Menu

Ludwig Feuerbach

het materialistisch humanisme

Basisprincipe = synthese tss materialisme en idealisme

- nadruk op natuur die zintuiglijk begrepen kan worden

- abstractie om te spreken van ‘onsterfelijke ziel in sterfelijk lichaam’
want mens bestaat uit geest én stof en na de dood is er geen mens meer

Zin-zicht

- door ervaring vd menselijke ellende, onrechtvaardigheid, armoede, onvrijheid

 verlangen ‘hogere werkelijkheid’

- dit wordt geprojecteerd op een niet-bestaande God (God is schepping vd mens)

 gevaarlijke vergissing: we verspillen onze energie aan illussie ipv echte oorzaken

 ‘entfremdung’ of ‘aliënatie’ ; opdracht afgestaan aan geprojecteerde bovennatuur

- ‘antropocentristische’ filosofie

Kritiek

- christelijke denkers, kerken, hegelianen

- ‘linkse’ hegelianen rond Marx

-> te weinig over historisch en sociaal concreet bepaalde mensen

-> verwerping dialectiek, terwijl juist sleutel!

Lees meer...

Georg Wilhelm Friedrich Hegel

duitse idealisme

Basisprincipe 3 pijlers

- over Zijn van God voor de Schepping logica; zijnsleer

- God bestaat zonder enige innerlijke tegenstelling

- door de schepping ‘vervreemdde’ God zich id materiële wereld natuurfilosofie; aliënatie

- bijgevolg onstaat er een ongelooflijk contradictie tss zuivere geest en stof

= motor van verdere ontwikkeling

- pas in de mens begint de terugkeer vd geest naar zijn oorsprong filosofie vd geest

 de ontwikkeling is dus een terugkeer van de geest uit het ‘anders zijn’

 de mens maakt hier verschillende fasen door mee:

1) bezield, intuïtief wezen (zoals puber)
2) bewuste denken (filosofie)

3) de mens ziet zijn eigen geestelijke substantie als identiek met zijn bewuste handelen

 verbonden met deze evolutie: evolutie van de ‘objectieve geest’ (het recht, de moraal, de zedelijkheid)

 dit alles culmineert in moderne staat ; ‘de verschijnende God’

=> samenvattende en verklarende encyclopedie

Optimisme -> we ontwikkelen ons tot een steeds grotere rijkdom
-> uiteindelijk komene we terug tot bij God

Dialectiek krijgt moderne betekenis Thesis -> Antithesis -> Synthese

- elke ontwikkeling dus doorheen negatie

- synthese is een resultaat van een botsing tussen T en A, dus een vooruitgang

- synthese is dus geen compromis

Lees meer...

Emmanuel Kant

combineert het emprisme met het rationalisme

Kritik der reinen Vernunft

- das Ding-an-sich (werkelijkheid op zich) zent zintuiglijke waarnemingen uit naar ons verstand

- Ons verstand is echter geen onbeschreven blad,
maar een gestructureerd instrument dat werkt met vakjes: kwantiteit, kwaliteit, relatie, tijd, …

- Het vervormt automatisch onze zintuiglijke ervaring

- We kunnen dus in feite niets over het Ding-an-sich weten

 Kant noemde het Ding-an-sich het ‘Nou-menon’ (wat niet via de zintuigen, maar geest gekend wordt) en de ervaringen van de zingtuigen ‘Fenomenen’

 Hij onderscheidde analytische oordelen (gezegde al in het onderwerp) van synthetische oordelen (verband met element of uit ervaring)

 Hij onderscheidde empirische oordelen (volledig op ervaring van u of vertrouweling) van ‘a priori’ oordelen (meer nodig dan ervaring)

Gevolg: - geen enkele van de grote waarheden nog bewijsbaar

- leidde tot wanhoop (zelfs zelfmoord) > als niets zeker, wat is de zin? > 2de boek

Kritik der praktischen Vernunft (moraalfilosofie)

- vraag naar uitzicht: rechtvaardigheid

-> kan alleen door god worden verzekerd

-> vrije wil is nodig, anders kan mens zelf niet beslissen

-> bewijst moreel, niet rationeel, het bestaan van God

- vraag naar zinzicht en geluk hangt af van beoefening ervan

 we zitten dus op 2 niveaus

- intellectueel niveau: ‘kritiek van het zuivere verstand’, diepe onwetendheid (agnosticisme)

- morele niveau: aanvaarding bestaan God, onsterfelijkheid, vrije wil

agnosticisme en verwerping metafysica zetten aanzet tot opnieuw zoeken van absolute waarheid:
- idealisme: ‘idee’ voorrang (cfr. plato)  kennistheoretisch: idee boven het zijn

 ethisch: idealen als norm

- materialisme:  kennistheoretisch: materie voorrang – geest, alles als product van deze materie

 ethisch: bezitsdrang

Lees meer...

Empirisme: David Hume

Moraalfilosofie

4 omstandigheden wrbij men rechtvaardigheid niet kan wegdenken:

- men is aangewezen op anderen voor behoeftebevrediging

- men heeft slechts een beperkte naastenliefde wrdoor men alles voor zich zou opeisen

- door schaarste van goederen dringt zicht een afbakening van bezit af

- men heeft ongeveer dezelfde basisbehoeften

-> gelijke verdeling? -> rechtvaardigheid

Kennisleer

- alle kennis begint met indrukken die ideeën veroorzaken (vb. van een blinde vs kleur)

- door verbinding van deze ideën vergroten we de stof van onze kennis
(bv. oorzaak-gevolg door herhaling)

- we kunnen het idee van oorzaak-gevolg slechts toepassen zolang we op het terrein van ervaring

blijven. -> Religieuze waarheden kunnen we nooit kennen, moeten wden geloofd.

 uiteindelijk werd Hume een scepticus, kwam tot conclusie dat dmv observatie men niets over de werkelijkheid kan weten

Zowel rationalisten als empiristen zitten op een bepaald moment geblokkeerd in hun denken. Uitweg: Kant

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen