Menu

Definitie

Eenvoudig voorbeeld: geproduceerde output q hangt af van ‘slechts’ twee inputs:

- aantal arbeiders (L)

- aantal machines (K)

Meer algemeen: productiefunctie:

- Beschrijft maximaal (technisch) mogelijke output als functie van arbeid (L) en kapitaal (K)

- Algebraïsch:

- Bijvoorbeeld voor auto’s

- 4 arbeiders en 9 machines => maximaal 16 auto’s

- Grafisch:

- Drie variabelen op twee assen => isokwanten

- Isokwant beschrijft alle combinaties van arbeid en kapitaal die tot dezelfde output leiden

- Vergelijk isokwant met concept indifferentiecurve

- Korte termijn productiebeslissingen

- Sommige productiefactoren liggen vast

- Auto productie: aantal machines (kapitaal) is gegeven op korte termijn

- Productiefunctie op korte termijn:

- Weergave mogelijk zonder isokwanten

- Productieverzameling beschrijft alle combinaties van inputs en output die technisch haalbaar zijn

- Grens van productieverzameling: efficiënt

- Punt X illustreert inefficiëntie

- Gegeven kapitaal en arbeid is de output te laag

- Gegeven output is de inzet van inputs te hoog

- Best practice frontier

- Benadering van productiefunctie

- Belgisch onderwijssysteem

- Blijkt efficiënter dan dat van bijvoorbeeld

- Frankrijk,

- Verenigde Staten,

- Denemarken

- Met minder input worden er betere resultaten gehaald

- Blijkt minder efficiënt dan dat van bijvoorbeeld

- Nederland

- Ierland

- Met meer input worden er minder goede resultaten gehaald

Lees meer...

Prijswijzigingen

Prijsdaling van dvd’s

- Budgetrechte wentelt naar buiten

- Nieuw intercept op horizontale as

Prijseffect - Slutsky

- Substitutie effect

- Meer dvd’s gevraagd (relatief goedkoper geworden)

- Minder boeken gevraagd (relatief duurder geworden)

- Inkomenseffect

- Koopkracht gestegen door lagere prijzen

- Meer dvd’s gevraagd (indien normale goederen)

- Studie van prijswijzigingen

- Gebruiken om partiële vraagcurve af te leiden

Figuur 4.16: Afleiding van de vraagcurve

Giffengoederen:

- Inferieure goederen

- Daling van prijs => Stijging van koopkracht => daling van consumptie inferieur goed

- Omgekeerd inkomenseffect

- Waarbij inkomenseffect sterker is dan substitutie effect

- Prijseffect is positief

Snobgoederen:

- Goederen worden aantrekkelijker

- Naarmate hun prijs hoger is

- Prijseffect is positief

Lees meer...

De keuze van de consument

Consument zal goederenbundel kiezen

- Op indifferentiecurve zo ver mogelijk naar rechtsboven

- Die betaalbaar is, d.w.z. in driehoek OAB ligt (zijden inbegrepen)

Niet-verzadiging: optimale keuze op budgetrechte

- Punt M is niet optimaal

Beschouw punten F en G

- Snijpunten indifferentiecurve met budgetrechte

- Niet optimaal!

- Alle bundels in gekleurde zone liggen op hogere curve en zijn nog steeds betaalbaar

Optimale bundel: punt E

- Raakpunt indifferentiecurve aan budgetrechte

- ‘niet-verbeterbare keuze’

In raakpunt E: helling van budgetrechte = helling van indifferentiecurve

- In raakpunt E: helling van budgetrechte = helling van indifferentiecurve

- Stel: punt S

- Als consument AB boeken afstaat…

- ...wil hij FG dvd’s meer

- Maar in feite kan consument FH dvd’s meer krijgen (zie budgetrechte)

- In punt S kan consument zich dus nog verbeteren

- Dit is niet meer mogelijk in raakpunt

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen