Menu

Reclamemakers: de missionarissen van de consumptiemaatschappij

In de jaren ’20-’30 was de zending ~> mensen bekeren tot een consumptieve houding. Dit was echter niet gemakkelijk: mensen moesten schrik voor machines overwinnen ~> dit vergt veel beschavingsarbeid.

Mensen moesten hun angsten overwinnen voor het nieuwe in het algemeen en voor de nieuwe technologie in het bijzonder. Consumeren betekende ook nieuwe vaardigheden leren: zesde zintuig ontwikkelen ~> wat is er in de mode en de capaciteit om nieuwe behoeften te herkennen.

Moraliserende reclameboodschappen probeerden mensen een schaamtegevoel aan te praten. Ze verfoeiden een oude gewoonte en prezen een nieuw middel aan. Consumenten zijn in de eerste plaats mensen die in staat zijn hun problemen te herdefiniëren als behoeften die noden tot consumeren: maatschappelijke heropvoeding.

Lees meer...

Douglas en Isherwood over consumptie en ongelijkheid, The world of goods

Veblen: klassengebondenheid van consumptiepatronen (conspicuous consumption bij leisure class) ~> dit bestaat nog steeds.

Men onderscheidt drie klassen van goederen:

- staple set: voorzien in primair levensonderhoud

- technology set: moderne consumentenapparatuur

- information set: informatie-verwerking en -verwerving

Hoe meer middelen men te besteden heeft, hoe meer men deze zal besteden aan goederen uit de information set. Het ligt in het rationele belang van de consument om zich zo goed mogelijk te informeren over de wereld waarin hij leeft.

Klein beschikbaar inkomen: relatief groot deel aan staple set ~> minder geld aan dingen zoals telefoon ~> minder sociale contacten of relaties: “to be poor is to be isolated”.

Bovenkant ~> top-consumenten: hechten groot belang aan information set omdat zij het toenemende cruciale belang kennen informatie in de moderne samenleving. Ze zijn zelf vaak betrokken bij de productie van deze goederen en weten dat toegang tot deze toegang verschaft tot de relevante sectoren van de arbeidsmarkt. Ze gaan ook anders met tijd om ~> tijd is een zeer schaars goed.

Het consumeren van deze goederen neemt veel tijd in en de omlooptijd wordt alsmaar korter.

 lagere sociale klasse ~> small scale consumers ~> veel tijd, weinig geld, sociaal geïsoleerd

hogere sociale klasse ~> large scale consumers ~> weinig tijd, veel geld, goed geïntegreerd uitgebreid netwerk

Lees meer...

Consumeren en identiteitsopbouw

Mensen moeten hun identiteit zelf opbouwen daar die niet meer gegeven is. De sociale structuur is dan ook flexibel: relatief grote mobiliteit, structurele veranderingen, banden worden makkelijker doorgeknipt, ... In deze onzekere maatschappij is het opbouwen van een sociale identiteit een ononderbroken bezigheid en het consumeren speelt daar een steeds grotere rol in.

Slater: identiteit is een functie geworden van consumptie (de idee van het postmoderne trekt dit tot in het extreme door: de indruk die we maken met ons lichamelijk voorkomen helpt ons om onszelf en de anderen te leren kennen en identificeren ~> deze factoren zijn belangrijker geworden dan factoren uit afkomst en traditie).

Maar uit empirisch onderzoek blijkt dat ook traditionele factoren nog steeds erg belangrijk zijn voor de identiteitsopbouw.

Lees meer...

Hedonisme van de consumer culture

Hedonisme = alles wat samenhangt met het genietende leven in een welvarende industriële samenleving. De nadruk ligt op passief genot van kant en klaar voedsel, luxe-goederen, bewegende beelden, geluiden, verslavende sensaties en geautomatiseerde diensten: alles schijnt gericht te zijn op het behagen van de consument die zichzelf moet zijn en zich van alle remmen moet ontdoen. Het leven is één groot feest van zintuiglijk genot. Vroeger was er consumptie voor levensonderhoud; nu gaat het veel verder dan noodzakelijke dingen.

Hedonisme gaat hand in hand met narcisme. Narcissus wilde zich kussen in het water en was niet in staat om impulsen uit de buitenwereld op te vangen. Hij zag de wereld niet als op zichzelf staand maar in functie van zichzelf. Dit is ook het geval t.o.v. anderen: bij de narcistische verering van een idool hoopt men dat iets van zijn glorie op zichzelf zal afstralen.

De consumptiemaatschappij riep een nieuw type individu in het leven, nl. de genietende consument die in volle vrijheid zijn hoogst individuele verlangens kan bevredigen. De realiteit verschijnt nog enkel als object van het verlangen. In feite houdt ze op met onafhankelijk te bestaan. De consument annexeert de door hem verlangde objecten.

De consument heeft alle rationaliteit achter zich gelaten ~> enkel de irrationaliteit van dromen en verlangens kent hij nog. In “rationele consument” duidt het rationele op een beperking van het consument zijn. Aan zichzelf overgelaten zou de ideale consument de wereld tot zich nemen, opslokken, of er in onderduiken om er eindeloos van te kunnen genieten.

Potlatchfeesten: de vernietiging en verspilling heeft hier geen ander doel dan de gemeenschap in deze geëxalteerde momenten intens te vieren. Bij het consumeren viert het individu zichzelf en geeft zich over aan zinnelijke genietingen.

In beide gevallen wordt het reële opgeofferd aan de zelf-ervaring (collectief in het eerste, individueel in het tweede).

Campbell: de consument zoekt de realisatie van zijn gekoesterde fantasieën. Ieder nieuw product ~> koopt een droom ~> ontgoocheling ~> vluchten in nieuwe dagdromen ~> ….

Lees meer...

Meerdimensionaliteit van het begrip “consumer culture”, Celia Lury

Kenmerken die typerend zijn voor de manier waarop in de hedendaagse maatschappij geconsumeerd wordt.

  • Toename consumptiegoederen.
  • Vermarkting: sociale interacties verlopen meer en meer via de markt = commodificatie.
  • bv. Privatisering van een aantal diensten.
  • Belangrijke vrijetijdsbesteding: in de V.S. is shoppen na tv-kijken de nummer twee.
  • Organisatie van consumenten: ze worden een groeiende politieke macht. Dit weerspiegelt het objectief belang van consumeren.
  • bv. Testaankoop in functie van de verdediging van het eigen belang.
  • Toename van het belang van sport en andere vrijetijdsactiviteiten en de verweving daarvan met commercie: sponsoring.
  • Vergemakkelijking van kredietmogelijkheden.
  • Toename van mogelijkheden waar geconsumeerd kan worden: shopping malls en de merchandising die hoort bij allerlei evenementen en parken.
  • Stylering: toenemend belang aan de vorm (design) en de verpakking: “het zich laten verleiden”
  • De allesdoordringende invloed van reclame: houdt de consumptie-ethos in stand (zoals religie in de Middeleeuwen).
  • Onmisbaarheid van consumeren voor de opbouw van de eigen levensstijl en de identiteit.
  • Het opduiken van consumptieziekten.
  • Het verleidelijk tentoonstellen van consumptiegoederen en het vormen van “collecties”. Door een stuk te kopen wordt je verleid om andere verwante zaken te kopen.
Lees meer...

De “these van de consumer culture”, Slater

Het consumeren krijgt in de moderne wereld een centrale rol toebedeeld. Sociale praktijken en culturele waarden, ideeën, aspiraties en identiteiten worden in de eerste plaats gedefinieerd in hun relatie tot consumptie en minder in relatie tot andere sociale dimensies zoals arbeid, burgerschap, religie en politiek. De waarden die gelden in de sfeer van de consumptie zijn dominant geworden in alle domeinen van het leven (soort van spill over-effect).

bv. nadruk op individuele keuze

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen