. Zij worden vaak gebruikt om bij het communiceren:

- de zichtbaarheid te bevorderen: bv. Illustraties, bord,…

- de verstaanbaarheid te garanderen: bv. Microfoon

- de verspreiding te garanderen: bv. Alle massamedia

Radio, film & tv: als medium meer geschikt voor het overdragen van non-
verbale informatie
Film & tv: zijn directer dan het gedrukte woord en de radio, omdat ze de kijkers
via één zintuig bereiken

àRoepen meer emotie op bij de toeschouwers

MAAR: gedrukte tekst:
- staat tot onze beschikking waar en wanneer we maar willen
- we zijn vrij om in ons eigen tempo te lezen en kunnen zonodig gedeelten
herlezen

Een kanaal kan door zijn aard geschikter zijn voor bepaalde soorten informatie, maar daarnaast is het ook mogelijk dat mensen aan bepaalde kanalen meer geloofwaardigheid toeschrijven (vb. nieuwsdienst geloofwaardig)

→ Als een bericht 1st gehoord wordt via nieuwsdienst: niet meer nachecken
→ Als een bericht 1st gehoord wordt in massamedia: nachecken

Gedrukte tekst komt ook geloofwaardiger over dan geschreven tekst!

- Bij rampen als overstromingen: media geloofwaardiger, wanneer mensen willen weten wat ze moeten doen,

- Bij maatschappelijke controversen: niet media, wanneer mensen willen weten wat ze moeten denken

Tv & Radio als betrouwbaarst aanzien, als het gaat om informatie en nieuws (Tv schept illusie dat men er bij geweest is).
- op tv: lichaamstaal goed zichtbaar
- op radio lichaamstaal gedeeltelijk waarneembaar [intensiteit van de stem])
→ die waarneembaarheid van lichaamstaal is bepalend voor geloofwaardigheid

Taal aanpassen aan het kanaal:
Een lezer kan een moeilijk woord in een artikel opzoeken, een kijker of luisteraar niet!

Het aantal mensen dat via een kanaal bereikt kan worden, verschilt per kanaal…

Lees meer...

Effectieve informatieoverdracht

-Ruis reduceren
- boodschap redundanter maken
(herhalen, andere bewoordingen, synoniemen, voorbeelden,…)
- structuur
(duidelijke opbouw, normale zinnen, gangbaar taalgebruik)

- Aandacht van ontvanger richten
- vraag stellen + beantwoorden
- beklemtonen: “belangrijk punt”

- Acceptatie van de boodschap
(geloofwaardigheid van zender & kanaal)

- Psychologische structuur

- logische kwaliteit van de boodschap

De boodschap moet voor de ontvanger een schijn van logica hebben.

Daarbij kan nog van belang zijn of de conclusie aan het slot van de boodschap expliciet is of niet. (expliciet → schijnt effectiever te zijn)
Ook de waarheid van hetgeen de zender als boodschap stuurt, speelt rol.

- argumentatie
Tweezijdige argumentatie effectiever dan eenzijdige argumentatie.
(zender moet tegenargumenten geven)

- opbouw van de boodschap
Een zender kan beter niet beginnen met het poneren van een stelling: op het moment dat de zender dat wel doet, gaat de ontvanger immers op zoek naar een tegenargumentatie en hoort hij de argumenten van de zender niet meer of althans slecht. De zender moet in zijn boodschap dus eerst de argumenten geven en pas daarna de stelling, waarbij de (beste) volgorde (waarschijnlijk) is: tegenargument – argument voor – stelling
De sterkste werking als ze aan het begin of aan het einde van de boodschap staan, maar niet in een tussenpositie !

- opiniërend woordgebruik
Hoe meer een bepaald taalgebruik afwijkt van een neutrale manier van uitdrukken, hoe opiniërender de boodschap gevonden wordt.

2 categorieën van woorden/uitdrukkingen kunnen uitspraken opiniërender maken:

- woorden die een bepaalde kwalificatie geven (vb. wss, zeker,…)
- metaforische woorden: met een metafoor in

Sterke opiniërende uitspraken kunnen weergeven hoe de spreker denkt over degenen die het met hem eens of oneens zijn. Weinig opiniërend geven alleen weer hoe de spreker zelf denkt over de boodschap.
hd

Uit onderzoek blijkt dat opiniërende uitspraken, die de houding van de spreker weergeven ten aanzien van degenen die het met de spreker oneens zijn, als sterker worden ervaren dan niet-opiniërende uitspraken

- angstgevoelens bij de ontvanger
zender kan hierop inspelen..
[vb. ..als je niet veilig vrijt, loop je de kans AIDS te krijgen, enz.]
Dit appel kan sterk, mild of zwak zijn

- verwoording van de boodschap
Een goede verwoording is belangrijk om duidelijk en overtuigd over te komen

Lees meer...

Problemen bij het overbrengen van de boodschap

- wie is publiek?
- welk beeld heeft publiek van zender?
- houding tegenover het onderwerp?

Extra factor: RUIS (storingen die accuraat overbrengen van de boodschap
belemmeren)

- omgeving (vb. tunnel → autoradio ontvangst ↓)
- kanaal zelf (atmosferische storingen)
- zender (vb. spraakgebrek, mompelen, merkwaardige tics,…)
- ontvanger (vb. wanneer deze wordt overmand door emoties, die door de
boodschap worden opgeroepen)

! Ruis reduceren om effectieve informatieoverdracht mogelijk te maken !

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen