Basisbegrippen
Economie
Wet. die de organisatie vh streven vd mens naar welvaart, welzijn en behoeftebevrediging bestudeert.
Productie
Scheppen of toevoegen van waarde aan economische goederen.
Productiefactoren
1. Natuur
2. Arbeid
3. Kapitaal
4. Ondernemerschap
De 4 P’s/Marketing(instrumenten)mix
- Product
- Plaats
- Promotie
- Prijs
Geld
Functies
- Waardemeter
- Betaal-en ruilmiddel
1) Naturaruil
- Niet altijd even grote behoefte goederen
- Bederfelijk
- Waarde moeilijk in te schatten
2) Goederengeld
+ niet gevoelig aan inflatie
+ niet bederfelijk
+ hoge waarde / gewichtseenheid
- weegschaal
- transport
3) Geld = tussengoed
- Kredietmiddel
- Spaarmiddel
Soorten
- Chartaal geld/speciën
- Giraal geld/ gelddeposito’s
Hoeveelheid geld -> invloed prijzen
- Inflatie
o Geld/goederen, waarde geld, koopkracht
- Deflatie
o Geld/goederen, waarde geld, koopkracht
Bruto Nationaal Product (BNP) en Nationaal Inkomen
Bruto Nationaal product/Binnenlands product
Totale waarde vd geproduceerde goederen & diensten in een land in 1 jaar.
Nationaal inkomen
Totale waarde van alle inkomens van alle inwoners ve land in 1 jaar.
(loon, huur, winst,…)