Menu

Frankrijk: Europa 1500-1800

  • Spectaculairste voorbeeld van impact t.g.v.verkoop van ambten
  • Dergelijke praktijken vanaf de 14e eeuw, in 1604 geformaliseerd: creatie van de paulette: een jaarlijkse belasting a.d. kroon die aan de betalende ambtenaar het erfrecht gaf zijn ambt door te geven

- Jaren 1630: paulette 1/4e van de staatsinkomens

  • systeem kon niet zomaar afgeschaft worden; ambten werden een vorm van erfelijk eigendom. Pogingen tot hervorming => instabiliteit; de praktijken bleven een kenmerk van de Franse sociale mobiliteit tot 1789

Echter: Frankrijk was GEEN uitzondering. In andere gebieden was de sociale mobiliteit minder gesponsord door de staat, maar zeker niet minder aanwezig.

Besluit: Sociale afbakening was – in Europese gebieden met complexe politieke structuren – variabel & subjectief, niet langer enkel bepaald door geboorte.

Lees meer...

Sociale status en sociale mobiliteit: Europa 1500-1800

Hiërarchie van klassen:

  1. clerus
  2. adel
  3. ‘gewone’ burgers (derde stand)
  4. boeren

ultieme autoriteit is de monarchie = vertegenwoordiger van God op aarde; gebonden aan de wet (onduidelijk wel)

de werkelijkheid is complexer:

- Rond de koning: prinsen van koninklijken bloede, grote magnaten, adel gesteund door prominente clerus

Daaronder:

- ambtenaren & andere dienaars van de kroon, ondernemers van de militaire stand en de rechterlijke macht

Daaronder:

- “Middelste stand”: kooplieden, nijverheidswerkers, winkeliers, vakmannen,…

- Buiten de stad: mozaïek van kleinschalige boerenholdings, gecontroleerd door dominante landeigenaars

- In werkelijkheid was er overgang tussen onderbetaalde arbeiders van de groeiende huisnijverheid en tussen de ongeschoolde arbeiders die pendelden tussen landbouw & stad, de “dienaars” en de bedelende/vagantenklasse

  • Tijdgenoten hadden geen klassenbewustzijn (behalve adel)
  • 3e stand ging van ‘bourgeois’ over ‘middenstand’ naar ‘industrievolk’ en ‘mecaniciens’
  • de echte armen hadden geen rechten, en maakten geen deel uit van een stand
  • Zelfs in de toplagen: afbakeningsproblemen => dreiging door succesvolle leden van de derde stand die deel konden uitmaken van een nieuwe elite:

Traditionele statusverwerving door erfrecht ó status verwerven door diensten t.o.v. de koning => tradionalisten voelden zich bedreigd

- op sommige plaatsen werd een formele “ranking” van adel opgesteld (bv. Leopold I in Oostenrijkste landen, 1671)

- promotie door verdienste kwam voor, maar ook: door geld: geld kon toegang tot alle trappen van de elitestatus bewerkstelligen

- men kon eveneens uit de adel ontzet worden als men niet meer “nobel” leefde

  • In de praktijk was het verwerven van de elitestatus een mix van persoonlijke & financiële diensten aan de kroon
  • Sommige regeringen lieten de verkoop van ambten en titels toe als sociale mobiliteit (bv. Filips II)
Lees meer...

Gemeenschap: Europa 1600-1800

Verhaal ter inleiding:

1690:

  • groep boeren uit Denemarken in conflict met de baljuw om een som geld
  • baljuw neemt vee in beslag als zekerheid (zonder wettelijke toestemming)
  • boeren voeren wettelijk proces => baljuw arresteert ze quasi allemaal
  • de ontsnapte legt een verklaring af => sheriff beboet baljuw en stuurt aan op de bevrijding van de boeren => baljuw laat sheriff ontslaan
  • boeren 6 maand later vrij => baljuw dwingt hen tot betalen en verontschuldiging
  • 7 jaar later opeenhoping van klachten => onderzoek door de kroon => misbruik en corruptie van baljuw & gouverneur komt aan het licht => beiden gesanctioneerd, boeren vergoed

Evaluatie:

- We kennen de feiten enkel omdat het land eigendoom was van de kroon, op privé eigendom zou geen verder onderzoek gedaan zijn

- De druk uitgeoefend door baljuw en gouverneur werden zowel door de slachtoffers als door de kroon als onjuist beschouwd

- Verschillen in sociale status waren van enorm belang – voor minder belangrijken was zekerheid een illusie

ð Veel van het materiaal voor de historicus is eenzijdig

Lees meer...

De Zeventiende Eeuw: De staat en de handel & industrie

  • De 17e-eeuwse crisis zorgde dat de regeringen vanaf 1650 hun protectionistische ideeën uitwerkten (de meeste vrees was er voor de Nederlanders) door o.a. tariefheffing
  • Frankrijk nam het voortouw in het tariefbeleid met importtarieven op Nederlands en Engels textiel na de instorting van haar vreemde industrie. Het wilde de oude textielcentra doen heropleven en een nieuwe luxe-industriesector oprichten.
  • Transoceanische handel en verscheping waren één van de meest dynamische sectoren in de Engelse en Franse economie van 1660 tot 1690
  • De concurrentie met de Nederlanden op het gebied van handel en verscheping was groot:

- 1650-1663: Engelse navigatieverdragen om de Nederlanden uit te sluiten van de transoceanische handel

- Frankrijk voerde na 1670 een gelijkaardig beleid

  • Protectionisme stuurde het Europese handels- en productiepatroon in de war, maar t.v.v. de landen die een mercantilistisch beleid volgden.
  • De landen die hun handel en industrie niet beschermden kenden de traagste commerciële ontwikkeling: bv. Spanje: veel van haar industriële en commerciële onderontwikkeling is te wijten aan de afwezigheid van zo’n beleid

Conclusie

Wat onderscheidde de zeventiende eeuw van de 16e en 18e:

- Bevolkingsstagnatie

- Achteruitgang van landbouwproductie met daaraan verbonden crisissen

- Achteruitgang van stedelijke nijverheid

- Opkomst van plattelandsindustrie

  • Bevolkingsstagnatie door:

- Engeland en de Nederlanden: epidemieën

- Frankrijk, Spanje en Italië: indirect verband tussen sterften ó hongersnoden

  • Het ondermijnen van de landbouw in West-Europa is te wijten aan drie exogene factoren (en niet aan Malthusiaanse factoren):

- mortaliteitscrisissen

- postcrisis landtransfers van boeren naar andere sociale klassen

- De stijging van verpletterende fiscale afpersing

  • In Oost-Europa hadden de landbouwcrisissen ook duidelijk socio-politieke oorzaken i.p.v. Maltusiaanse
  • In het algemeen kende de 17e een terugval van stedelijke nijverheid. De stedelijke industrie behield haar voordeel in de kapitaalsintensieve processen (zoals textielverven), en in de productie van luxegoederen
  • De vraag naar rurale industriële goederen was elastischer dan de stedelijke
  • Op lange termijn tekende de plattelandsnijverheid de lijnen uit voor de industriële groei van de 17e eeuw

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen