Menu

Neveneffecten en het onderzoek naar verbetering van medicijnen

De meeste onderzoekers geloven dat antipsychotica werken doordat ze de activiteit van dopamine-neuronen doen afnemen in het mesolimbocorticale systeem, een stel neuronen die lopen van het middenhersentegmentum naar het limbische systeem. Maar deze medicijnen verminderen ook de activiteit van andere dopamineneuronen, die verantwoordelijk zijn voor de beweging. De meest ernstige bijwerking is de tardive Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal 38 dyskinesia; schokken en andere onwillekeurige bewegingen. Deze verschijnselen nemen toe naarmate mensen een grotere dosis nodig hebben en bij mensen bij wie de medicijnen niet veel helpen. Lange blokkade van dopaminetransmissie maakt de postsynaptische neuronen overgevoelig, zodat ze heftig reageren op kleine hoeveelheden dopamine. Lichte stimulatie van deze overgevoelige synapses leiden tot heftige uitbarstingen van onvrijwillige bewegingen. Antipsychotica doen het aantal dopaminereceptoren niet toenemen, maar de overgevoeligheid ontstaan door andere mechanismen.

Tardive dyskinesia is moeilijk te genezen en moet dus voorkomen worden.

Bepaalde nieuwe medicijnen; de atypical antipsychotics (b.v. clozapine) is misschien een goed antipsychotisch medicijn zonder veel bijwerking. Het blokkeert de activiteit in het pad naar de prefrontale cortex, maar heeft geen effect in de basale ganglia (dat verantwoordelijk is voor tardive dyskinesia). In tegenstelling tot de andere medicijnen blokkeert Clozapine de type D4 receptoren meer dan D2.

Het blokkeert ook serotonine type 5-HT2 receptoren en heeft effect bij veel patiënten die tot op heden geen baat hadden bij medicijnen. Helaas heeft clozazepine als bijwerking dat het witte bloedlichaampjes doet verminderen, zodat de persoon vatbaarder wordt voor infecties.

Lees meer...

Medicijntherapieën

Chlorpromazine (handelsnaam Thorazine) helpt schozofrenie te verlichten. Hoe eerder de behandeling gestart wordt hoe beter. De medicijn moet regelmatig genomen worden (vergelijkbaar met insuline).

Later vond men nog meer antipsychotische en neuroleptische medicijnen: De meesten horen bij twee chemische families; de phenothiazines, waartoe ook chlorpromazine hoort en de butyrophenones, waartoe ook haloperidol (handelsnaam Haldol) behoort. De medicijnen blokkeren in verschillende mate de postsynaptische dopaminereceptoren. Er zijn wel 17 medicijnen, die allemaal (bij verschillende dosering) de dopaminereceptoren blokkeren en in die dosis ook de schizofrenie onderdrukken. Dit ondersteunt weer de dopaminehypothese en de glutamatehypothese (want als het probleem een glutamatetekort is, is het blokkeren van de dopamine synapses die de glutamateafscheiding inhiberen een manier om die situatie op te lossen). (schizofrenie kan tot uiting komen door te veel dopamine of te weinig glutamate)

Veel antipsychotische medicijnen doen beide; ze stimuleren de glutamate synapses, vooral het NMDA-type en blokkeren de dopamine synapses.

Lees meer...

Medicijnen die de symptomen van schizofrenie kunnen onderdrukken

Grote hoeveelheden van bepaalde medicijnen kunnen substance-induced psychotic disorder (b.v. hallucinaties en wanen) veroorzaken. Het belangrijkste verschil tussen drug-induced psychosen en schizofrenie is, dat slachtoffers van de door drugs veroorzaakte toestand, in tegenstelling tot schizofreniepatiënten, vaak visuele hallucinaties rapporteren en dat een drugs-geïnduceerde psychose meestal tijdelijk is. Een psychotische reactie komt vaak voor na gebruik van stimulerende drugs zoals amphetamine, methamphetamine of cocaïne.

Het feit dat al deze drugs de dopamine-synapses stimuleren lijkt de dopamine hypothese van schizofrenie te ondersteunen; het idee dat schizofrenie ontstaat door excessieve activiteit van bepaalde dopamine synapses.

Dit is te verenigen met de glutamate hypothes van schizofrenie, die beweert dat het onderliggend probleem de verstoorde werking van de glutamate synapses is. In veel hersengebieden inhibeert dopamine de afscheiding van glutamate. In andere gebieden exiteert glutamate de neuronen die dopamine inhiberen. Dus heeft toegenomen dopamine hetzelfde affect als afgenomen glutamateactiviteit. Bovendien bootst de drug

Phencyclidinde (“angel dust”), die de glutamatereceptoren inhibeert, de symptomen van schizofrenie nog beter na dan dopaminestimulanten.

Opmerkelijk genoeg geeft phencyclidine geen psychotische effecten in de preadolescentie. Het potentiaal voor deze effecten verschijnt pas later, net als de schizofrenie.

Lees meer...

Lichte hersenafwijkingen

In overeenstemming met de neurologische ontwikkelingshypothese ziet men bij sommige (niet alle) schizofreniepatiënten lichte afwijkingen in de ontwikkeling van de hersenen. MRI scans tonen aan dat bij mensen met schizofrenie de cerebrale cortex en de hele voorhersenen een beetje kleiner zijn dan bij gezonde mensen. Ook de thalamus vertoont afwijkingen, die misschien samenhangen met aandachtstekorten. Ook vond men buitengewoon lange ventrikels. Dit zijn ruimtes die gevuld zijn met vloeistof. Ze werden kleiner bij verlies van neuronen. Deze anatomische kenmerken variëren, net als het gedrag. Mensen met de grootste sociale- en cognitieve afwijkingen hebben ook de grootste hersenafwijkingen.

Bij verschillende neurologische tests vertonen schizofreniepatiënten dezelfde afwijkingen als mensen met een beschadiging aan de temporale of prefrontale cortex. De gebieden die de meeste abnormaliteit vertonen zijn die, die het laatst volgroeid zijn, zoals de dorsolaterale prefrontale cortex. Ze zijn soms een beetje kleiner en hun activiteit neemt niet toe bij een geheugentaak, zoals bij andere mensen. Onder een microscoop ontdekten Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal 37 onderzoekers minder neuronen in de verschillende corticale gebieden en andere onderzoekers ontdekten dat die neuronen kleiner waren dan normaal. Verder waren er neuronen in de witte materie blijven steken, waar ze eigenlijk tijdens de volgroeiing van de hersenen doorheen moeten om hun bestemming te bereiken. Sommige neuronen bereikten wel hun plaats, maar waren niet verbonden met het netwerk zoals dat eigenlijk moet. Mensen met schizofrenie hebben abnormale hoeveelheden cel-herkenningsmoleculen die neuronen en axonen de weg wijzen bij hun ontwikkeling in de vroege ontwikkeling. Tussen de anatomie van jongere en oudere schizofrenen is geen verschil. Bij autopsie is niets gebleken van toename van gangliacellen, wat normaal wel het geval is wanneer gebieden vernietigd worden. Onderzoekers concludeerden daaruit dat schizofrenie niet geassocieerd kan worden met Parkinson of Huntington, maar dat de hersenafwijking dus ontstaan moet zijn vroeg in het leven door genetische oorzaken of door problemen tijdens de zwangerschap.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen