Menu

Fernand Braudel

begrip ‘lange 16de eeuw’ (1450-1650) à = tijd v. groei, expansie & innovatie => deze visie wordt ondersteund voor demografische & economische indicatoren:

- pest had nu minder desastreuze effecten dan voorheen + Europese bevolking groeit weer

- men had geleerd om te gaan met besmettelijke ziekten en kon ze beter indammen

- bevolkingsgroei mede mogelijk door verdere invoering intensieve landbouwmethoden (ook in niet – voorsprongsgebieden) + makkelijkere regelmatige grootschalige graan - aanvoer door grote scheepcapaciteit

- veralgemening v. begrip ‘lange 16de eeuw’ gaat wel voorbij aan regionale verschillen die tot i.d. 20ste eeuw zeer aanzienlijk zijn gebleven

- Balkan & Hongarije lijden onder Osmaanse veroveringsoorlogen

- vanaf 1494 crisis in N/Mid.-It. door aanhoudende oorlogvoering op hun grondgebied = een oorzaak v.d. verschuiving v.h. economisch leiderschap naar Noordzee (16de e)

- voor dit begrip is dus hoofdzakelijk het economische gezichtspunt bepalend

Lees meer...

Grens

moeilijke grens tussen ‘Middeleeuwen’ en ‘nieuwe tijden’

- geen ‘historische’ omslag om elk van de symbolische data (1453, 1492, 1498, 1517, 1500)

- elk moment betreft slechts een bepaald aspect v.d. werkelijkheid + de basisstructuren v.d. laatmiddeleeuwse maatschappij bleven nog tot de Franse Revolutie intact (= hoofdzakelijk agrarische standenmaatschappij op monarchale & particularistische grondslag)

- hier eerder voorkeur voor het perspectief v.d. historicus die ofwel het nieuwe al vroeg meent te kunnen bespeuren, ofwel het oude nog lang blijft waarnemen

- werkelijkheid: beide tendensen bestonden naast elkaar in creatieve spanningsverhouding

Lees meer...

De geloofsbeleving van gewone gelovigen

Intro- of extravert?

geschetste introverte zijde v.h. laatmiddeleeuwse geloofsleven was het terrein v. slechts een kleine minderheid v. hoog gemotiveerde gelovigen

- meeste gelovigen gaven vooral via uiterlijklijkheden uitdrukking aan hun geloof

- deze extraverte zijde werd nauwlettend aangestuurd/gecontroleerd door de Kerk & haargeestelijkheid, die echter wel rekening moest houden met wat onder de gelovigen leefde

=> analysemodel uit de communicatiekunde om deze wisselwerking te illustreren:

→ als er niet voldoende feedback was moest de zender zichzelf corrigeren, door aanpassing v.d. vorm v.d. boodschap, of door verbetering v.d. communicatiekanalen waarlangs de boodschap werd overgebracht

→ er is dus niet alleen aandacht voor wat de Kerk officieel dacht en wilde, maar ook voor de manier waarop men de gewenste overtuigingen/moreel gedrag moest overbrengen

→ voor de ‘vraag’ v. gelovigen & de vormen waarin zij hun geloof manifesteerden

Boodschap

- om gelovigen te kunnen bereiken moet de Kerk haar boodschap sterk vereenvoudigen

- volledige lectuur v.d. Bijbel was voor weinigen weggelegd: de massa nam alleen kennis v. geselecteerde delen bij lezingen tijdens mis of preken

- missen echter volledig in Latijn!

Christelijke boodschap: 5 componenten

> boodschap moest dus zo compact & simpel mogelijk

1) kennis v.h. credo: korte belijdenis v.d. hoofddogma’s

- meeste teksten vastgesteld op concilie v. Nicea (325) & 4de Lateraans concilie

- gelovigen moesten het kunnen uitspreken voorafgaand aan biecht & communie

2) kennis v. belangrijkste gebeden (onzevader, weesgegroet)

→ verlucht gebeden- of ‘getijden’boek voor vermogende gelovigen (vanaf 13de E)

3) kennis v.d. belangrijkste zedelijke voorschriften v.h. christendom:

- 10 geboden uit O.T.

- 3 theologische deugden (geloof, hoop & naastenliefde) uit N.T.

- 4 kardinale deugden ontleend aan de antieke wijsbegeerte (standvastigheid, verstandigheid, gerechtigheid, zelfbeheersing)

- 7 kapitale deugden (gematigdheid, kuisheid, vrijgevigheid,…) ó 7 doodzonden

4) enige kennis v.d. betekenis v.d. 7 genade-verlenende sacramenten

5) enige kennis v.d. eschatologie = het geheel v. ideeën over het bestaan na de dood

- centraal = voorstelling v.h. vagevuur of de louteringsberg

- duur v. verblijf in vagevuur kon men verkorten door verdienen v. aflaten, door gebeden & uitvoeren v. 7 werken v. barmhartigheid/liefdadigheid en 7 werken v. geestelijke vertroosting (o.a. vergeven)

→ parochiegeestelijken moesten deze boodschap overbrengen wanneer de gelovigen naar de Kerk gingen à vraag: zijn die geestelijken voldoende toegerust voor deze taak?

→ lange tijd waarschijnlijk mr in beperkte mate: meestal slechts elementair onderwijs gehad

Pastorale revolutie

late Middeleeuwen: ‘pastorale revolutie’à aankondiging al in pastorale theologie v. 12de e

-1215: 4de concilie v. Lateranen : maatregelen om kennisniveau & moreel peil v. parochiegeestelijken te verhogen + bisschoppen moesten nu via regelgeving & prediking de geestelijken onder hen beter instrueren

-later: eerste schriftelijke handleidingen voor zielzorg

-tegen einde ME had groot deel v.d. parochie geestelijken een universiteit bezocht

-bisschoppen gingen meer werk maken v. periodieke visitatie v. hun parochie – geestelijken à gebreken in capaciteiten of levenswijze kwamen zo aan het licht

-= deels tegemoetkoming aan de virulente anti-klerikale kritiek (gebrekkige scholing, dubieuze moraal, simonie, pluralisme (stapelen v. beneficies) & het daaraan inherente absenteïsme (men kan maar op 1 plaats tegelijk zijn)

Predikanten

- sinds 13de eeuw kregen parochiegeestelijken bij de uitoefening v. hun taken steun v. predikanten uit de bedeloorden à niet steeds leuk want werk delen = inkomsten delenµ

- toppredikers (franciscaan Bernardino v. Siena, dominicanen Vincent Ferrer & Girolama Savonarola) hielden enorme preken, soms zelfs preekweken (o.a. in de vasten: 40d)

- ook de Spaanse Ferrer (‘engel v.h. laatste oordeel’ omdat hij dreigde met hel & verdoemenis) à is niet zo onschuldig: had groot aandeel in jodenvervolging v. 1391

- predikers maakten als voorbereiding gebruik v. hulpmiddelen zoals Legenda aurea (= compendium v. heiligenlevens v.d. Genuese dominicaan Jacopo v. Voragine uit 1265)

Verspreiding geloof

- eerste cathechismussen verschenen na 4de Lateraanse concilie: A, B, C des simples gens v. Jean Gerson (midd. 15de e)

- ook visuele ondersteuning door schilderingen, beeldhouwwerken, glas-in-loodwerk,…

- door boekdrukkunst was het mogelijk om stichtelijke & moraliserende teksten makkelijk in ruime mate onder de gewonige gelovigen te verspreiden

- Wat er van de boodschap bleef hangen weet men niet precies

=> sommigen beweren dat het christelijke geloof v. gewone mensen in de late ME een mengeling was v. christelijke, voorchristelijke & magische elementen (~ zie bijgeloof met oorsprong in voorchristelijke praktijken) à Kerk tolereerde het tot op zekere hoogte

Vitale en rijke indruk

Toch wekt het geloofsleven v.d. massa een vitale & rijke indruk (zie heiligenverering), en de op Christus & Maria gerichte devotie was enkel toegenomen.

  • Christusverering:

* kerkelijke feestdagen: Sacramentsdag (Corpus Christi), dag v. Heilig Hart, Heilig Kruis

* Andachtsbilder: plaatjes v.d. lijdende Christus die empathie & innerlijke overweging v.d. betekenis v.d. kruisdood moesten stimuleren

  • Mariaverering: à vooral de maagdelijkheid spreekt aan

→ groeiende populariteit maagden (& martelaressen): Catharina, Barbara, Lucia, Ursula

  • ontelbare lokale & regionale heiligen (tot in 13de eeuw heilig verklaard)

→ later zorgen de pausen dat een heiligverklaring een pauselijk prerogatief werd, met voorafgaand kritisch onderzoek à remde verdere effectieve aanwas af

- rechtstreeks verlengstuk v.d. heiligenverering = bedevaart

* zowel devotioneel als penintentiair (opgelegde straf) doel

* late ME: vakantieachtige trekken + nieuwe bedevaartsoorden (Rocamadour, Canterbury) naast topbestemmingen (Jeruzalem, Rome, Santiago de Compostella)

Broederschappen rond heiligenbeelden

rond sommige heiligenbeelden (o.a. v. Maria) vormden zich religieuze broederschappen die de verering exploiteerden en uit opbrengsten liefdadigheid bekostigden

- Compagnia della Madonna di Orsanmichele (Firenze), Illustere-Lieve-Vrouwenbroederschap (st-hertogebosch)

- zowel te vinden in grote steden als kleine dorpen + soms verbonden met cultus v.e. heilige of gelieerd aan ambachtsgilde of leeftijds- of standsgroep

- rijkste beschikten over eigen verenigingsgebouw mét kapel, maar meestal slechts altaar in de zijbeuk van een Kerk

- sterk uiteenlopende ledentallen en activiteiten à gezamenlijke geselsessies, simpele gebeds- & gezangenverenigingen, verzorging uitvaartdiensten, gebedsherdenking v. overleden leden, financiële ondersteuning weduwen/wezen, deelname aan lokale processies (met religieuze/moralistische toneelspelen = nieuw medium om chr. boodschap simpel over te brengen aan breed publiek)

Kritiek van de hervormers

kritiek v. hervormers v.d. 16de eeuw richtte zich tegen uiterlijke en oppervlakkige karakter v. deze lekendevotie, waarvan belangrijkste doel het verwerven v. zoveel mogelijk krediet bij God & heiligen leek te zijn (‘optelvroomheid’) terwijl de innerlijke gesteldheid er nauwelijks toe deed

ó toch kon de Kerk haar boodschap beter direct bij de gewone gelovigen overbrengen

- verschaften via instellingen & riten een omvattend levenskader dat zin gaf aan hun bestaan en dat in nood psychische & materiële steun bood

- zonder grotere mobilisatie & sensibilisering v.d. gewone gelovigen + de kritische benadering v. verschillende aspecten v.h. roomse leven die daaruit voortvloeide was er geen basis gevormd voor de ideeën van het protestantisme

Lees meer...

Vroomheid en mystiek

verschil Geert Groote en lollarden was dat de laatsten een antipathie hadden tegen de Moderne Devotie, die juist een centrale plaats innam bij de eerste

Moderne Devotie

= versterkte voortzetting v.d. religieuze vernieuwing v.d. spirituele traditie i.d. christelijke geloofsbeweging in de eeuwen na het jaar 1000 à gericht op sterk

→ geïndividualiseerde, innerlijk-geestelijke, door gebed en meditatie voorbereide godservaring

MD vs. Kerk

- kerkelijke rituelen (o.a. mis) hadden vooral de functie om spirituele gerichtheid v.d. vrome gelovige ‘los te maken’ en te stimuleren ó overdreven nadruk op uiterlijk vertoon dat de spiritualiteit alleen maar kon verstoren (net zoals te grote gehechtheid aan materie)

- voordeel: M.D. was bereikbaarheid voor gemotiveerde leken zonder intellectuele vorming

→ er ging tegelijk een dreiging van uit naar de gevestigde kerkelijke orde, volgens de Moderne Devotie waren kerkelijke instellingen en geestelijken niet langer nodig

→ verklaart ambivalente houding v.d. Kerk t.o.v. lekenvroomheid: enerzijds aangemoedigd maar anderzijds steeds met argwaan bekeken (en soms vervolgd)

Nieuwe spirituele en piëtistische bewegingen

- waren meestal gemodelleerd naar monastieke voorbeeld: zoals blijkt uit hun regels die religieuze & zedelijke voorschriften waren, rechtstreeks ontleend aan observantisme

- ook duidelijke accentverschillen: God werd gezocht via actieve beoefening v. deugdzaamheid i.p.v. via passieve contemplatie

Mystiek

spiritueel streven, gericht op intuïtieve en emotionele (& vaak extatische) vereniging v.h. innerlijk met God

binnen de mystiek onderscheid tussen:

- meer intellectualistische (rechtstreeks door het christelijk neoplatonisme v.d. 5de eeuw geïnspireerde) stroming

→ zie groep Duitse dominicanen, o.a. Meister Eckhart

- stroming waar sterk op de lijdende Christus gerichte affectie centraal staat

→ cisterciënzer Bernard v. Clairveaux

Binnen MD

men sprong voorzichtig om met het mystieke gedachtegoed binnen de M.D.: weinig of geen sporen teruggevonden v.h. belangrijkste manifest: Navolging v. Christus (< Thomas v. Kempen) = 1 v.d. meest gelezen werken binnen de katholieke wereld

v. ongecontroleerde mystiek (13de-vroege 14de e.) naar verkloosterlijking + nadruk op ascese

- binnen de non-intellectuele spiritualiteit & mystiek heeft de lijdende Christus in het bijzonder devote vrouwen sterk aangesproken

- theorie Caroline Walker Bynum: het had te maken met geraffineerde manipulatie v. middeleeuwse symbolen v. mannelijkheid en vrouwelijkheid op dieper psychologisch niveau

- doordat aan mannen (Chr.) typisch vrouwelijke kwaliteiten werden toegeschreven, zoals fysieke zwakheid en barmhartigheid, met als doel te demonstreren hoe nederig zij zich hadden betoond door het afleggen v. hun mannelijke macht, konden vrouwen zich met hen gaan identificeren

→ die gelijkenis maakte hen gelijk (of zelfs beter) dan mannen

→ dit is eigenlijk een tegenhanger v.e. topos uit de latere hoofse literatuur, waarbij vrouwen erin slagen de zwakte v. hun sekse te overwinnen door zich krijgshaftig te gedragen

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen