Menu

Sofian Bouazzaoui

Sofian Bouazzaoui

Discursieve inlossing en ideale gesprekssituatie

Dit garandeert nog niet dat het wederzijdse begrip tot stand komt => de aanspraken moeten

ingelost, geaccepteerd worden.

Hoe? Wat maakt dat de gespreksdeelnemers aan een gesprek een consensus bereiken over hun

aanspraken? consensustheorie

In normale omstandigheden: worden de aanspraken zonder meer ingelost.

MAAR als én van de 3 wordt betwijfeld ~> argumenten aanvoeren om de aanspraken te staven

NIET de inhoud van de argumenten is van belang

WEL dat de betrokkenen weten dat ze ieder nieuw argument tot in het oneindige kunnen problematiseren

consensus door de openheid om te blijven argumenteren: consensus over een problematische aanspraak wordt dus niet zozeer afgedwongen door sluitende argumenten maar door de openheid om te blijven argumenteren

MAAR alle deelnemers moeten gelijke kansen hebben om aanspraken te maken en te problematiseren, zodat uiteindelijk geen vooroordeel aan thematisering en kritiek onttrokken blijft

Wederzijds begrip => ideale gesprekssituatie

Geen enkele aanspraak wordt in het echt zo grondig besproken en beargumenteerd

MAAR we anticiperen er wel op (anders zouden we nooit een wederzijds begrip kunnen bereiken)

Lees meer...

De geldigheidsaanspraken

Communicatie is gericht op wederzijds begrip; kan maar lukken als het subject drie aanspraken maakt: iets geven aan de toehoorder om te verstaan; zichzelf verstaanbaar maken; met een ander persoon tot wederzijds begrip komen.

Een taalhandeling kan maar lukken als de betrokkene

  • een ware uitspraak formuleert (waarheid = objectief na te gaan)
  • in zijn uiting rechtvaardig is
  • meningen, bedoelingen, gevoelens etc. waarachtig uit (waarachtigheid = enkel subject toegang)

bv. appelmoes doorgeven

Lees meer...

De betrekkingen tot de wereld

Elke component roept een idee in het leven. Zonder de taal zou er geen onderscheid tussen de drie werelden zijn gemaakt. De structuur van de taalhandeling heeft gevolgen voor de manier waarop de mens zich verhoudt t.o.v. de wereld: het subject wordt door de taalstructuur gedwongen 3 werelden van elkaar af te grenzen.

1 objectieve wereld

Alles wat expliciet als inhoud van een bewering kan optreden. Men kan deze waarnemen en manipuleren. Het gaat om de expliciete inhoud van een boodschap.

Constativa

2 sociale wereld

Het geheel van instituties, overleveringen, normen, culturele waarden die betrekkingen tussen mensen regelen en waarmee men rekening dient te houden wil men tot een overeenkomst komen.

regulativa: Men kan bepaalde aspecten van de sociale wereld uitdrukken in normatieve zinnen.

3 Subjectieve wereld

De subjectieve belevingen waartoe enkel het subject een geprivilegieerde toegang heeft. Toegankelijk voor zover men zich in zichzelf keert.

representativa: expressieve zinnen

Lees meer...

De structuur van de taalhandeling

Taalhandeling op drie niveaus (“ik zeg u dat het regent”)

1 Propositionele component (objectieve wereld)

Men uit zich over iets in de wereld, waarover de communicatie gaat.

2 Illocutionaire component (sociale wereld)

Men tracht de ander te laten accepteren wat men beweert; men raakt het met iemand eens. Niveau van intersubjectiviteit: spreker en toehoorder kunnen hier tot wederzijds begrip komen.

3 Expressieve component (subjectieve wereld)

Men tracht zichzelf verstaanbaar te maken; men uit zich.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen