Inleiding : massamedia en de industriele maatschappij
- Gepubliceerd in Marketing
- Reageer als eerste!
- Opkomst van de massamedia in de 2e helft van de 19e eeuw : industriële of moderne samenleving.
- Opkomst van de massamedia in de 2e helft van de 19e eeuw : industriële of moderne samenleving.
- Rechtstreeks in contact met de afnemer men kan dus inspelen op diens wensen.
- Kennis van het product wordt vergroot
- Wijze van gespreksvoering heeft ook invloed op verkoop
- Medewerker is de belangrijkste merkdrager moet waarmaken wat er in de telecommercials beloofd wordt.
- gericht op het verkrijgen en onderhouden van een duurzame relatie tussen aanbieder en afnemer.
- Directe communicatie : enkel mogelijk als de aanbieder naam en adres heeft van de afnemer ( telefoon , email , internet )
- Door wensen en verwachtingen goed bij te houden kan men zich afstemmen op het koopgedrag van de consument
- Ligt tussen reclame en persoonlijke verkoop ondersteund door reclame
Winkelcommunicatie (verzamelnaam voor de marketingcommunicatie in de winkel)
- Artikelpresentatie, displays en verpakkingen ; ze behoren alle vier tot de actie-communicatiemix en zijn permanent aanwezig
- Het primaire doel is het realiseren van de gewenste omzet
- Oefent invloed uit op het koopgedrag (voor, tijdens en na de koop)
- Kennismaken met nieuw merk door display kennismaking kan leiden tot een aankoop
- Verpakking beïnvloedt beeld dat de consument heeft van het product. Het is een belangrijk communicatiemiddel.
Marketingcommunicatie bestaat uit twee hoofdvormen: themacommunicatie ( above the line) en actiecommunicatie ( below the line).
- Themacommunicatie gaat vaak vooraf aan de verkoop.
Samenvattend kunnen we zeggen dat men de kennis/attitude van de consument wil beïnvloeden
- Actiecommunicatie
Opm.: In de praktijk zijn deze niet altijd duidelijk te scheiden. Lees pag. 137 onderaan
Reclame
- Elke vorm van niet persoonlijke presentatie en promotie van producten. , diensten en ideeën waarvoor wordt betaald door een herkenbare afzender
- Uitstekend instrument voor het beïnvloeden van kennis , attitude en tevredenheid va grote groepen consumenten
- Er is sprake van eenzijdige informatie; men wil het zo positief mogelijk voorstellen.
- Kan niet verder reiken dan het vergroten van de koopintentie
- Is niet hetzelfde als publiciteit want je moet er voor betalen
- Niet hetzelfde als propaganda want propaganda wil ideeën op politiek of cultureel vlak overbrengen.
Promotie
- Promoties houden een tijdelijke verbetering van de prijs/waardeverhouding van een product of dienst in, die tot doel heeft extra verkopen te realiseren. (vb. 25% extra voor dezelfde prijs)
- Door een korting , of door verhoging van de waarde.
- Met als doel het koopgedrag doen toenemen
- Omzet verhoogt op korte termijn
- Ook prijsvragen, staaltjes , displays , … vallen onder promoties
- Kan ingezet worden ter ondersteuning van een reclamecampagne
- Bij thematische promotie is er, in tegenstelling tot bij klassieke promotie, geen directe omzetdoelstelling ( geen verplichte aankoop).
- Bij sales promotion wordt vooral gebruikt voor productintroducties, het aantrekken van nieuwe klanten, ..
- Kan op 2 niveau’s plaatsvinden
- gericht op de tussenhandel ( retailers , groothandelaars ,… moet hen aanzetten tot verkoop van het merk en tot het assisteren in de promotie van het merk naar de eindgebruiker)
gericht op de consument ( onmiddellijke actie bij het publiek teweeg brengen en aanzetten tot probeeraankopen
Bij marktetingcommunicatie staat, in tegenstelling tot Corporate communicatie, het product of de dienst centraal. Marketingcommunicatie is er één van de vier P’s (prijs, plaats, promotie en product) in de zogenaamde marketingmix, die centraal staat in het hele marketingdenken.
Kotler : definitie van marketing: de menselijke activiteit gericht op het vervullen van behoeften en verlangens door middel van ruil.
Hier gaat het om “het structureel communiceren naar de interne en externe arbeidsmarktdoelgroepen met als doel het werven van nieuwe medewerkers, het contract onderhouden met huidige, potentiële en oud-medewerkers.”
DUS: structureel verwijst naar het feit dat het gaat om een specifiek beleid. Men richt zich ook op interne doelgroepen, eigen en oud-medewerkers zijn immers ambassadeurs voor een werkgever en spelen een essentiële rol in het uitdragen van het werkgeversmerk. Arbeidsmarktcommunicatie heeft een directe of indirecte wervingsboodschap. De directe is een vraag naar personeel en bij de indirecte vraag heeft men de intentie om een positief beeld te scheppen van de organisatie als potentieel werkgever of om een relatie op te bouwen