Menu

Staatsbindingen

Eenvoudige samenlevingen (KORTE interdependentieketens) → Valenties van het persoonlijke type. De affectieve behoeften worden bevredigd in concrete sociale verhoudingen met andere mensen.
Grotere en complexere samenlevingen → nieuwe vormen van emotionele bindingen. Mensen gaan zich niet enkel emotioneel hechten aan andere mensen, maar ook steeds meer aan symbolen van de groteren sociale eenheden waartoe ze behoren: binden aan vlaggen, gevoelsgeladen begrippen of bijzondere plaats, … op die manier hechten ze zich affectief aan de grotere sociale gehelen (zoals staten) die door die symbolen worden belichaamd. Die affectieve binding kan even hecht zijn als een face-to-face binding.

→ Waarom voorrang van emotionele bindingen aan staatssamenlevingen op bindingen aan andere figuraties (beroep, stad, dorp, …) in de 19de en 20ste eeuw? Elias: mensen hechten zich in een bepaalde historische context emotioneel het meest aan de figuratie die een verbod oplegt tot het gebruik van geweld tegen de eigen leden en tezelfdertijd de verplichting kan opleggen op het gebruik tot geweld tegen de leden van de andere figuratie. Dus: de figuratie die bescherming biedt tegen de lijfelijke vernietiging door buitenstaanders → Figuratie als overlevingseenheden:
Vroeger: stadsstaten of de bewoners van een burcht.
NU: nationale steden: we krijgen leven van de staat door wetten enz. veel mensen geven ook hun leven aan de staat, trots vaderland, …
Morgen misschien de integratie-eenheden van verschillende voormalige nationale staten.
→ Grootte verandert, Functie blijft dezelfde.

Distantie
Men kan ‘betrokkenheid’ en ‘distantie’ beschouwen als twee uitersten. Deze balans is weer heel verschillende qua samenleving en periode. Bvb onze samenleving: hoge graad van industrialisatie en beheersing niet-menselijke natuurkrachten → hoge distantie t.a.v. de natuur. We zijn relatief weinig affectief betrokken bij de natuur.

Evolutie houding tegenover de natuur: toont het nauwe verband tussen distantie en beheersing. Hoe meer mensen er in slagen distantie te behouden t.a.v. een verschijnsel uit hun omgeving, hoe groter de kans dat zij dat verschijnsel zullen kunnen beheersen. Omgekeerd: Emotionaliteit vermindert een realistische kijk op de dingen en vergroot het onvermogen tot beheersing.

Vroeger: mensen hadden een erg kleine voorraad van neutrale (niet affectief geladen) kennis. Hun denkwijzen waren doortrokken van hun eigen affecten, wensen en angsten. Voor hen was de wereld levend, ook de dingen.Deze persoonlijke omgang met de natuur belemmert een beheersing ervan maar zorgt wel voor een diepe emotionele bevrediging. De mensen raakten liever emotioneel betrokken door allerlei fantasieën, dan de fantasieën te laten en de realiteit te ontdekken. Bij het eerste voelen we ons aangesproken.
→ Ommezwaai: Om de wetenschap te verklaren, moeten we NIET teruggrijpen op emotionele verklaringen.

Overschakeling naar wetenschappelijk wensbeeld is niet vanzelfsprekend. De wetenschappelijke houding vereist dat men zijn emoties bedwingt in de omgang met de natuur.

Hoe kon de distantie tegenover de natuur ↑?
Besef dat de aarde niet in het centrum van het zonnestelsel staat, en zonnestelsel niet in het midden van de Melkweg, enz. In de ME was dit verschrikkelijk om te beseffen dat we niet in het centrum stonden. Zij vonden het altijd zo geruststellend dat alles is zoals het moest zijn. Ze hadden een wereldbeeld van orde en stabiliteit.
→ Elias: soms levert het voordelen op om niet het eerste het beste te geloven. Je moet jezelf soms pijn doen. De wetenschap heeft geen snelle verklaring, tegenover de mythen (verklaring voor je de vraag stelt) → Controle over de natuur!

Paradox: hoe meer ze ons in staat stellen om onze behoeften te bevredigen, hoe minder we de natuur kunnen controleren.

Voorbeeld: de copernicaanse revolutie: zie boek

Lees meer...

Affecthuishouding = geheel van al of niet verzadigde affectieve valenties.

! Het gevoelsleven wordt nooit op zichzelf bekeken, maar wordt altijd gesitueerd binnen de figuratie waar iemand deel van uitmaakt. Dus: wijzigingen in de sociale figuraties (dus in de bindingen die iemand heeft aangeknoopt) → verandering van de affecthuishouding. Vb. dood in boek

Studie Het Civilisatieproces: Wijzigingen van de figuraties (verlenging interpendentieketens) → verandering affecthuishouding (versterking van gevoelens van gêne en schaamte, ↑ impulsbeheersing)

Nota’s: overdracht van affecten op symbolen. Vb. vlag in brand steken → groep waartoe iemand behoort wordt symbolisch vernietigd = bindingen aan niet-menselijke, symbolische elementen.

Lees meer...

Distantie en betrokkenheid

Het is noodzakelijk om emoties en affecten bij de analyse te betrekken. Emoties: datgene dat ons drijft vb. schrikken bij een klap. Gevoelens: emoties + verbeeldingswereld

Affectieve bindingen
Freud ↔ Elias: ‘Je kunt ervan uitgaan dat emoties in elkaar omzetbaar zijn’ Vb: Liefde → haat, emoties kunnen dus omzwaaien.

Houdt zich bezig met de vraag: Wat maak het dat mensen op elkaar aangewezen zijn en dus van elkaar afhankelijk zijn? Dit verschilt van samenleving tot samenleving, en van historische periode tot historische periode. Maar: er zijn enkele ‘universele afhankelijkheden’:
Mensen zijn in eerste plaats op elkaar aangewezen voor de bevrediging van een heel scala aan gevoelsbevredigingen. MENS = een wezen met vele op andere mensen gerichte VALENTIES.
Valentie =
‘verbindingskracht’ of ‘verbindingswaarde’, de sociale aanknopingspunten waarover iemand beschikt. Men kan een mens dus voorstellen als een entiteit met tal van affectieve (en andere) valenties, waarvan er sommige verzadigd (voor zover er sociale bindingen op dat vlak werden aangeknoopt) zijn en andere niet (voor zover er geen sociale bindingen werden aangeknoopt).

Freud ↔ Elias: Seksuele valenties slechts een beperkt domein van de totale affectieve valenties.

Lees meer...

Modellen van vervlechting

Spelmodellen: tonen de dynamiek aan van vervlechtingen van onderling afhankelijke mensen.

Spel van twee personen (ongelijk)
Een spel met twee ongelijke spelers. A heeft een grotere speelsterkte dan B. A controleert in grote mate B. A heeft tegelijkertijd een hoge mate van controle over het spel als zodanig. Hij kan het spelverloop en de uitkomst voorspellen. Typerend is dus de hoge mate van controle over het spel door de machtige speler.

Spel van twee personen (gelijk)
Ongeveer gelijke speelsterkte. Er wordt een spel gespeeld, maar het is een spel dat niet langer wordt bepaald door de bedoelingen en plannen v/d spelers. Het is een toevallige spelfiguratie en onmogelijk om te bepalen wie wint. Uit de vervlechting van twee afzonderlijke mensen resulteert een spelproces dat geen van beide spelers beoogd heeft.

Spel van meerdere personen op meer niveaus
Een spel met vele personen en het aantal neemt voortdurend toe. De individuele speler dreigt zijn oriëntatie te verliezen want de figuratie wordt steeds ondoorzichtiger en moeilijker te beheersen. Drie mogelijke ontwikkelingen:

  • De figuratie desintegreert.
  • Er ontstaat een nieuwe figuratie van interdependente kleinere groepen, waarvan ieder afzonderlijk een min of meer autonoom spel speelt, hoewel ze toch met elkaar verbonden blijven als rivalen.
  • De figuratie valt niet uiteen maar wordt complexer en kan zich handhaven op een hoger integratieniveau.

In dit laatste geval blijven alle spelers wederzijds afhankelijk, maar spelen niet meer rechtstreeks met elkaar. Het spel wordt vertegenwoordigd door vertegenwoordigers of afgevaardigden. De figuratie is minder overzichtelijk, zodat de spelers zich opnieuw kunnen oriënteren.
Verschillen tussen een spelfiguratie waar de spelers zich op hetzelfde niveau bevinden, en een spelfiguratie van twee of meer niveau. In het eerste geval is de machtbalans symmetrisch: de aard v/d spelers aan beide kanten v/d balans is gelijk. Een spelfiguratie op twee niveaus geeft een combinatie van symmetrische en asymmetrische machtsbalansen. (zie figuren in boek).
Er zijn vier verschillende soorten van machtsbalansen (zie boek).

Zodra een figuratie uit meer dan één niveau bestaat, wordt zij overzichtelijker en beheersbaar. De machtsbalansen zitten immers in elkaar verweven. Daarbij kunnen tal van constellaties ontstaan. Naarmate de verdeling v/d machtsgewichten minder ongelijk en diffuser wordt, wordt het ook duidelijker hoe weinig het spelverloop vanuit de positie van individuele spelers of groepen spelers gecontroleerd kan worden.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen