Menu

De geldigheidsaanspraken

Communicatie is gericht op wederzijds begrip; kan maar lukken als het subject drie aanspraken maakt: iets geven aan de toehoorder om te verstaan; zichzelf verstaanbaar maken; met een ander persoon tot wederzijds begrip komen.

Een taalhandeling kan maar lukken als de betrokkene

  • een ware uitspraak formuleert (waarheid = objectief na te gaan)
  • in zijn uiting rechtvaardig is
  • meningen, bedoelingen, gevoelens etc. waarachtig uit (waarachtigheid = enkel subject toegang)

bv. appelmoes doorgeven

Lees meer...

De betrekkingen tot de wereld

Elke component roept een idee in het leven. Zonder de taal zou er geen onderscheid tussen de drie werelden zijn gemaakt. De structuur van de taalhandeling heeft gevolgen voor de manier waarop de mens zich verhoudt t.o.v. de wereld: het subject wordt door de taalstructuur gedwongen 3 werelden van elkaar af te grenzen.

1 objectieve wereld

Alles wat expliciet als inhoud van een bewering kan optreden. Men kan deze waarnemen en manipuleren. Het gaat om de expliciete inhoud van een boodschap.

Constativa

2 sociale wereld

Het geheel van instituties, overleveringen, normen, culturele waarden die betrekkingen tussen mensen regelen en waarmee men rekening dient te houden wil men tot een overeenkomst komen.

regulativa: Men kan bepaalde aspecten van de sociale wereld uitdrukken in normatieve zinnen.

3 Subjectieve wereld

De subjectieve belevingen waartoe enkel het subject een geprivilegieerde toegang heeft. Toegankelijk voor zover men zich in zichzelf keert.

representativa: expressieve zinnen

Lees meer...

De structuur van de taalhandeling

Taalhandeling op drie niveaus (“ik zeg u dat het regent”)

1 Propositionele component (objectieve wereld)

Men uit zich over iets in de wereld, waarover de communicatie gaat.

2 Illocutionaire component (sociale wereld)

Men tracht de ander te laten accepteren wat men beweert; men raakt het met iemand eens. Niveau van intersubjectiviteit: spreker en toehoorder kunnen hier tot wederzijds begrip komen.

3 Expressieve component (subjectieve wereld)

Men tracht zichzelf verstaanbaar te maken; men uit zich.

Lees meer...

Habermas’ theorie van het communicatieve handelen

  • Taal fundeert de sociale interacties.
  • Enkel via de taal kunnen mensen hun ervaringen gemeenschappelijk maken.
  • Taal is een communicatiemedium.
  • Wat in de taal maakt het mogelijk dat wij er mekaar mee kunnen verstaan?
  • Het accent ligt op de manier waarop zinnen worden aangewend in taaluitingen = taalhandeling. Bij gebruik van de taal stel je een daad. Spreken = vorm van handelen. bv. Belofte bij huwelijk.
Lees meer...

Bernsteins taalcodes: “elaborated” en “restricted”

Taalstructuren verschillen volgens sociale klassen.

Lagere klassen  minder vaak lid van gedifferentieerde organisaties (restricted)

  • korte, grammaticaal eenvoudige, vaak onvolledige zinnen in een gebrekkige syntactische vorm (directe rede)
  • eenvoudig en herhaald gebruik van conjunctieven (dan, en toen, zo) en indexicale uitingen (hier, daar)
  • weinig ondergeschikte zinnen
  • veel sympathetische uitingen (vind je niet? zie je?)

Kinderen uit deze klasse: meer non-verbaal => meer interpretatiearbeid => meer misverstanden.

Midden- en hogere klassen (elaborated)

  • precieze en complexe grammaticale constructies met veelvuldig gebruik van onderschikkende bijzinnen (indirecte rede)
  • veelvuldig gebruik van voorzetsels die logische en tijdruimtelijke relaties aanduiden
  • uitdrukkelijke verbalisering van individuele oordelen

Kinderen uit deze klasse hebben voordelen: ze kunnen gemakkelijker logisch denken, complexe samenhangen onderkennen en analyseren, conflicten en problemen verklaren en oplossingen formuleren; ook grotere leermotivatie.

Toch is de restricted code niet inferieur; het sympathetisch vermogen is onmisbaar in de

informele omgang.

Dit verklaart verschillen in schoolprestaties. Dit wordt versterkt doordat de schoolse

omgangsvormen beantwoorden aan de levenswijze van de middenklasse en omdat leraars de

leerlingen met de elaborated code vaker belonen.

Lees meer...

Durkheim en Mauss over de sociale bepaaldheden van het denken

Classifications primitives: de belangrijkste classificaties en fundamentele categorieën van het denken hebben een sociale oorsprong (geen a-priori denkcategorieën).

De sociale structuur geeft vorm aan onze fundamentele denkcategorieën. Primitieve mensen delen de natuur in zoals zij hun eigen groep indelen.

bv. planten: eetbaar- niet eetbaar ~ huwbare en niet huwbare leden)

bv. papegaaienclan eet geen papegaaien = projectie van verbod op huwen binnen clan

Ook de wijze waarop mensen denken over lichaamsfuncties weerspiegelt sociale categorieën ~> Mary Douglas: de relatie tussen hoofd, voeten, hersenen, geslachtsorganen, mond en anus drukken gewoonlijk de relevante hiërarchiepatronen uit. Ook in de beleving van het eigen lichaam gebruiken mensen onbewust sociale categorieën.

Het ervaren van de natuur en het eigen lichaam is in deze zin ook een sociale ervaring. Een ervaring dus waarop de sociale structuur haar stempel drukt.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen

Door het bezoeken van onze website gaat u ermee akkoord dat wij cookies gebruiken om ervoor te zorgen dat u de beste ervaring krijgt.
Ik begrijp het !