Menu

“bourgeois republiek”: Europa 1500-1800

  • De term “bourgeois republiek” heeft enigszins betrekking op de grote maritieme stadsstaten met grote autonomie (bv. Venetië - Hamburg - Amsterdam)
  • Steden leefden op controle van leveringsnetwerken voor voedsel, arbeid en grondstoffen
  • Geen egalitaire gemeenschappen – gerund door oligarchieën van patriciërsfamilies
  • Venetië, Hamburg & Amsterdam: combineerden voordelen van maritieme handel + verwarring in politiek => stabiliteit en voorspoedigheid

Venetië

- administratieve efficiëntie en effectief sociaal beleid = langdurige interne stabiliteit

Amsterdam

- Snelle groei na 1585

- Nooit echt onafhankelijk, maar domineerde ofwel de gehele politiek of verdedigde haar interesses vurig

- Hoge graad van consensus

Hamburg

- Opmerkzaam overleven als onafhankelijke stad

- Een eiland van voorspoedigheid binnen de zee van verwoesting (30-jarige oorlog)

- Trok muzikanten, vakmannen en scheepvaartsondernemers aan

- Veilige haven voor religieuze vluchtelingen

- administratieve centra in natiestaten

  • Madrid als vreemdste vb. van snelle groei enkel gebaseerd op de noden van het koninklijke hof
  • Versailles na 1682 geobsedeerd met sociale status en patronage
  • Normaalgezien gingen economische logica, sociale diversiteit en administratief belang hand in hand => wrijving tussen noden van families werkachtig in de administratieve/militaire sector ó families werkachtig in financiën, handel & nijverheid

- Toch belangrijke groep: administratief, militair en aan het hof gerelateerd personeel

Londen

- kritieke economische & politieke functies

- verdubbeld tussen 1600 & 1650

- Bevatte het hele sociale spectrum (hoge adel, rechters, nijverheidswerkers…)

- Eindeloze mogelijkheden voor personen die hun ideeën wilden uiten (religie, vrouwelijke artiesten..)

- Plaats voor criminele activiteiten

  • Elke stad = spiegel van de gemeenschap => het oosten:

Moskou

  • Stedelingen ontbeerden gezamenlijke autonomie
  • Sterk gebonden door universele diensteisen

Oost-Centraal Europa (Polen, Hongarije…)

  • Stedelijke ontwikkelingen had oudere wortels maar werd achteruitgesteld tijdens de 17e eeuw door oorlog en verstrengde controle door de adel

- politieke dominantie van de steden door de staat ¹ exclusief Oost-Europees fenomeen:

  • pogingen van Lodewijk XIV tot inperken van de onafhankelijkheid van Franse steden, zelfde zien we zelfs in Brandenburg-Pruisen & Frankfurt

- De meeste succesvolle Europese steden waren ofwel politieke hoofdsteden die voordeel ondervonden van de effecten van de staatsgroei, of maritieme havens wiens voorspoedigheid hen in de mogelijkheid stelde hun politieke autonomie te beschermen

Lees meer...

“bourgeois republiek”: Europa 1500-1800

  • De 17e-eeuwse stad stonk, was te luid en te druk. Haar cruciale functie als marktcentrum had tot een reeks van speciale economische regelingen voor de handel geleid. Toch verdiende het haar reputatie als een plaats van mogelijkheden en vrijheid
  • In centraal en West-Europa: meeste steden een graad van zelfbestuur
  • Gedurende de 30-jarige oorlog en de periode van geconsolideerd absolutisme na 1660 => vele steden waren naast economische motors ook structurele innovators

- vb.: Verenigde Provinciën: * succesverhaal (op vlak van financiën, specialisatie, handel…), maar ook: inlandse steden groeiden niet gelijkmatig + pauperisatie (bv. In textielstad Haarlem)

* Het ‘Nederlandse economische mirakel’ vertraagde rond 1675. De verstedelijking besloeg 40 % v.d. bevolking

Lees meer...

Boeren, lijfeigenen en onderdanigheid: Europa 1500-1800

Algemene veronderstelling (% adel in gehele bevolking):

Engeland & Frankrijk 1-3%

Duitse landen iets meer

Spanje 5%

Polen 8%

- 70-90% boerenstand (= breed spectrum van lagen: kwekers met land, landloze plattelandsarbeiders,…)

MAAR: omstandigheden waren verre van ideaal.

=> oogsten mislukten => crisis in jaren 1640, ’50 en ’90 => herstel was een lang en kostelijk proces voor boeren en landeigenaars => Europese regeringen legden een fiscale last op => boeren hardst getroffen

  • Traditioneel: plattelandsgemeenschap in 2 polen:

Oost en Centraal Europa: exploitatief en repressief op basis van lijfeigenschap ó west Europa: “vrije” boereneconomie

=> in werkelijkheid liep het dooreen; schulden en marktinstabiliteit konden legale/contractuele onafhankelijkheid tot een illusie maken

- Wat echt telde was dus eerde de socio-politieke context en economische realiteit

MAAR: interessen van boeren & landeigenaars waren niet onverenigbaar: bv. Bij anti-fiscale revoltes in Frankrijk in jaren 1920 en ’30 verenigden de boeren zich met de landeigenaars, en soms met de clerus.

  • Sociale relaties waren dus afhankelijk van verschillende factoren

- Boven alles stond de angst bij landeigenaars voor een tekort aan arbeid => op vele plaatsen werden daarom beperkingen op de bewegingsvrijheid van boeren ingesteld

- Alle leencontracten bevatten een obligatie van gehoorzaamheid en onderdanigheid aan de landeigenaar

- Landeigenaars probeerden hun winst te verhogen door verplichte landbouw op hun land te vermeerderen

- Deze arbeidseisen veroorzaakte een van de grootste opstanden: 1680 in Bohemen

  • De Habsburgse regering trachtte beperkingen op te leggen aan de maximumarbeid => de onderdanen aldaar waren gekend als “Erbunterdanen’ – erfonderdanen
  • De vroegmoderne samenleving was niet genoeg uitgerust om plattelandsspanningen op te lossen:

- Kerken (vooral Lutheranisme) promootten onderdanigheid

- De kroon was zelf landeigenaar – wilde de heerlijke macht dus niet inperken

Toch: geloof in rechtschapenheid en eerlijkheid van de heerster was een universeel ideaal in Europa

  • Gemeenschappen met klachten hadden vaak geen andere keuze dan onmiddellijk naar de kroon te stappen, maar waren bang voor vergelding
  • Voor velen moet de ‘stabiliteit’ verworven door consolidatie van de natiestaten, een illusie geleken hebben
Lees meer...

Centraal en Oost-Europa: Europa 1600-1800

  • In de gebieden aangetast door de 30-jarige oorlog (1618-1648):

Economische ontwrichting => verergering van sociale verschillen

Polen

  • Ongewoon geval: verkiesbare monarchie. Nobelen hadden dus regelmatige mogelijkheden om hun rechten en privileges te benadrukken. De adel verwierf ook economische macht.
  • Stimulatie van grootschalige landbouw => groeiende arbeidsvraag => verkleinen van economische diversiteit

Rusland

  • Wet + alliantie tussen staat & orthodoxe kerk bevestigen hier de rigide hiërarchie gebaseerd op erfrecht en diensten aan de staat.
  • Mestnichestvo = plaatsingscode (voor adel) gebaseerd op genealoge en historische traditie
  • Petrinehervormingen konden sociale kloof niet dichten
  • Russische boeren hadden het steeds slechter

Rusland = een fundamenteel andere gemeenschap, gebaseerd op geweld en sociale ongelijkheid

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen