Menu

Quasi-publieke goederen

- Noch volledig privaat, noch volledig publiek: minstens één kenmerk slechts in beperkte mate voldaan

- Uitsluitbaarheid

- Rivaliteit

- Voorbeelden: zwembaden, tunnels, parken, wegen, sportinfrastructuur, ...

- Gedeeltelijke uitsluiting d.m.v. tolgeld, inkomprijzen

- Congestie of overbelasting, vorm van rivaliteit

- In private bedrijven ook publieke goederen

- Voorbeeld: winkelcentrum met verwarming, parking, schoonmaken toiletten, …

Lees meer...

Het vrijbuiterprobleem

Voorbeeld: landbouwer en zijn bijdrage voor dijk

Wat gaat de landbouwer doen?

- Twee vereenvoudigingen

- Anderen beslissen gezamenlijk

- Slechts twee keuzes: betalen of niet

- Groter getal is beter resultaat

- Voorkeurordening

- 4: anderen betalen, landbouwer niet, dijk komt er, landbouwer is vrijbuiter

- 3: anderen betalen, landbouwer ook, dijk komt er

- 2: anderen betalen niet, landbouwer ook niet, dijk komt er niet

- 1: anderen betalen niet, landbouwer wel, dijk komt er niet

- Dominante strategie: niet betalen

- Gevolg: situatie 2, er komt geen dijk

- Oplossing: overheidsinterventie (dwangmacht)

- Drie aandachtspunten:

- Bij herhaald spel geen dwangmacht nodig, vooral in kleine, niet-anonieme groepen

- Nadelen collectieve voorziening door overheid:

- Onmogelijkheid echte voorkeuren te reveleren

- ‘Social choice’, ‘public choice’ en ‘(new) political economy’: modelleren beslissingsproces en gedrag van politici en ambtenaren

- Collectieve voorziening niet noodzakelijk geproduceerd door overheidsondernemingen

- Kan ook door private ondernemingen

Lees meer...

Maatschappelijk wenselijk aanbod van publieke goederen

- Publieke goederen: elke eenheid kan tegelijk door elke consument geconsumeerd worden

- Waardering individu: individuele bereidheid tot betalen

- Maatschappelijke marginale betalingsbereidheid:

- Som individuele bereidheden tot betalen

- Grafisch: verticale som individuele vraagcurven (in plaats van horizontale sommatie, zoals bij een privaat goed)

- Voorbeeld: bescherming tegen overstromingen d.m.v. Dijk

- Twee individuen

- MBBL = €4 en MBBB = €3 voor 1ste centimeter

- Marginale maatschappelijke waardering = €7

- MBBL = €3 en MBBB = €2 voor 101ste centimeter

- Marginale maatschappelijke waardering = €5

- q*=2meter

- Hogere dijk: meer bescherming

- Maar: totale marginale baat < marginale kost

- Lagere dijk: minder bescherming

- Maar: totale marginale baat > marginale kost

- Algemeen: efficiënt niveau van voorziening moet voldoen aan Samuelsonregel:

- Publieke goederen:

- Geconsumeerde hoeveelheid dezelfde voor allen

- MBB kan verschillen

- Private goederen:

- Individuele MBB voor elke marktprijs

- Geconsumeerde hoeveelheid varieert per consument

Lees meer...

Publieke goederen en externe effecten

- Pareto-efficiëntie

- Niet mogelijk welvaart te verhogen van één individu, zonder dat die van ander individu erop achteruit gaat

- Vertrekpunt:

- Realiteit vaak niet zoals ideale situatie (Hoofdstuk 8)

- Door bestaan ‘marktfalingen’ meerbepaald publieke goederen en externe effecten

- Verbeteringen mogelijk via overheidsinterventie

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen