Menu

Waarom blijft de geschiedenis tot op de dag van vandaag zo belangrijk?

1.Men gebruikt dit vaak om een gebeurtenis in te kaderen +begrijpen. Dmv inzich in de geschiedenis kunnen we hedendaagse fenomenen beter begrijpen, afwegen, belang inschatten.
Illustratie: Zoals hierboven vermeld is kennis van geschiedenis belangrijk om hedendaags zaken beter te begrijpen. Zo ook ‘Psychologie van het brood’ uit cijfers blijkt dat de prijs van brood doorheen de jaren enorm is gestegen daarom is de consumptie enorm gedaald. Toch wijst dit op een paradox. Omdat brood slecht 0,9% van het gezinsbudget bedraagt. Indien we de geschiedenis van het brood zouden kennen, zouden we dit zeker en vast kunnen verklaren. Brood was vroeger één van de belangrijkste voedingsbestanddelen. De gedachte dat brood vroeger belangrijker en een groter deel van ons gezinsbudget nam (5%) blijft leven.

2. Daarnaast blijft geschiedenis ook nuttig om ons bewust te maken dat fenomenen en structuren uit de eigen tijd het resultaat zijn van een historische ontwikkeling, van een historisch proces.
Illustratie: Een passende illustratie hierbij is de indexering. Het mechanisme van de koppeling van de lonen aan de stijging van de kleinhandelsprijzen is historisch gegroeid. Dit systeem is, met enkele onderbrekingen en wijzigingen tot vandaag grotendeels overeind gebleven.

3. Zo worden herinneringen actief levendig gehouden. Er worden zaken zoals monumenten gebouwd. Maar ook binnen het bedrijfsleven kunnen we de geschiedenis nog steeds goed nalezen.
Er zijn twee soorten bedrijfsgeschiedenissen.
Hagiografisch: zetten alleen hun sucessen in de verg en laten mindere periodes links liggen.
Andere: laten professionele historici toe om met de hulp van archief alles (zelfs de mindere periodes) neer te schrijven.

Deze twee soorten spelen ook een belangrijke rol inzake betrouwbaarheid.
Bovendien wordt geschiedenis ook vaak gebruikt om ‘corporate identifty’ in de verf te zetten. Vb. Bepaalde etiketten drukken.

Lees meer...

CRISIS EN NEOLIBERALISME: NAAR HET POSTFORDISME?

  • Eind aan economische groei
  • Werkloosheid zet sociale zekerheid onder druk
  • Crisis van de ’70: aanhoudende inflatie
  • Neoliberalisme <-> Keynesianisme

-ž Economie moet aan de markt worden overgelaten, geen regulering

ž - Privatisering nodig

ž - Overheidsuitgaven beperkt zodat belastingen kunnen dalen

  • Competitiviteit neemt plaats in van productiviteit onder het fordisme

-ž neoliberalisme

ž - globalisering economie

ž - liberalisering van de wereldhandel

  • Decentralisering van het overleg: van de sectoren naar de bedrijven
  • Nationale staten verliezen directe greep door europees niveau
  • Lonen worden voordurend aangepast om de concurrentiekracht van een bepaald land op peil te houden
  • Sociale zekerheid grootste deel betaald door heffing op lonen
  • Sociale zekerheid is door staat beheerst
  • Werkloosheiduitkering negatief effect arbeidsmarkt
  • Tendens privatisering van verschillende overheidsbedrijven (bv: de post)

ž - Strijd tegen monopolies
ž - Overheid moet toezien dat de concurrentie kan spelen en consumenten optimaal gebruik maken van de voordelen van de vrije markt

Lees meer...

productiviteit, het sluitstuk van het fordisme

1950 = Structurele problemen van de Belgische economie komen aan het licht

  • Vakbonden en WG startten informele onderhandelingen
  • De vruchten van stijgende productiviteit worden verdeeld tussen WG en WN
  • Koopkracht WN moet periodiek stijgen op koopkracht op peil te houden, in gelijke tred met de stijging van productiviteit
  • Interproffesioneel minimumloon
  • Jaren 60 = Elk jaar reële loonstijgingen om consumptie en sociale zekerheid te garanderen
  • Stakingen nemen gevoelig af
  • Overlegsysteem institutioneel voltooid
  • Vredesplicht afdwingbaar
Lees meer...

Het sociaal pact

Sociaal past bestaat uit drie delen

  1. Maatregelen worden aangekondigd voor de periode onmiddellijk na de Bevrijding
  2. Een verplicht sociaal zekerheidsysteem
  3. Een stelsen van sociaal overleg

 Vaak voorgesteld als bewijs dat WG en WN wel degelijk tot consensus kunnen komen, ze waren naar elkaar toegegroeid door de ontberingen van de oorlog

Sociale zekerheid (1944) = Wordt gefinancierd door bijdragen van werkgevers en werknemers, aangevuld met een staatssubsidue

Rijksdienst voor maatschappelijke zekerheid (RMZ) = Verdeeld het geld over de verschillende takken van de sociale zekerheid

Verplichting = Elke werknemer in de privé-sector is onderworpen aan de sociale zekerheid

Economie = Moet zorgen voor een nieuwe maatschappelijke vooruitgang en de voordelen van een stijgende productie moeten rechtvaardig verdeeld worden tussen kapitaal en arbeid

Economische vooruitgang = Enkel mogelijk al WN en WG samenwerken

Sociaal pact heeft behoefte aan nuancering

  • Belang van verplichting mag niet onderschat worden (vanuit economisch/politiek vlak)
  • Sociale zekerheid georganiseerd en gefinancierd door de staat
  • Beperkt tot WN
  • Niet gedragen door alle organisaties
  • Niet enige project voor nieuw sociaaleconomisch systeem
  • Anders was het terug naar het vooroorlogse overleg

Sociale zekerheid (1944)

  • Bijdragen van WG en WN
  • Elke WN is onderworpen
  • Uitbereiding van paritair comité tot alle overlegniveaus
  • Economische vooruitgang: resultaat van WN en WG die samenwerken

Nationale arbeidsconferentie

  • Kon het pact niet in zijn geheel aanvaarden maar stemde wel toe voor loonsverhoging van 60%
  • Discussie: monopolie van de vertegenwoordiging van de WN in de onderneming
  • Syndicale delegatie verplicht in bedrijven > 20 WN (comités)

Gutt-operatie = Regering maakt regels op met WN en WG
> Relatief succes

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen