Menu

Industrie en handel 1600-1650

- 1600-1620 : nazomer van commercieel systeem 16de E

- veel industrie -> piek

- boom eindigde met handelscrisis van 1619-1622

- waterscheiding (?) in Europese economie

- Internationale crisis had grootste impact op Fr, Dui, Centraal en mediterraan Europa

- Engeland en lage landen minder getroffen

- verschuiving van kerngebieden naar NW-Europa

- Crisis werd voorafgegaan door 30j-oorlog

- devaluaties

- markt verdeeld in Duitsland en Centraal Europa

- destabilisering buitenlandse handel en industrie

- Vraag in Europa naar fabrieken zat in een depressie van 1630-1660 door 3 op elkaar inwerkende economische trends

- mortaliteitscrisis

- agrarische crisis

- toename van belastingen

- Probleem van dalende stedelijke industrie

- gilde wijzigde basisdesign van producten niet

- stedelijk fabriekswezen onflexibel in internationale economie

- continue revolutie nodig in producttypes

- grootste innovaties in NW Europa

- tot 1650 meer in stedelijke omgeving

- NW-Europa als belangrijkste europese regio komt niet overeen met proto-industrieel model waar nadruk ligt op groei van rurale productie

- Herstel Vlaamse industriële economie gebaseerd op flexibele stedelijke productie

Lees meer...

Industrie en handel: Europa 1600-1800

Industrie en handel: Europa 1600-1800

- Hoewel landbouw de dominante activiteit was in Europa rond 1600, had Europa de capaciteit om agrarische gebruiksvoorwerpen en basisproductiegoederen te leveren

- Kern van fabriekswezen -> ambachtslui in steden en dorpen

- goederen voor lokale markt

- Landbouwstreken -> peasantshuishoudens

- zelfvoorzienend

- soms in dienst genomen door stedelijke kooplui

- Proto-industrie

- Grootste concentraties van fabriek was bij ambachten en werkplaatsen van grote steden (?-

- kwaliteitstextiel

Lees meer...

Oost en Centraal Europa: 1500-1800

- 16e E : Agrarische economieën in Oost-Europa zijn niet gelijk aan die van W-Europa

- W landheren : stijging inkomen door verhoging van de pacht

- O landheren : gaat niet

- lage bevolkingsdichtheid

- direct productie voor de markt

- op de domeinen is er horigheid

- tot late 16de E was last van horigheid niet zo zwaar dat het de economie
ondermijnde

- 17de E : transformatie van horigheid door 2 factoren

- 30-jarige oorlog en andere conflicten -> daling bevolking en agrarische crisis

- oorlog en verminderde vraag in W -> contractie en export van graan en vee

- compensatie door minder arbeidskrachten

- in stand houden van inkomen ondanks dalende vraag

- Economische logica van de positie van de landheren -> aandeel van gedeelde domeinen te
verhogen door de krimpende markt (?)

- intensifiering horigheid

- opleggen van horigheid

- Voorwaarde voor stijging van horigheid

- staten bevestigend toegenomen macht van de landheren

- staten te zwak om zich te verzetten

- Intensifiering van horigheid is niet het onvermijdelijke resultaat van de crisis

- seigneurale systeem zakte ineens tijdens 30-jarige oorlog

- horigen weigerden om mee te werken

- na oorlog -> absolutisme

- meer bescherming voor peasants

=> Totale financiële last opgelegd aan peasants tot in 17de E

- Productie van O daalde in 17de E

- opbrengst op domeinen lager dan bij peasants

- gedwongen werk -> slecht

- horigen wilden trekkracht dieren en mest voor hun eigen land gebruiken ipv
domein

- Groeiend gebruik van gedwongen arbeid en bestaansmiddelen op domeinen ipv op eigen boerderij -> verslechtering productiviteit

- Veeleisende vraag van domein naar arbeid verhinderde reconstructie van peasant systeem van voor de oorlog

- 2/3 van de peasant gronden hervatte volledige productie

- aantal werkelijke horigen viel mee

- Domeinen werden herbouwd en breidden uit maar productie daalde met 20-25%

- arbeiders hadden niet de nodige middelen

- landheren wilden niet investeren

Lees meer...

Agrarische verbeteringen: Europa 1500-1800

- Crisis in agrarische productie en landverdeling in 17e E -> destabilisatie van landbouw
door externe factoren

- mortaliteitscrisis

- toename van belastingen

- Kleine boerengemeenschappen hadden niet veel capaciteit om productie te verbeteren.

- W-Duitsland : meest stagnerende technieken maar laagste productieniveau

- limieten van peasant landbouw weerspiegelen intense belang van graan

- Peasant land -> rotatiesysteem (drieslagenstelsel?)

- 2 jaar graan, 1 jaar braak

- 1/3 tot ½ van het land ongecultiveerd

- Verbetering door eliminatie van braakkland en gebruik van meer velden

- meer dieren grootbrengen was moeilijk door gebrek aan weiland + grond voor graan
is niet flexibel (?)

- Lage productiviteit kon verbeterd worden door 2 dingen.

- nieuw rotatiesysteem en productie van voedergewassen (stikstof)

- converteerbare landbouw (akker -> wei -> akker)

- Systemen worden geïntroduceerd wanneer marktprijzen gunstiger waren voor vee dan voor graan + deden braak verdwijnen en stijging van aantal velden (graan), maar vooral door meer dieren te kweken

- 2 omstandigheden

- landbouw wordt gedomineerd door stedelijke markt

- grote vraag naar dierlijke producten

- 1580-1670 : economische recessie in Vlaanderen, Italië en Ndl’en

- men stemde de landbouwontwikkeling minder af op de stad

- verschuiving van relatieve prijzen na 1650

- graanprijzen daalden, veeprijzen stegen

- weinig impact op peasants

- commercialiseerden slechts klein deel van hun
opbrengst

- In 2 regio’s leidt verlies van gronden tot creatie van grote boerderijen

- Centraal en Zuid Engeland

- Noord- Frankrijk

- groei van de markt wordt versterkt door groeiende vraag van steden

- Engelse landbouw steeg door verbeterde methodes en interregionalewissel in land

- nieuw rotatiesysteem -> boost graanopbrengst en verbeterde kwaliteit akkers

- kleibodem Midlands -> converteerbare landbouw

- antwoord op hogere prijs en superieure productiviteit van graan

- Frankrijk : grote stap in productiviteit

- landbouw steeg in 16-17de E

- toch onderproductie omdat landbouw niet gelijk steeg met populatie

- Waarom is er een verschil in agrarische opbrengst vanaf 1650?

- Economische vooruitgang in Engeland en Frankrijk in 17de E

- motor : grote boerderijen

- minder in Frankrijk dan in Engeland

- negeert proces waarbij bourgeois en clerus peasants aanwerven om
landbouw te domineren in bepaalde regio’s

- 1670 : slechts 20% van de eigendommen waren in handen van peasants

- Bekken van Parijs : limitatie voor voedergewassen

- 2 gevolgen

- Boerderijen in Noord-Frankrijk minder dieren dan Engeland

- geen dierlijke bemesting mer en 1/3 van het land wordt braak gehouden

- Waarom geen innovatie op die boerderijen?

- was niet nodig omdat grote boerderijen veel peasants ter beschikking hadden.

- Verschil tussen dorpen in Engeland en Frankrijk

- Frankrijk : merendeel van de kleine boeren had een stukje land

- Engeland : slechts ¼ van de boeren had een stuk land en enkele dieren

- Waarom groter arbeidssurplus in Frankrijk gezien transformatie van peasants naar landloos in Engeland groter en diepgaander was

- Surplus in Engeland wordt opgenomen in de rurale industrie

- snelle industriële ontwikkeling als gevolg van agrarische vooruitgang

- In Frankrijk was de arbeidsefficiëntie hoger door gebrek aan innovatie

- Niet echt logisch dat er een verschil is in relatieve beschikbaarheid van peasants in
Eng en Fr

- 2 dingen belangrijker

- vrijheid van taxatie en de mortaliteitscrisis ondersteunden de voorspoed van pachters
en rijkere boeren

- verschil in economisch gedrag van landheren tijdens agrarische depressie na 1660

- Eng : doorbraak in agrarische productie

- Frankrijk slaagt er niet in om innovaties door te voeren

- Reactie van Eng landheren op depressie

- vermindering van pacht

- afschrijven van achterstand

- nemen verantwoordelijkheid voor belasting en toename van agrarische

ontwikkeling op zich

- Eng landheren dwongen weerspannige regering om bodemprijs te installeren :
uitvoerpremie voor graan

- Franse landheren hadden politiek niets te zeggen

- wilden pacht hoog houden

- commerciële boeren waren gevangen tussen hoge pacht en lage graanprijzen

- reactie landheren : kleine boeren failliet doen gaan

- moesten hoofd bieden aan agrarische hervormingen

- geen hoop meer op coöperatieve relaties met pachters

- 1ste herstructurering na verwoestingen door godsdienstoorlogen wanneer landheren
trouw bleven aan pachters en al het mogelijke deden om landbouw te herstellen

-2de herstructurering na crisis halverwege de eeuw

-landheren hadden pachters failliet doen gaan

- pachters hielden op met winst maken en concentreerden hun land in
grote boerderijen (?) verhuurd aan fermiers

- in depressie van 1660 werden fermiers onteigend en hun goederen in beslag
genomen

- vanaf 1640 ruïneerde ze rurale klasse die voor verbetering kon zorgen

- Engelse landheren : korte crisis (burgeroorlog en hoge belasting

- co-operatieve aard van realtie tss landhere en pachters weerspiegelt interesse

- grondbezit in Engeland werd gedomineerd door lage adel

- leefden op het platteland

- Frankrijk : landheren was clerus en bourgeoisie

- leefden in de stad

- waren ongeïnteresseerd in economische problemen op het platteland

=> Structureel contrast tussen Engelse kapitalistische en Franse pre-kapitalistisch economie

- Nederlanden : landbouw gebaseerd op kapitalistische basis

- Landheren volgden Frans patroon

- wanneer landbouw niet meer winstgevend was werden gronden verkocht

- verergerde landbouwdepressie

- Gedrag was rationeel

- land was economisch, niet rationeel

- verschil in strategie in NW-Europa

- brede verschillen in economische, sociale en politieke structuur

- meer dan contrast kapitalisme <-> boereneconomie

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen