Negatieve effecten op de gezondheid door overmatig alcoholgebruik
Alcohol is de op één na meest gebruikte psychoactieve stof in de wereld (na cafeïne) en hoewel het meestal als een stimulerend middel wordt beschouwd, onderdrukt deze stof in feite de werking van het centraal zenuwstelsel.
Gezondheidsproblemen ontstaan niet alleen als gevolg van alcoholverslaving; deze problemen kunnen ook ontstaan als gevolg van acute en langdurige episodes van zwaar drinken. Zwaar alcoholgebruik speelt een rol bij ongelukken, gedragsproblemen en ziekten (zoals levercirrose, kanker, hartaandoeningen en herseninfarcten).
Levercirrose is een verzamelnaam voor een groep chronische leverziekten. Alcoholische levercirrose: wanneer dit door alcohol wordt veroorzaakt. De lever is chronisch overbelast en ontstoken. De ontstoken cellen sterven af, waardoor de functies van de lever door steeds minder cellen vervuld moeten worden (hierdoor wordt de lever groter). Bloed stroomt er moeilijker doorheen waardoor afbraakproducten niet op de goede manier worden afgevoerd. Hierdoor wordt de concentratie van deze stoffen in het bloed steeds hoger. Het leidt tot: vaak moe zijn, weinig eetlust, het ontstaan van vetbobbeltjes in de huid, rode vlekken op de handen, pijn in de bovenbuik, bloedingen.
In een vergevorderd stadium maakt de lever de giftige stoffen afvalproducten die in het lichaam terecht komen niet meer onschadelijk, waardoor de hersenen worden aangetast.
Aanbevelingen voor alcoholgebruik
Ieder mens reageert anders op dezelfde hoeveelheid alcohol. Dit is afhankelijk van factoren zoals lichaamsgewicht, voedselinname, stofwisseling, de sociale context waarin wordt gedronken en de cognities en verwachtingen van het individu.
Het is hierdoor moeilijk een ‘veilig’ niveau van alcoholinname te bepalen.
Prevalentie van alcoholgebruik bij jongeren
Er worden verschillende onderzoeksresultaten genoemd. In Engeland, Zweden en Nederland bleken veel jonge tieners meer te drinken dan goed voor hen is. Omdat juist jonge hersenen die nog in ontwikkeling zijn erg kwetsbaar zijn voor alcoholschade, is het erg belangrijk dat dit zoveel mogelijk wordt voorkomen. Dit risico op hersenbeschadiging wordt door jongeren erg onderschat.
Heeft het drinken van alcohol ook positieve effecten?
Zwaar drinken heeft negatieve effecten op de gezondheid, die in de loop van de tijd toenemen, evenredig aan het gebruik. Matig drinken verhoogt het risico mogelijk niet en biedt feitelijk zelfs een mogelijke bescherming tegen aandoeningen aan de kransvaten, omdat het de concentratie van LDL’s in het bloed verlaagt (werkt niet bij mensen die roken). Effecten van helemaal niet drinken moeten nog verder worden onderzocht.
Er is een J-vormige relatie tussen het alcoholgebruik en het risico op aandoeningen van de kransvaten: de grafische voorstelling van de relatie tussen twee variabelen, waarvan de een op de x-as en de ander op de y-as is uitgezet, heeft de vorm van de letter J.
In rode wijn zitten polyfenolen die mogelijk bescherming kunnen bieden tegen kanker. Ze denken dat polyfenolen het begin van het ontstaan van kanker remmen als gevolg van hun anti-oxidanten en ontstekingsremmende eigenschappen. Daarnaast remmen ze de deling van gemuteerde cellen en zorgen voor apoptose (celdood).
Waardoor krijgen sommige mensen een drankprobleem?
Aspecten die in aanmerking zijn genomen bij onderzoek naar het onderscheid tussen mensen die een veilige hoeveelheid drinken en probleemdrinkers:
- erfelijkheidsfactoren en een familiegeschiedenis van alcoholmisbruik: kinderen van probleemdrinkers hebben een grotere kans om probleemdrinkers te worden dan kinderen van niet-probleemdrinkers.
- De aanwezigheid van geestesziekten: stemmingsstoornissen, predispositie (factoren die de kans vergroten dat iemand een bepaald gedrag zal vertonen) voor angst, sensatiezoeken, bepaalde tendensen in de persoonlijkheid.
- Sociaal leren: volgens de theorie over sociaal leren is alcoholverslaving sociaal aangeleerd en wordt dit vervolgens bekrachtigd.
Onder oudere mensen blijkt dat er veel minder alcohol wordt gedronken en bij steekproeven onder ouderen blijkt dat probleemdrinken wordt beïnvloed door de lichamelijke gezondheid, sociale gelegenheden en financiële status.
17e en 18e eeuw: alcoholproblemen werden beschouwd als immoreel gedrag, zwakkelingen die niet in staat waren persoonlijke controle uit te oefenen over hun drinkgedrag deden dit. Het individu was verantwoordelijk en kon dus gestraft worden.
19e eeuw: alcoholproblemen werden beschouwd als het gedrag van passieve slachtoffers van een kwaadaardig en krachtig middel.
20e eeuw: verantwoordelijkheid werd bij het individu gelegd. Behandeling werd gebaseerd op het behaviorisme (alleen observeerbare gegevens kunnen bestudeerd worden, het gedrag zelf staat centraal en niet de mentale processen. En onthouding en gereguleerd drinken worden als mogelijke behandelingsresultaten beschouwd.
Patronen van zwaar drinken die tijdens de late jeugd en vroege volwassenheid ontstaan, zetten zich tijdens de volwassenheid meestal voort. Alcoholgerelateerde gezondheidsproblemen lijken zich tijdens de middelbare leeftijd te accumuleren.
Programma’s voor gezondheidsbevordering: zowel primaire preventie (kinderen voorlichten over risico’s van zwaar drinken), als secundaire preventie (gericht op gedragsverandering bij mensen die al zwaar drinken).