Turing test
- Gepubliceerd in Psychologie
Menselijke ondervrager stelt vragen aan computer en mens achter scherm. Als de ondervrager geen verschil kan ontwaren is de conclusie dat de computer denkt als een mens.
Menselijke ondervrager stelt vragen aan computer en mens achter scherm. Als de ondervrager geen verschil kan ontwaren is de conclusie dat de computer denkt als een mens.
Eind 50er jaren steeds meer kritieken op het behaviorisme:
Alleen stimulus-respons, geen mentale toestanden of processen; al het bestudeerde moet waarneembaar zijn. Dit bleek vooral beperkend voor onderzoek naar cognitie.
- George Miller (1956): Geheugenstudies. Geheugen is beperkt, maar kan worden verbeterd door informatie in te delen in stukken (mentale representaties).
- Jerome Bruner (1973, 1983): waarneming is geen stimulus - respons. B.v. waarnemen grootte munten, enge woorden. Vereist verklaring d.m.v. onbewuste mentale processen die in achtergrondkennis voorzien.
Digitale computer bestaat sinds ca. 1948.
Turing bedacht in 1937 een machine die elk mogelijk algoritme zou kunnen berekenen doormiddel van een band met allemaal nullen en enen en een schrijfhoofd dat posities kan wissen en herschrijven. Von Neuman (1945) heeft hierbij een architectuur bedacht die leidde tot de eerste computers en nog steeds de standaard is. (centrale processor, werkgeheugen, lange termijn geheugenopslag, representatie van informatie is binair bits (0 of 1) gerealiseerd met fysische schakelingen (flip-flops), geheugen bevat programmaregels en data in zelfde vorm (strings van bits), basisacties van CPU zijn fysische acties op het werkgeheugen, alle instructies worden serieel uitgevoerd)
Kunstmatige intelligentieonderzoek (AI) sinds 1956: Een computer kan intelligente (d.w.z. cognitieve) taken verrichten op allerlei terreinen. Niet alleen rekenen.
De wetenschap van de geest. Het is een multidisciplinair onderzoeksgebied gericht op cognitie (mentale processen van kennen en waarnemen).
Cognitiewetenschap is multidisciplinair: Het heeft gemeenschappelijke onderzoeksobjecten en probeert daarover vragen te beantwoorden door middel van bijdragen van meerdere disciplines
Introspectie is iets ander dan externe waarneming, maar heeft hij daar veel eigenschappen van gemeen. Ook de innerlijke waarneming is theoriegeladen: hij gaat gepaard met de toepassing van een begrippenkader op een stimulus waarmee de stimulus wordt geïnterpreteerd.
Traditioneel wordt zelfkennis (kennis van je eigen geestestoestanden) gezien als fundamenteel anders dan externe waarneming. Het is waarneming die direct en zeker (onfeilbaar en niet-corrigeerbaar) is.
Er vindt ook bij mentale toestanden vaak misrepresentatie plaats. Je begrijpt je eigen emoties verkeerd, je dacht dat je iets wist en zelfs: je dacht dat je hitte voelde maar je voelde koude.
In bijzondere omstandigheden gaan voorspellingen of verklaringen van gedrag niet op en moeten we ze aanpassen.
Probleem: de wetmatigheden lijken hiervoor te complex en talrijk.
Probleem: onze theorieën lijken sterk op elkaar.
Probleem: hoe kan een zo complexe theorie aangeboren zijn?
De serie grof geschetste concepten, generalisaties en vuistregels die we allemaal standaard gebruiken bij het verklaren van menselijk gedrag. B.v. ‘overtuiging’ en ‘verlangen’.