De Industriële Revolutie
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Reageer als eerste!
Vanaf het eind achttiende eeuw kwam de industriële ontwikkeling in grote delen van de kernregio op gang. De voorwaarden voor industriële ontwikkeling waren gunstig. De landen bezaten al een relatief goede infrastructuur en er was bovendien een onafhankelijke ondernemersklasse aanwezig, die over het kapitaal kon beschikken, verdiend met de handel. Daarnaast waren er in de diverse Europese regio’s genoeg delfstoffen aanwezig. En ten slotte maakte de tijdens het handelskapitalisme opgebouwde economische macht in de kernregio het mogelijk om ook de levering van grondstoffen, hulpstoffen en energiebronnen uit de kolonies veilig te stellen. Massaproductie is alleen mogelijk als fabrieken een continue aanvoer hebben van de meest uiteenlopende grond- en hulpstoffen, halffabricaten en energiebronnen. De regio’s werden afhankelijker van elkaar omdat de hulpbronnen niet in alle industriegebieden voorkomen.
1. De periferie stemde de productie nog meer af op de kernregio, naast levering van de agrarische stoffen groeiden ook de mijnbouwactiviteiten. Hier ontwikkelden zich de exploitatiekolonies. Dat zijn kolonies, waarin het West-Europese landen het vooral te doen was om de natuurlijke hulpbronnen in eigen voordeel te kunnen benutten.
2. De kernregio ging om die reden ook investeren in de infrastructuur van de periferie om het afvoeren van al die goederen mogelijk te maken.
3. De massaproductie werd niet allen maar afgezet in het Europese centrum, maar ook de kolonies fungeerden steeds meer als afzetmarkt voor de industrieproducten uit de kernregio.